Een Syrische man toont de sporen van marteling op zijn rug nadat hij is vrijgelaten door Assads troepen. Aleppo, 23 augustus 2012.
© James Lawler Duggan

Marteling om ‘bekentenis’ af te dwingen

Volgens internationale afspraken heeft iemand die wordt beschuldigd van een misdrijf recht op een eerlijk proces. Veel landen houden zich niet aan deze afspraken, ook al hebben ze er hun handtekening onder gezet, en komen mensen er in de gevangenis na een oneerlijk proces.

Dat gebeurt bijvoorbeeld als verhoren worden afgenomen zonder dat een advocaat daarbij aanwezig is, er geen onafhankelijke artsen zijn die een gevangene onderzoeken, of wanneer bekentenissen worden verkregen na marteling of andere vormen van mishandeling. De rechtszaak voldoet dan niet aan de wettelijke minimumeisen voor een proces.

Het VN-Verdrag tegen Foltering verbiedt marteling. Inmiddels hebben 156 landen het verdrag ondertekend en het merendeel heeft het verdrag ook bekrachtigd. Desondanks schat Amnesty dat in ongeveer 150 landen wordt gemarteld.

Maatregelen tegen marteling

Martelen gebeurt meestal op plekken waar de buitenwereld geen zicht op heeft zoals verhoorkamers en gevangenissen. Om marteling tegen te gaan zijn de volgende maatregelen van belang:

  • Een gedetineerde heeft van het begin af aan recht op een advocaat.
  • De advocaat is aanwezig tijdens de ondervragingen.
  • Er is een arts om de gedetineerde te onderzoeken.
  • De gedetineerde mag contact hebben met zijn familie.
  • Een bekentenis die verkregen is op basis van marteling mag nooit gebruikt worden als bewijsmateriaal.
  • Daders van marteling worden berecht.

Meer over dit onderwerp