Vooroordelen

Hoe weet ik zeker dat mijn oordelen geen vooroordelen zijn? Dat weet ik zelden zeker. Hoe kan ik mij bevrijden van mijn vooroordelen? Dat kan ik niet.

Deze wetenschap zou tot bescheidenheid moeten leiden. Helaas zijn er nog altijd veel mensen die ontkennen dat hun oordelen veelal vooroordelen zijn‚ wat communicatie moeilijk maakt.

Ook is het belangrijk te waken voor het gevaar van de totale relativering. Als ik mijn eigen oordelen als vooroordelen heb herkend‚ is dan niet alles relatief? Niet alles. Mijn weerzin tegen martelen onttrekt zich volgens mij aan het vooroordeel. Het gedachte-experiment dat een tikkende bom het martelen zou rechtvaardigen‚ is een vals experiment.

Wie beseft vol te zitten met vooroordelen beseft dat je niet kunt ontsnappen aan je eigen bewustzijn‚ en dat bewustzijn is nu eenmaal het resultaat van genen‚ opvoeding en cultuur. Voor de buitenwereld mag ik een blanke man zijn‚ mijn visie op mijn identiteit is stukken gecompliceerder. Mijn verhouding tot mijn eigen mannelijkheid is door en door ironisch en het feit dat ik blank ben speelt nauwelijks een rol. Ik identificeer me niet met de meerderheid‚ allicht komt dat door de geschiedenis van mijn ouders (Duits-Joodse vluchtelingen)‚ maar zelfs die psychologiserende verklaring zou ik met scepsis tegemoet treden.

Ik kan geloven dat ik een empathisch persoon ben‚ maar tegelijkertijd is het goed mogelijk dat tegenover bijvoorbeeld een zwart persoon sporen van onbewust racisme in mij naar boven komen. Wij raken hier aan wat ik maar even de historische schuld noem‚ die niet te verwarren is met de erfzonde. De erfzonde is een tamelijk abstract‚ theologisch begrip‚ terwijl historische schuld uitgaat van concrete maatschappelijke en politieke situaties.

Vermoedelijk hebben bijvoorbeeld de Duitsers een historische schuld ten opzichte van de Joden‚ maar dat is vooral een zaak van de Duitsers onderling. Voor hun geestelijke gezondheid lijkt het mij goed dat zij zich bewust zijn van hun geschiedenis‚ zoals blanke Amerikanen‚ Australiërs en Nederlanders er goed aan doen zich bewust te zijn van hun geschiedenis – zonder dat dat zou moeten leiden tot verheerlijking van het slachtofferschap. De verheerlijking van het lijden is uiteindelijk net zo naïef en gevaarlijk als de ontkenning ervan.

Wij leven in een tijd‚ ik heb dat eerder geschreven‚ waarin iedereen slachtoffer wil zijn. Niets lijkt begeerlijker dan precies die rol‚ de rol van het slachtoffer. Dat ondermijnt elk besef van historische schuld. Want waar iedereen slachtoffer is‚ zijn er geen daders meer.

Alleen al daarom geloof ik niet dat het Westen strijdbaarder en zelfverzekerder zou moeten zijn. Twijfel en zelfkritiek zijn misschien de belangrijkste aspecten van de westerse traditie.

In jezelf de held herkennen is geen kunst‚ in jezelf de barbaar herkennen lijkt me een goede stap in de richting van iets wat heilzaam genoemd kan worden.