Arnon Grunberg
© Jitske Schols

Hypocrisie als deugd

Het benoemen van andermans zondes (van werknemers kleineren, via corruptie tot aanranding) is een populair tijdverdrijf. Dat was het vermoedelijk al lang, maar het is zichtbaarder geworden. Sociale media et cetera. Laten we eens een zonde aan nader onderzoek onderwerpen, die van de hypocrisie. 

Zelf geloof ik dat je spreken min of meer in overeenstemming moet zijn met je handelen, maar ik ben ruimhartig. 

Newt Gingrich, in de jaren negentig voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, was een fel tegenstander van Bill Clinton. Hij verweet Clinton vooral diens affaire met Monica Lewinsky. Later bleek Gingrich er zelf affaires op na te houden. Toen hem hypocrisie werd verweten, zei hij dat het hem slechts ging om het feit dat Clinton meineed zou hebben gepleegd. Helemaal geloofwaardig klonk het niet.  

Op geopolitiek niveau gelden andere maatstaven. Nadat Saoedi-Arabië columnist Jamal Khashoggi had laten vermoorden in Turkije, zwoer Joe Biden van dat land, en daarmee van de de facto heerser van dat land, kroonprins Mohammed bin Salman ‘een paria’ te maken. Maar geopolitieke ontwikkelingen (de oorlog in Oekraïne, competitie met China) dwongen Biden de paria weer als een bondgenoot te erkennen. 

In Nederland denken sommigen nog altijd dat onbeschoftheid een deugd is omdat die onbeschoftheid tenminste eerlijk zou zijn

 

Nu is Biden druk bezig om een vredesakkoord tussen Saoedi-Arabië en Israël van de grond te krijgen, ook om China als machtsfactor in het Midden-Oosten wat te ondermijnen.  

Eind mei schreef NRC in een redactioneel commentaar: ‘Niemand kan meer om Mohammed bin Salman heen.’ Nee, om voormalige paria’s kun je soms niet heen.  

Dat realpolitik dubbelzinnig is zal niemand ontkennen, maar op dat niveau is hypocrisie geaccepteerd. Zonder gaat het niet, lijken de meeste mensen te beseffen.  

Ook individuen doen op allerlei manieren aan realpolitik, wat een andere manier is om te zeggen dat iedere deelnemer aan het sociale verkeer in meer of mindere mate hypocriet is. In Nederland denken sommigen nog altijd dat onbeschoftheid een deugd is omdat die onbeschoftheid tenminste eerlijk zou zijn. Ik heb me laten vertellen dat dat met calvinisme te maken heeft. 

De behoefte de ander als hypocriet te ontmaskeren komt veeleer voort, vermoed ik, uit onderdrukt en onbewust schuldgevoel. Men voldoet niet aan de eigen humanistische idealen. Anderen moeten de prijs betalen voor het eigen falen, al was het maar de prijs van de publieke vernedering. 

Er wordt weleens beweerd dat verantwoordelijkheid nemen voor falen een neoliberale uitwas zou zijn. Dat is een tikkeltje grotesk. 

Je kunt accepteren dat er allerlei maatschappelijk onrecht bestaat zonder meteen het hele idee van eigen verantwoordelijkheid, en daarmee vrijheid, bij het grofvuil te zetten. 

Wie bereid is zijn eigen falen onder ogen te zien zal makkelijker toegeven dat ook andere individuen tegenstrijdige wensen en verlangens hebben. Vandaar is de stap niet zo groot naar het besef dat gematigde hypocrisie een deugd is, zonder welke samenleven onmogelijk wordt.  

Lees meer van Arnon Grunberg