Uhuru Kenyatta en William Ruto

Mag de stem van een jurist in Den Haag zwaarder wegen dan die van het Keniaanse volk? Deze retorische vraag – overgenomen uit de media in Kenia – illustreert de toon van het debat over de berechting dit najaar, door het Internationaal Strafhof in Den Haag van president Uhuru Kenyatta en vicepresident William Ruto.

Zou de zaak niet beter voor een Afrikaans hof kunnen dienen? Of, liever nog, zouden de eerlijk gekozen Keniaanse politici niet eerst hun termijn moeten uitzitten? In de zaak Kenyatta/Ruto strijden politiek en recht om de macht. De zaak is het slagveld geworden van ‘de aanhoudende strijd om de ziel van het internationaal recht’, schrijven Max Du Plessis en Christopher Gevers, Zuid Afrikaanse Strafhof-specialisten.

Felle lobby

De Keniaanse regering zendt tegenstrijdige signalen uit sinds de aanklager in 2010 bekend maakte wie hij zou vervolgen voor het massale verkiezingsgeweld dat eind 2007 uitbrak. Kenyatta en Ruto hebben plechtig beloofd voor de internationale rechters te verschijnen als hun proces later dit jaar begint.

Tegelijkertijd voert de regering een felle lobby tegen het Strafhof. Kenia tartte de internationale gemeenschap al eerder door president Al-Bashir van Sudan te ontvangen tijdens de viering van de nieuwe Grondwet in 2010. Kenia had Al-Bashir moeten aanhouden omdat het Strafhof hem heeft aangeklaagd wegens genocide in Darfur. Het Keniaanse parlement nam nog net niet een motie aan om het lidmaatschap van het Strafhof te beëindigen.

Veiligheidsraad

Ernstiger is de rol die Keniaanse diplomaten spelen bij de internationale lobby tegen het Strafhof. Zo heeft Kenia de VN-Veiligheidsraad gevraagd de zaak tegen Kenyatta en Ruto stop te zetten, terwijl men dondersgoed weet dat de raad alleen in actie komt als de internationale vrede in het geding is.

Van dezelfde symboolpolitiek is het voorstel om de zaak over te dragen aan een nog niet bestaande speciale strafkamer bij het Afrikaanse Hof voor de Rechten van de Mens. Zowel het voorstel als het gebrekkige functioneren van dat hof stemt niet optimistisch over de intenties van de indieners.

Sympathie

De Keniaanse campagne werpt haar vruchten af. Op de vele bijeenkomsten die ngo’s en universiteiten in Nederland over het Strafhof organiseren, merk ik meer dan eens dat er begrip is voor de Keniaanse machtspolitiek.

Maar onze sympathie dient elders te liggen. In Kenia dwongen ngo’s via de rechter af dat er een nationaal arrestatiebevel tegen Al-Bashir wordt uitgevaardigd als deze opnieuw voet op Keniaanse bodem zet. De motie om Kenia’s lidmaatschap van het Strafhof op te zeggen kreeg geen meerderheid in het parlement dankzij het werk van lokale burgerorganisaties. De stem van het Keniaanse volk valt soms gewoon samen met die van een jurist in Den Haag.