Arnon Grunberg
© Jitske Schols

Tolereer het verwerpelijke – column van Arnon Grunberg

Tijdens een discussie in Groningen viel het woord ‘homogeen.’ Er werden, zoals dat gaat tijdens discussies, diverse maatschappelijke problemen aangestipt. Iemand suggereerde vervolgens dat de maatschappij homogener zou moeten worden. Zou dat niet helpen?

Waar gediscussieerd wordt, wordt naar oplossingen gezocht, een analyse zonder oplossingen wordt zelden gewaardeerd. De wereld moet beter worden en dat beter worden is een eindeloos proces. Nooit zullen wereld en mensen goed genoeg zijn. Wat ook geen reden mag zijn het er maar bij te laten zitten. De mens wil van alles, en tot de dingen die hij graag wil behoren verbetering van zichzelf en de wereld. Waarbij de wereld doorgaans moreel verbeterd dient te worden en het individu zelf er op andere manieren op vooruit wenst te gaan, niet in de laatste plaats financieel.

Nu gaat het er nog om verbetering van verslechtering te onderscheiden en te erkennen dat de verbetering van vandaag de verslechtering van morgen kan zijn. Om een alledaags voorbeeld te geven: ooit zal plastic als een verbetering zijn geïnterpreteerd, tegenwoordig wordt plastic veelal als een verslechtering beschouwd. Mijn vriendin heeft me onlangs een metalen rietje gegeven, inclusief borsteltje om het mee te schoon te maken, waardoor ik geen plastic rietjes meer hoef te gebruiken.

Homogeniteit is een gecompliceerder middel dan een metalen rietje om de wereld beter mee te maken.

Nooit zullen wereld en mensen goed genoeg zijn. Wat geen reden is het er maar bij te laten zitten

Waar komt dat verlangen naar homogeniteit vandaan?

Er lijkt behoorlijk wat onwil om de ander werkelijk te verdragen, gezien verkiezingsresultaten en opiniepeilingen gaat het om meer dan indrukken en anekdotisch bewijs. Deze onwil om de ander te verdragen is voornamelijk, maar geen exclusief, extreemrechts fenomeen. De vraag of een gelovige christen zich tegen homoseksualiteit mag uitspreken is in het hedendaagse Nederland niet evident.

Begrijpelijkerwijs denkt men her en der dat homogeniteit een middel is om het weer eens te zijn over de grondslagen. Op zijn minst om overeenstemming te bereiken over de feiten die aan deze werkelijkheid ten grondslag liggen. Want ook daar is heden ten dage nauwelijks overeenstemming over, in elk geval bitter weinig.

Maar afgezien van het feit dat samenlevingen zelden echt homogeen zijn geweest en dat elk streven naar homogeniteit moet neerkomen op vormen van etnische zuivering, lijkt het mij juist van milde vooruitgang getuigen de ander te aanvaarden in zijn radicale anders-zijn. Om een voorbeeld te geven: weinig lezers van dit blad zullen voor de doodstraf zijn, ik ben er ook geen voorstander van, toch meen ik dat wij moeiteloos kunnen samenleven met mensen die wel voor die doodstraf zijn.

In de huidige politieke constellatie is de kans dat de doodstraf weer wordt ingevoerd overigens klein.

Tolerantie voor het verwerpelijke en erkenning van de eigen onmacht, het besef dat de eigen macht uiterst beperkt is. Wie dat kan erkennen heeft geen homogene samenleving meer nodig.