Eren Keskin: ‘Vrouwen, lhbti’ers en Koerden blijven strijden’

Wat staat Turkije de komende vijf jaar te wachten nu Erdoğan is herkozen? Eren Keskin, Turkijes bekendste mensenrechtenactivist, vreest dat de rechtsstaat nog verder wordt afgebroken. Rob Vreeken sprak haar in Istanbul. ‘Er lopen 143 strafzaken tegen mij.’

Advocaat Eren Keskin, hier in haar kantoor, verdedigt slachtoffers van mensenrechtenschendingen Advocaat Eren Keskin verdedigt slachtoffers van mensenrechtenschendingen
© Rob Vreeken

Gaat president Recep Tayyip Erdoğan, nu hij is herkozen, de bijl zetten in de vrouwenrechten? Er is enige reden daarvoor te vrezen. Uit de Istanbul Conventie, het Europees verdrag voor het voorkomen en bestraffen van geweld tegen vrouwen, trok Turkije zich twee jaar geleden al terug. Wel was de elf jaar oude wet die de conventie in praktijk moet brengen nog altijd van kracht. Maar islamisten in Erdoğans coalitie willen hier nu ook een eind aan maken, zo lieten ze voor de verkiezingen van mei weten. Loopt deze wet 6284 gevaar? 

‘Zeker’, zegt Eren Keskin, Turkijes bekendste advocaat en mensenrechtenactivist, in haar kleine kantoor nabij het Taksimplein in Istanbul, vol water- en voedselbakjes voor de katten. Toch denkt ze niet dat wet 6284 zal worden afgeschaft. ‘Vrouwen zijn daartegen, óók vrouwen in Erdoğans AK-partij.’ Conservatieve vrouwen, zegt ze, beseffen net als de Turkse feministen dat de wet gaat over iets fundamenteels: de fysieke bestaanszekerheid van vrouwen. 

‘De regering zet lhbti’ers neer als een bedreiging voor het Turkse gezin’

De feministische beweging is veerkrachtig in Turkije. Vrouwen behoren tot de weinige groepen die, in het repressieve klimaat, nog de straat op gaan, net als lhbti’ers en Koerden. Het zijn precies de rechten van deze drie groepen waarvoor Keskin zich altijd heeft ingespannen. ‘We hebben bewegingen in ons land die zich blijven verzetten, hoe groot de druk ook is. Vrouwen, lhbti’ers en Koerden blijven strijden. Dat inspireert ons ook om door te gaan.’ 

Participerende advocatuur 

De 64-jarige Keskin doet aan wat je ‘participerende advocatuur’ zou kunnen noemen. Als jurist staat ze slachtoffers van mensenrechtenschendingen bij, maar daarnaast is ze activist, vicevoorzitter van de Vereniging voor Mensenrechten (IHD), en zelf ook slachtoffer. Na haar eerste gevangenschap, in 1995, werd ze door Amnesty International geadopteerd als gewetensgevangene. 

Meer arrestaties en korte periodes van detentie volgden, vaak vanwege haar werk voor de rechten van de Koerdische minderheid. Diverse malen werd ze gelauwerd, zoals in 2018 door het Nederlandse Helsinki Comité. Dat eerde haar omdat zij zich al drie decennia inzet ‘voor de bescherming van de rechten van minderheden, het tegengaan van geweld tegen vrouwen, het bestrijden van militarisme en het beëindigen van marteling’, aldus het juryrapport. ‘Ze is het doelwit geweest van tal van lastercampagnes, bedreigingen en aanvallen, waaronder moordpogingen. Talloze strafzaken zijn tegen haar geopend.’ 

143 strafzaken 

In 2013 werd Keskin gevraagd om hoofdredacteur te worden van de krant Özgür Gündem, die veel over de Koerdische kwestie schreef en diverse keren werd gesloten – een maand na de couppoging in 2016 voor het laatst. ‘Alleen in naam, ik hoefde er niets voor te doen’, vertelt Keskin. ‘Uit solidariteit stemde ik toe. Vervolgens werden er 143 strafzaken tegen mij geopend. Die varieerden van lidmaatschap van een gewapende organisatie tot het maken van propaganda voor terrorisme. De politie viel mijn huis binnen, ik werd gedetineerd. En nog altijd hangen mij gevangenisstraffen van in totaal zesentwintig jaar en negen maanden boven het hoofd. De zaken lopen nog, tot aan het Hooggerechtshof. Hoelang het gaat duren, ik heb geen idee. Het is een vorm van gijzeling. Ik heb een reisverbod, al zes jaar ben ik het land niet uit geweest.’ 

Wat staat Turkije, nu president Erdoğan is herkozen, de komende vijf jaar te wachten op het gebied van mensenrechten?

‘Ik zit al dertig jaar bij de mensenrechtenbeweging. Voor het eerst heb ik het gevoel dat er geen toekomst is. Niets is zeker. Ik hoop dat de toestand beter wordt, maar ik geloof niet dat dat zal gebeuren. Turkije schendt tegenwoordig niet alleen de internationale mensenrechtenverdragen, maar ook zijn interne rechtssysteem. Het is beangstigend te zien hoezeer de nationale wetten worden geschonden. Eén man neemt alle beslissingen. Alle mensen in het rechtssysteem worden geacht zich te voegen naar zijn wil. Rechters hebben geen enkele ruimte om onafhankelijk te handelen.’ 

Heeft u enig idee wat hen bezielt? Is het angst?

‘Tot vijf of zes jaar geleden konden we als advocaten nog met rechters communiceren over onze zaken. Tegenwoordig is dat uitgesloten. Ze spreken niet meer met advocaten. Ik denk niet dat de rechters gelukkig zijn, want ze kunnen hun werk niet goed doen. Ik denk echt dat ze bang zijn.’ 

De overheid is nu veel agressiever tegen lhbti’ers dan voorheen. Hoe verklaart u dat?

‘De regering legt sinds enige tijd sterk de nadruk op de gezinswaarden. Lhbti’ers worden neergezet als een bedreiging voor het Turkse gezin. Dat is in strijd met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat discriminatie op welke grond dan ook verbiedt. 

‘Ze praten over lhbti’ers in de moskee en gebruiken media voor hun campagne tegen de lhbti-gemeenschap. Je zag het ook tijdens de verkiezingen. “De bescherming van het gezin”, daar ging het voortdurend over in Erdoğans campagne. “Als wij niet langer regeren, zullen je kinderen homo worden”, hielden ze de kiezers voor. Een merkwaardige redenering, maar het maakt heel goed duidelijk: Erdoğan regeert door middel van angst.’

 

Meer over Turkije: