Gevoel voor verhoudingen

Vandaag nemen premier Rutte en minister Ploumen een kijkje in Libanon, een van die mythische landen in ‘de regio’ die zo’n 95 procent van alle Syrische vluchtelingen opnemen. Precies zoals Nederland het graag heeft. De ministers zullen zich laten informeren over de opvang en ‘de gevolgen van de vluchtelingenstroom’. Hoe dat eruit ziet? Reken even mee.

Libanon, een land van 4 miljoen inwoners, vangt officieel 1,1 miljoen Syriërs op – de officieuze schatting is ongeveer 1,5 miljoen. Dat betekent dus dat zo’n beetje één op de vier inwoners een Syrische vluchteling is.

Dan Nederland, zeventien miljoen inwoners. Vorig jaar vroegen 18.677 Syriërs hier asiel aan, van in totaal ongeveer 50.000 aanvragen (gezinshereniging en herhaalde aanvragen niet meegerekend). Volgens de UNHCR bedroeg het totaal aantal erkende vluchtelingen in Nederland in december 2014 bijna 83.000. Laat dat nu eens 100.000 zijn. Dat betekent dat ongeveer 0,6 procent van de bevolking, of zes mensen op elke 1.000 inwoners.

Nog wat vergelijkingsmateriaal: het gemiddelde inkomen in Nederland is $52.000, versus $10.000 in Libanon. In Nederland heerst sinds 1945 vrede en de economie zit in de lift. Libanon daarentegen was nauwelijks bekomen van een jarenlange burgeroorlog toen in 2006 een korte oorlog met buurland Israël de relatieve stabiliteit verstoorde. De massale stroom vluchtelingen uit buurland Syrië zet de sektarische spanningen in Libanon verder op scherp. De leefomstandigheden van vluchtelingen zijn abominabel: er is geen werk, onvoldoende onderwijs en €0,60 per dag om van te eten. ‘De politieke en sociaal-economische druk op Libanon kan net een stapje te ver gaan’, zegt VN-gezant Sigrid Kaag. En dan is een humanitaire ramp niet te overzien.

Laatste voorbeeld: volgens de UNHCR komt tien procent van alle Syrische vluchtelingen in aanmerking voor hervestiging, omdat zij in de overbelaste buurlanden niet veilig zijn. In Libanon gaat het dus om ca. 110.000 mensen die er dringend weg moeten. In de hele regio gaat het om 450.000 mensen.

En wat doet Nederland?

Nederland biedt jaarlijks via hervestiging 500 kwetsbare vluchtelingen een toekomst in Nederland.

‘Opvang in de regio is voor Nederland een essentieel element van de integrale aanpak van de migratieproblematiek’, aldus de Rijksoverheid over het bezoek. En dus trekken we de portemonnee: als donor loopt Nederland internationaal voorop en Ploumen deelt vandaag nog eens €68 miljoen uit. Dat is heel mooi, maar bij lange na niet genoeg.

Onze verantwoordelijkheid voor de vluchtelingencrisis kunnen we niet afkopen (een dure grap trouwens, als het Europese plan voor €250.000 boete per vluchteling doorgaat).

Het antwoord op de vluchtelingencrisis moet ook bestaan uit het bieden van veilige en legale routes aan vluchtelingen, zoals hervestiging van de meest kwetsbaren. Mensen als de Syrische Shevan, die als homo en politiek activist in Beiroet, Libanon, niet veilig was en naar Nederland kon komen. Hier is hij vrij.

Vindt Amnesty dat Nederland dan maar honderdduizenden vluchtelingen moet opvangen? Nee – maar de verhoudingen zijn nu zoek. Europa kan en moet meer doen. Nederland kan en moet meer doen. Amnesty roept de EU op om ten minste 300.000 kwetsbare vluchtelingen te hervestigen, zonder voorwaarden. Nederland moet het quotum van 500 flink uitbreiden. Het evenwicht moet hersteld.

Teken de petitie waarin we premier Rutte vragen om kwetsbare vluchtelingen een toekomst te geven.