Arend Hulshof
© Amnesty International / Karen Veldkamp

Wim Aloserij † – hoofdredactioneel door Arend Hulshof

In 2011 leerde ik Wim Aloserij kennen. Met vier overlevenden en een groep nabestaanden bezocht ik het voormalige nazi-concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Aloserij was een van die overlevenden.

De reis maakte deel uit van mijn onderzoek naar mijn overgrootvader Johannes Rijpstra, die eind 1944 in het kamp overleed. ‘Jouw overgrootvader was burgemeester’, zei Aloserij met Amsterdamse tongval over hem, ‘en had natuurlijk nooit eerder met zijn handen hoeven werken. Dan was je in Neuengamme volledig kansloos.’

Waarschijnlijk miste mijn overgrootvader ook de bluf die Aloserij had en waarmee die zich soms aan zware kampwerkzaamheden kon onttrekken. Een keer had een SS’er gevraagd wie van de gevangenen schilder was. Aloserij, die nooit eerder had geschilderd, stak zijn hand op en mocht die dag een treinwagon verven. Ook vertelde Aloserij hoe hij een keer een flesje spiritus wist te jatten uit de SS-garage. Later verhandelde hij de alcoholhoudende vloeistof met een andere gevangene voor een betere slaapplek.

Maar, voegde hij snel toe, ik moest niet denken dat Neuengamme ‘een vakantieoord’ was. Van de sadistische SS’ers moesten gevangenen soms urenlang naakt in de sneeuw staan en als zij hem met de spiritus hadden gesnapt dan had hij ‘zeker de strop gekregen’.

Als je een ander haat, dan heb je er vooral zelf last van

Na die eerste reis in 2011 ben ik nog vier keer met hem terug geweest in Neuengamme. Ook belde hij me soms op. Bijvoorbeeld om zijn waardering uit te spreken als Amnesty opkwam voor een onderdrukte Jehova’s getuige. Zelf had Aloserij zich na de oorlog bekeerd tot die religie. In Neuengamme had hij bewondering voor de Jehova’s getuigen die uit geloofsovertuiging weigerden te werken, zelfs als ze daarvoor werden opgehangen.

Zijn geloof voedde de positieve levensinstelling van Aloserij. Waar andere kampoverlevenden een levenslange diepe haat koesterden tegen Duitsers, was Aloserij vergevingsgezind. ‘Als je een ander haat, dan heb je er vooral zelf last van’, zei hij tegen schrijver Frank Krake, die onlangs een biografie over Aloserij publiceerde.

Op 3 mei dit jaar zou Aloserij in Noord-Duitsland de jaarlijkse herdenking bijwonen van de scheepsramp met de Cap Arcona. Het was die dag 73 jaar geleden dat dat schip, vol met nog levende Neuengamme-gevangenen, op zee werd gebombardeerd. Aloserij was een van de laatste vier overlevenden van de ramp, maar de herdenking zou hij niet meer redden. De nacht ervoor overleed hij, 94 jaar oud, in zijn slaap in een hotel in Hamburg, niet ver van de plek waar hij ooit gevangenzat.