Indonesië: nieuwe regering moet straffen op godslastering afschaffen

De Indonesische autoriteiten hebben de afgelopen tien jaar in toenemende mate mensen veroordeeld en vastgezet voor godslastering. Dit beleid heeft bijgedragen aan de groeiende intolerantie in het land. Dat zegt Amnesty vandaag in een nieuw rapport.

Het rapport Prosecuting beliefs: Indonesia’s blasphemy laws toont aan dat tijdens het decennium dat president Susilo Bambang Yudhoyono aan de macht was (2004-2014), het aantal veroordelingen om godslastering explosief is gestegen in vergelijking met zijn voorgangers. Talloze mensen zijn vastgezet voor niets meer dan bijvoorbeeld het fluiten tijdens een gebed, het delen van Facebookberichten of omdat ze zouden hebben gezegd dat ze een ‘openbaring van God’ hadden ontvangen.

‘De godslasteringswetten van Indonesië druisen in tegen internationale wetten en afspraken en moeten onmiddellijk worden opgeheven, zegt Azië-expert Rupert Abbott van Amnesty International. ‘We hebben meer dan honderd individuele gevallen gedocumenteerd waarbij mensen om niets meer dan het uiten van hun opvattingen zijn vastgezet. We beschouwen al deze mensen als gewetensgevangenen die onmiddellijk en onvoorwaardelijk moeten worden vrijgelaten.’

Niemand zou bang moeten zijn voor het uiten van zijn religieuze opvattingen en geloof. De nieuwe regering van president Joko Wododo heeft nu de mogelijkheid om deze zorgwekkende trend te stoppen en een nieuw tijdperk van respect voor mensenrechten in te luiden.

De stijging van het aantal veroordelingen om godslastering moet worden gezien in een bredere context waarin het respect voor de vrijhied van religie in Indonesië is afgenomen. De laatste tien jaar zijn minderheidsgroeperingen steeds vaker doelwit geweest van gewelddadige aanvallen. De daders werden hiervoor zelden opgespoord en vervolgd.