Gruweldaden in naam van de Heer

Ik dank God dat hij de hemel en de aarde heeft geschapen.’ De eerste zin die de Ugandees Dominic Ongwen (1975) eind januari uitspreekt‚ als hij voor het eerst verschijnt voor het Internationaal Strafhof in Den Haag‚ lijkt te verwijzen naar zijn achtergrond. Ongwen is immers een van de leiders van het Verzetsleger van de Heer (LRA)‚ een wreed rebellenleger in Uganda dat een staat wilde uitroepen op basis van de Bijbelse tien geboden.

Vanaf eind jaren tachtig tot 2006 heeft het LRA gemoord‚ verkracht‚ ledematen afgesneden en kinderen ontvoerd in Noord-Uganda. Daarbij vielen naar schatting honderdduizend doden‚ sloegen 1‚6 miljoen bewoners op de vlucht en werden twintigduizend kinderen ontvoerd.

Bang
Ongwen deed actief mee. Het Strafhof vaardigde in 2005 arrestatiebevelen uit tegen hem en tegen vier andere LRA-leiders‚ onder wie Joseph Kony‚ de beruchte leider van de groepering. Ongwen was lange tijd diens vertrouweling. Totdat hij op 6 januari van dit jaar uit het oerwoud van de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) trad en zich overgaf – omdat hij bang was dat Kony hem zou vermoorden‚ zoals hij verklaarde.

Ongwen is zelf óók ontvoerd‚ op zijn 14de‚ vertelt hij in Den Haag. Dan bedankt hij het Strafhof voor zijn behandeling en zegt: ‘Mij is verteld dat ik hier ben vanwege misdaden…’ De rechter onderbreekt hem: het gaat vandaag alléén om het vaststellen van Ongwens identiteit‚ zegt ze‚ en het voorlezen van de aanklacht – vier oorlogsmisdaden en drie misdaden tegen de menselijkheid‚ begaan bij een aanval in 2004 op het Lukodi-kamp voor ontheemden‚ waarbij zeker veertig doden vielen en zeker zes mensen werden ‘geknecht’.

Vissers
Ontvoeringen zijn prima te rijmen met de Bijbel‚ volgens het LRA. ‘Jezus zei tegen vissers: u gaat vanaf nu mensen vangen en geen vissen’‚ legde een ex-LRA-strijder in 2007 uit aan een journalist‚ waarbij hij Mattheüs 4:19 wel erg letterlijk nam. De man had amnestie gekregen als onderdeel van de vredesregeling van 2006‚ die aan het meeste LRA-geweld in Uganda een eind maakte.

Zie hieronder het filmpje waarin de ex-LRA-strijder uitlegt waarom ontvoeringen geoorloofd zijn.

Sommige Ugandezen vinden dat Ongwen alsnog voor die amnestieregeling in aanmerking moet komen‚ mede omdat hij zelf slachtoffer van ontvoering was. Zijn advocaat zal dat verleden zeker gebruiken in haar pleidooien. In Den Haag vraagt ze de processtukken tijdig in het Noord-Ugandese Acholi te laten vertalen: omdat haar cliënt ‘gedwongen was twintig jaar in de bush te leven’ leerde hij geen Engels.

Kans gehad
Maar Ongwen heeft zijn kans gehad. Terwijl anderen vrijwillig de wapens neerlegden‚ trok hij in 2006 met Kony en een LRA-restant de oerwouden van Congo in‚ naar de CAR en het Sudanese Darfur‚ de terreur verleggend naar dorpen in die landen. Verzachtende omstandigheden moeten zeker meewegen‚ maar afzien van berechting‚ nee. Zoals hoofdaanklager Fatou Bensouda het zei na Ongwens overdracht: ‘De slachtoffers van zijn misdaden hebben al te lang moeten wachten op gerechtigheid.’