Linda Polman
© Patricia Hofmeester

Krokodillentranen – Column van Linda Polman

In 1997‚ sociale media bestonden nog niet eens‚ verkondigde Youp van ’t Hek cynisch al dat ‘kuddes dolende hongernegers in een Afrikaanse woestijn’ hem niet raakten. We zijn twintig jaar verder en de hedendaagse virtuele bruinhemden onder de volgers van Wilders c.s. blèren nu hetzelfde‚ maar dan zonder ironie.

Onder de zon niets nieuws. Hongersnood in Afrika is een ritueel‚ een toneelstuk dat om de paar jaar wordt opgevoerd in een decor van gebarsten grond‚ kale doornstruiken‚ stofduivels die voorbijwervelen en hier en daar een gemummificeerde koe in een drooggevallen rivierbedding. De lokale bevolking wordt steevast vertolkt door figurantjes met bolle buiken en holle ogen‚ en hoofdrollen zijn er voor de hotemetoten van de Verenigde Naties‚ oude‚ meestal blanke mannen in pakken met dassen‚ die in het getroffen gebied vijftig meter door een vluchtelingenkamp wandelen tussen hutjes van takjes en lappen UNHCR-plastic. Via de meegereisde cameraploegen roepen ze ‘de internationale gemeenschap’ op om ‘niet de andere kant op te kijken’‚ want deze humanitaire ramp is van ons allemaal‚ en dan reppen ze zich alweer naar New York om de Veiligheidsraad te briefen.

Volgende scène: trompetgeschal. De internationale noodhulporganisaties marcheren het toneel op met hun vlaggen‚ logo’s en IBAN-nummers. Of we willen storten. Als altijd moffelen zij de werkelijke oorzaak van de hongersnood zo veel mogelijk weg‚ want het ‘alweer zo’n stomme Afrikaanse oorlog-effect’‚ dat de vrijgevigheid van de donateurs geen goed doet‚ moet worden voorkomen. Dus de honger komt zogenaamd door El Niño‚ overbevolking‚ klimaatverandering‚ de ongelijkheid in de wereld‚ moslimextremisme‚ en/of de apathie in het Westen.

De werkelijke oorzaak is oorlog. Als er 7‚5 miljoen mensen dreigen te verhongeren in Zuid-Sudan‚ zoals de deskundigen zeggen‚ dan is dat de schuld van het regime daar. Het besteedt de helft van zijn olie-inkomsten aan oorlogstuig en de andere helft aan zichzelf. Maar dat zien we niet in de fondsenwervingsfilmpjes. Kijkt de internationale gemeenschap intussen apathisch toe? Allesbehalve. In december vorig jaar‚ de honger was allang begonnen‚ verwierp de VN-Veiligheidsraad nog een resolutie voor een verbod op wapenverkoop aan Zuid-Sudan. Nu plengt diezelfde Veiligheidsraad krokodillentranen over Zuid-Sudanese kinderen met armpjes als luciferhoutjes. Jemen dan‚ waar 7 miljoen mensen door honger dreigen te bezwijken. Daar voert Saudi-Arabië een militaire coalitie aan die het land aan gort bombardeert. Egypte‚ Marokko‚ Jordanië‚ de Verenigde Arabische Emiraten‚ Koeweit‚ de VS‚ Groot- Brittannië; allemaal bondgenoten en allemaal dragen ze een steentje bij: de een met jets en wapens‚ de ander met bases en inlichtingen. Met z’n allen hongeren ze Jemen opzettelijk uit: alle voedselimporten worden geblokkeerd‚ maar daar gaat het toneelstuk niet over.

In de opvangkampen‚ waar honderdduizenden overlevenden bescherming zoeken tegen de bommen‚ kogels en blokkades‚ is er gebrek aan álles‚ want donoren bezuinigen op internationale vluchtelingenzorg. In de reusachtige UNHCRkampen in Noord-Kenia stommelen gevluchte Zuid-Sudanezen ondervoed en ten prooi aan ziektes rond.

Het lijkt wel of er sprake is van een doelbewust Verelendungs– beleid bij de donoren‚ waarbij ze door het verblijf in de kampen zo onaangenaam mogelijk te maken de mensen terug naar huis pesten‚ om dáár hun armzalige levens nog even voort te zetten. In de splinternieuwe kampen in Uganda voor Zuid-Sudanezen zijn ze ook al begonnen met halveren van voedselrantsoenen.

Maar in het voetlicht dragen de actoren in het eeuwigdurende toneelstuk hun teksten plechtig voor: ‘Een schande dat er anno 2017 nog honger op de wereld is’‚ ‘totaal onacceptabel…’‚ ‘ieders verantwoordelijkheid…’ Het klinkt zoveel beschaafder en menslievender dan het gebral van de bruinhemden op Twitter‚ maar de boodschap is uiteindelijk hetzelfde en komt neer op hoe een Wilders-adept het onlangs formuleerde: ‘Laat die hongernegers maar leren hoe ze zand en ouwe autobanden vreten.’

Tekst: Linda Polman
Wordt Vervolgd, maandblad over mensenrechten, april 2017