De moord op Gauri Lankesh

Het hindoenationalisme in India wordt steeds feller, mede door de snelle opkomst van de middenklasse. Een recent dieptepunt is de moord op de in heel India bekende, activistische journaliste Gauri Lankesh. ‘De daders achter tralies zetten is niet genoeg. Het gaat om verandering in het gedachteproces van mensen.’

Protest na de dood op de Indiase journaliste Gauri Lankesh
© Arijit Sen/Hindustan Times via Getty Images

Op 5 september 2017 wordt de Indiase journaliste Gauri Lankesh, enkele momenten nadat ze is aangekomen bij haar huis in Bangalore en uit haar auto stapt om het hek te openen, beschoten door twee mannen met helmen. De mannen houden haar huis al enkele dagen in de gaten en staan in het donker te wachten op haar komst. Ze vuren drie kogels af. Twee raken haar longen, één haar hoofd. Een professionele afrekening. Gauri zet nog enkele stappen richting haar voordeur voordat ze aan haar verwondingen overlijdt. De mannen springen achter op een brommer en rijden weg.

Eigen krant

Gauri Lankesh (1962-2017) was een bevlogen, activistische journaliste met een indrukwekkende staat van dienst. Nadat ze als jonge verslaggever bij The Times Eof India en enkele Engelstalige Indiase bladen het vak in de vingers had gekregen, nam ze na de dood van haar vader in 2000 – de in India bekende schrijver P. Lankesh – zijn invloedrijke krant Lankesh Patrike over, waardoor ze de vrijheid kreeg, én nam, om te schrijven over alles wat haar raakte. Een van de artikelen die haar in heel India bekendheid bracht was een reportage over de Sri Guru Dattatreya Bababudan-tempel in Chikkamagaluru. Tot woede van de hindoeorganisatie Sangh Parivar (die verbonden is aan de huidige regeringspartij Bharatiya Janata Party, de BJP) sprak Lankesh zich uit tegen de claim van hindoenationalisten dat de tempel uitsluitend hindoeïstisch zou zijn. De tempel wordt namelijk al eeuwen vereerd door hindoes en moslims. Haar betrokkenheid bracht haar in conflict met haar broer, met wie ze de krant van hun vader Lankesh Patrike runde. Daardoor startte ze in 2005 haar eigen krant. Al snel bereikte de Gauri Lankesh Patrike een wekelijkse oplage van 450 duizend exemplaren en zo’n tweeënhalf miljoen lezers.

Hindoestaat

In een stroom reportages en essays zette ze haar strijd voort tegen alles wat ze als onrecht ervoer. Zo nam ze het op voor maoïstische rebellen. Ze wees het gebruik van geweld af, maar had begrip voor hun situatie. Door haar contacten met de rebellen werd ze door de overheid gevraagd om te bemiddelen voor een vreedzame oplossing. Daarnaast nam ze vrouwonvriendelijke politici op de korrel en schreef ze over corruptie. Er was geen onderwerp dat ze schuwde en ze was niet bang om personen met naam en toenaam te noemen. Een artikel over vermeende criminele activiteiten van enkele BJP-kopstukken kwam haar op een veroordeling tot laster te staan. Omdat ze ervan overtuigd was dat ze zich wel degelijk aan de feiten had gehouden, hoopte ze in een hoger beroep vrijgesproken te worden. Door haar dood heeft dat hoger beroep echter nooit plaatsgevonden.

De manier waarop Gauri de dingen zei vond ik soms een beetje té. Maar ik was het nooit oneens met wát ze zei

Haar voornaamste onderwerp was de toename van het hindoenationalisme. Ze was in het bijzonder kritisch over de conservatieve Hindutva-beweging binnen de BJP, een stroming die streeft naar een hindoestaat. In felle bewoordingen verzette ze zich tegen deze ideologie, omdat die het kastenstelsel versterkt, de positie van de vrouw ondermijnt en niet-hindoes uitsluit. Zo schreef ze over de toenemende moslimhaat, het lynchen van – vaak vermeende – islamitische koeienslachters en viel ze BJP-politici aan die enkele recente verkrachtingen bagatelliseerden. Ook was ze bevriend met jonge Dalit-leiders en organiseerde ze protesten om kastendiscriminatie aan de kaak te stellen. Dalits, ook wel de ‘onaanraakbaren’ of ‘kastelozen’, staan in India ondanks gelijkschakelende wetgeving nog steeds onder aan de maatschappelijke ladder. Lankesh hielp deze jongeren ook aan stages en leidde ze op tot journalist.

Het ziet ernaar uit dat de journaliste haar kritische houding met de dood heeft moeten bekopen. Ook zijn er sterke aanwijzingen dat haar moord niet op zichzelf staat, maar is verbonden aan moorden op vier andere Hindutva-critici. In hindoe-nationalistische kringen werd de dood van Lankesh op Twitter en Facebook met juichsalvo’s ontvangen. Vrienden en familie bleven verbijsterd achter. ‘Alles is veranderd’, zegt de zus van Gauri, Kavitha Lankesh, een Bollywood-filmmaakster. ‘Behalve dat ik haar mis als mijn zus, ben ik ook mijn beste vriendin kwijt. We gaven feedback op elkaars werk. Zij was betrokken bij mijn films. In de laatste heeft ze zelfs een rol. Ik kan het nog niet terugzien’, zegt Kavitha geëmotioneerd en ze neemt een moment om zich te herpakken. ‘En ik las haar stukken. Ik vond de manier waarop ze dingen zei soms een beetje té. Zo ben ik zelf helemaal niet. Maar wát ze zei, daar was ik het nooit mee oneens. Ze had wel gelijk.’

Ophitsing

‘Niet alleen voor mij persoonlijk is alles anders. Journalisten, filmmakers en studenten zijn bang geworden’, vervolgt Kavitha. ‘Ik was een tijdje terug op een bijeenkomst van Unicef en hoorde van verschillende journalisten dat ze sinds Gauri’s dood vrezen voor hun leven als ze zich kritisch uitlaten over het hindoe-nationalisme.’

Zo heeft de VN recentelijk de Indiase overheid opgeroepen om de Indiase journaliste Rana Ayyub bescherming te bieden. De journaliste schreef een boek over gewelddadigheden tussen hindoes en moslims in Gujarat in 2002, Gujarat Files: Anatomy of a Cover Up. In dit boek beschuldigt ze de huidige BJP-premier Narendra Modi van ophitsing die leidde tot de dood van duizend mensen, moslims en hindoes. Dit boek en haar kritiek op de Hindutva-ideologie hebben Modi-aanhangers ertoe gedreven om een felle online hetze tegen haar op te zetten. Zo circuleert een video op internet, waarbij een foto van Rana’s hoofd op een pornoactrice is gemonteerd. Deze beelden zijn verspreid om haar te vernederen en te diskwalificeren als journalist.

We hadden nooit gedacht dat hindoe-rechts werkelijk dit pad zou kiezen

Ook bij filmmaker Pradeep Deepu, een vriend van Gauri, is de wond nog vers. ‘Mijn eerste reactie was: ik had bij haar moeten zijn! Ik kookte vaak voor haar, ze hield van mijn maaltijden. Waarom was ik er net die avond niet voor haar? De staat Karnataka had haar politiebescherming aangeboden vanwege de vele bedreigingen. Maar omdat er geen specifieke doodsbedreiging was, vond ze bescherming niet nodig. We hadden nooit gedacht dat hindoe-rechts werkelijk dit pad zou kiezen.’

Opgehitste massa

Deepu ontmoette Gauri zeventien jaar geleden. ‘Ik maakte een reportage over de Sri Guru Dattatreya Bababudan-tempel. Ik herkende haar onmiddellijk. Ze was met een collega, ook om verslag te doen. Ik sprak haar aan en dat was het begin van onze vriendschap. Door de jaren heen streden we voor dezelfde zaken, vooral tegen het hindoe-extremisme, dat sinds de moordpartij in Ayodhya steeds meer voet aan de grond heeft gekregen in India.’ In 1992 vernietigde een opgehitste massa hindoes een moskee in Ayodhya, ervan overtuigd dat het een heilige plaats was voor alleen hindoes. Ook vielen ze moslims aan. Tweeduizend mensen kwamen om.

‘Het verschil met toen is dat het Hindutva-gedachtegoed nu alomtegenwoordig is in India, en steeds feller wordt’, zegt Deepu. ‘Gauri’s moordenaars achter tralies zetten is niet genoeg. Het gaat om verandering in het gedachteproces van mensen. Het hindoe-extremisme, ofwel extreemrechts, is bij een groot deel van de nieuwe middenklasse mainstream geworden. Je moet niet vergeten dat deze groep is voortgekomen uit de hogere kasten. Ze onderstrepen dezelfde waarden en stellen geen vragen bij het kastenstelsel of het patriarchaat. Ze zijn comfortabel met de status quo.’ ‘In de tijd van mijn vader was het vanzelfsprekend dat journalisten het establishment bekritiseerden’, zegt Kavitha. ‘Gauri en ik kregen met onze opvoeding mee dat India divers is, om mensen niet uit te sluiten. Dat was de norm, maar de samenleving is veranderd. Veel hindoes zien niet hoe gevaarlijk het hindoe-nationalisme is dat India nu in zijn greep heeft.’

Politiebescherming

Op 18 februari van dit jaar arresteerde het onderzoeksteam de 37-jarige Naveen Kumar op grond van verboden wapen-bezit en medeplichtigheid aan de moord op Gauri Lankesh. Hij was een van de brommerrijders, regelde de ammunitie en bleek lid van een lokale tak van de organisatie Yuva Sena, een van de hindoe-nationalistische bewegingen die zijn verbonden aan de Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS), de ideologische Hindutva-organisatie van de BJP.

Drie weken later, bij de hoorzitting over verlenging van de hechtenis, maakt het hoofd van het onderzoeksteam bekend dat het pistool waarmee Gauri is vermoord, hetzelfde pistool is waarmee de wetenschapper bekend onder de naam M.M. Kalburgi in 2015 werd gedood. Ook laat hij weten dat Kumar heeft verklaard dat hij meewerkte aan de voorbereidingen van de moord op schrijver K.S. Baghwan, een bekende ‘rationalist’, die zich net als Lankesh en Kalburgi uitspreekt tegen hindoe-extremisme. Ook Kalburgi en Lankesh noemden zich ‘rationalist’, intellectuelen die zich verzetten tegen pseudowetenschappelijke beweringen van religieuze goeroes. K.S. Baghwan krijgt nu politiebescherming.

Ik houd hoop: jonge journalisten blijven schandalen aan de kaak stellen

Het Indiase onderzoeksteam arresteerde eind mei nog vijf verdachten. Volgens verschillende Indiase kranten, waaronder The Indian Express, die contact hebben met het onderzoeksteam, zijn de verdachten verbonden aan Sanatan Sanstha, een Hindutva-beweging met een uitgebreid medianetwerk, conferenties en een productlijn, die streeft naar een heilig hindoerijk. Ondanks gewelddadigheden van leden en pogingen van verschillende staten om ze te verbannen, is deze beweging de laatste jaren in populariteit toegenomen.

Hoewel Deepu evenals Kavitha merkt dat de dood van Gauri journalisten angst heeft aangejaagd, blijft hij wel hoop houden. ‘Recentelijk zijn er verschillende schandalen aan de kaak gesteld door jonge journalisten, ondanks bedreigingen.’ Deepu noemt Rohini Singh, die in het zakenleven van Jay Shah, de zoon van de tweede man van de BJP, Amit Shah, was gedoken en daarover schreef in het Indiase online magazine The Wire. Ze vond sinds het aantreden van premier Modi onverklaarbaar hoge winsten, waarna de onderneming door onduidelijke verliesverklaringen werd opgeheven. Singh en The Wire zijn door Jay Shah wegens smaad voor het gerecht gesleept. De zaak loopt nog.

De naam van de auteur is om veiligheidsredenen gefingeerd.