© Jitske Schols

‘Ik zweer dat ik van Assad hou’

Op een nacht ontwaakte ik huilend in Oost-Berlijn, bang en verbaasd. In mijn nachtmerrie had ik een enorme klap op mijn linkerwang gekregen, wat zelfs nog pijn bleef doen toen ik al wakker was. Ik was geschokt tot op het bot, ongecontroleerd snikkend. Mijn man was ook wakker geworden en gaf me een glas water om tot rust te komen. Met de eerste slok kwam de herinnering aan de droom weer boven.

De deuren van de grote gevangenis waren van hout en gigantisch. Het was een vergissing dat ik daar was… Ik bleef het zeggen, maar niemand luisterde. Toen zag ik een bewaker met een grote buik en een borstelige snor. Ik liep huilend naar hem toe en herhaalde bijna mechanisch: ‘Maar ik hou van president Bashar al-Assad’, denkend dat zulke uitspraken mij zouden redden. ‘Ik zweer dat ik van hem hou, dat ik hier ben is een vergissing!’ De bewaker lachte me uit en zei spottend: ‘Maar we zijn hier allemaal door een vergissing.’ Toen sloeg zijn hand, stijf en grof als een stuk hout, tegen mijn wang en werd ik wakker van pijn en geschreeuw.

Hoe meer ik vertelde over mijn nachtmerrie, hoe vaker mijn man zich verontschuldigde. Ik begreep het niet. Geïrriteerd vroeg ik: ‘Waarom verontschuldig je je?’ Wat bleek: hij dacht dat zijn werk, een onderzoek naar de gevangenisstructuren in Syrië, de reden was voor mijn vreselijke nachtmerrie.

‘De angst zal altijd in ons leven, in onze harten, geesten en zielen’

Misschien schrijf ik dit daarom allemaal op – om jou en hem te vertellen dat alle Syriërs onder de vloek van de grote gevangenis blijven. Dat de angst altijd in ons zal leven, in onze harten, geesten en zielen. Ik deed mijn best om weer in slaap te vallen, maar de angst om terug te gaan naar de grote gevangenis hield me tegen. De stank van die plek hing nog steeds in mijn neus.

Alle deuren waren van hout en gingen in beide richtingen open. Ik wist niet waarom ik het gebouw binnenging. Ik duwde de eerste deur open en bevond me op een enorme binnenplaats waar tientallen soldaten een militaire training deden, terwijl anderen bevelen schreeuwden.

Lees ook: Jaber Baker Interview met Linda's man: ‘In de gevangenis voelde ik me vrijer dan daarbuiten’ Interview 3 oktober 2022 Op de een of andere manier was ik onzichtbaar. Ik liep door een verhoor­kamer, waar een gedetineerde zat. Zijn ogen waren gesloten en zijn kleren doordrenkt met bloed. De kamer was verstikkend en stonk naar dood en verval. Ik zocht verwoed naar de uitgang, maar ik kon hem niet vinden… Ik kon hem niet vinden!

Vele uren later, net toen de zon opkwam, slaagde ik er eindelijk in om weer in slaap te vallen. Tegenwoordig slaap ik in Berlijn, een stad op ruim vierduizend kilometer van Syrië, in een land dat mij de basisbehoeften van een vrij en waardig leven heeft gegeven. Maar Assad valt nog steeds aan in mijn dromen, en in die van miljoenen andere Syriërs in de diaspora.

Meer over dit onderwerp