Arnon Grunberg
© Jitske Schols

Volgens Grunberg begint het beschermen van de democratie bij het erkennen van de onvolmaaktheid

We weten niet beter of er wordt over democratie gesproken als over een kwetsbaar kasplantje. Het kan het ieder moment begeven. Met de juiste voeding en een beetje zonlicht houden we het ternauwernood in leven.

Logisch dat de overheid zelf ook meent dit kwetsbare kasplantje te moeten beschermen. Zo organiseerde minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren een democratiefestival in Nijmegen. Daar kunnen we lacherig over doen, dat deden veel burgers ook, maar laten we niet vergeten dat nogal wat burgers zich verhouden tot bewindslieden als de leerling op de middelbare school tot de leraar. Men is niet tegen omdat men er andere en betere ideeën op nahoudt, men is tegen omdat men meent dat burgerschap betekent ‘ergens tegen zijn’.

Deze observatie laat onverlet dat je kunt twijfelen of een democratiefestival het juiste middel is om de democratie te versterken. Ook daar gaat het niet om. Het woord ‘democratie’ wordt gebruikt als tovermiddel, waar democratisch gekozen besluiten zijn genomen hoeft men aan de juistheid van het besluit niet meer te twijfelen. Daardoor worden niet alleen inadequate want veel te hoge verwachtingen van de democratie gewekt, maar daardoor worden ook feitelijke tegenstanders van de democratie in staat gesteld zich te vermommen als beschermers van die democratie.

Om democratie te beschermen moet je de wezenlijke onvolmaaktheid van democratie erkennen

Dus wat is democratie? Laten we niet in de valkuil trappen te geloven dat democratie het systeem is waarbij het volk, dat alleen al is een abstractie, besluit of er oorlog gevoerd moet worden, hoe de belastinggelden besteed moeten worden en welk buitenlands staatshoofd bevriend mag worden genoemd. Kortom, het volk is de soeverein, maar dat is tot op zekere hoogte fictie. Zoals het tot op zekere hoogte fictie is dat de koning ons staatshoofd is. Met die fictie moeten we leren leven. Natuurlijk, door middel van verkiezingen kunnen wat correcties worden aangebracht op het beleid, accenten worden verlegd, vooral echter kan de macht worden doorgegeven zonder bloedvergieten. We verwachten in ruil voor het geloof in deze gedeeltelijke fictie dat de vertegenwoordigers, de parlementariërs, bepaalde grenzen niet overschrijden. Democratie vereist ook consensus onder alle deelnemers over het wezen van die democratie.

Het volk wil in grote meerderheid veiligheid, een bepaalde hoeveelheid aan welvaart en voor de rest wil het niet te veel worden lastiggevallen door onze seculiere God, de overheid. Goed burgerschap is niet: na zorgvuldig geïnformeerd te zijn zelf werkelijk meeregeren. Niet alleen is dat weinig realistisch, hoeveel burgers hebben daar tijd voor en zin in, het gaat er ook aan voorbij dat veel dilemma’s zo complex zijn dat ze werkelijke expertise vereisen. Het moet weer gezegd: dat ook experts zich geregeld vergissen, dat sommige experts oplichters bleken te zijn, houdt niet in dat expertise niet meer bestaat.

Democratie beschermen betekent om te beginnen de wezenlijke onvolmaaktheid van die democratie erkennen als een gegeven.