Thomas Lubanga Dyilo

‘Ik heb twee bier gezet op zijn vrijlating.’ Een collega van een internationaal persbureau, in de rij voor de ingang van het Internationale Strafhof in Den Haag, acht woensdagochtend de kans nog groot dat de eerste verdachte van het Strafhof, de Congolese krijgsheer Thomas Lubanga Dyilo, wordt vrijgesproken. Lubanga’s advocaten hebben zoveel twijfel weten te zaaien aan de geloofwaardigheid van getuigende kindsoldaten dat het hof daartoe zal besluiten, vermoedt hij.

Maar rechter Adrian Fulford geeft hem ruim een uur later ongelijk. Het is boven elke twijfel verheven, zegt hij in het vonnis van het hof, dat Lubanga de leider was van de militie UPC, zowel van de politieke als van de gewapende arm. Ook is bewezen dat deze militie in het oosten van de Democratische Republiek Congo kinderen ronselde onder de 15 jaar, zowel ‘vrijwillig als gedwongen’. Sommigen namen deel aan gevechtshandelingen, anderen dienden als lijfwacht van onder anderen Lubanga zelf, vervolgt hij. Lubanga luistert intussen uiterlijk onbewogen toe, gehuld in een lang, hagelwit gewaad – de kleur van de onschuld.

67 getuigen

Uiteindelijk bevestigt de uit drie rechters bestaande kamer van het Strafhof ‘unaniem’ de beschuldigingen tegen Lubanga. Hoofdaanklager Luis Moreno-Ocampo had de aanklacht beperkt gehouden, mede om deze eerste zaak van het Strafhof een grote kans van slagen te geven: Lubanga was ‘slechts’ beschuldigd van de oorlogsmisdaad kindsoldaten te ronselen en te gebruiken. Toch waren er 204 dagen met zittingen nodig, en verklaringen van 67 getuigen – van wie 24 voor de verdediging optraden – om die schuld vast te stellen. En toch was de opluchting zichtbaar op het gezicht van enkele betrokken ‘trialwatchers’, die na afloop van het vonnis hun mening gaven.

Bijna was het proces immers mislukt, memoreerden ze: tijdens de zes jaar dat de rechtszaak duurde, was Lubanga twee keer bijna vrijgelaten, onder meer omdat de aanklagers bepaald bewijs niet ter beschikking wilden stellen aan de verdediging, om de identiteit van bepaalde getuigen te beschermen. ‘Rechters hebben daarnaar verwezen tijdens sommige zittingsdagen’, zegt Carla Ferstman, directeur van Redress, een organisatie voor slachtoffers van marteling. ‘Daardoor wist ik vanmorgen niet wat ik kon verwachten. Het zou echt een ramp zijn geweest als deze eerste zaak van het strafhof zou zijn mislukt.’

Valse getuigenissen

De aanklagers krijgen evengoed een ferme tik op de vingers. Bij het interviewen van getuigen in Congo heeft de aanklager op een ontoelaatbare wijze gebruik gemaakt van tussenpersonen, aldus het vonnis. Een ‘reeks getuigen’ legde verklaringen af die niet ‘vertrouwd kunnen worden’ als gevolg van ‘de zonder toezicht uitgevoerde’ activiteiten van drie van deze tussenpersonen. Zij waren in de gelegenheid getuigen ‘over te halen’ of ‘aan te moedigen’ om ‘valse getuigenissen af te leggen’. ‘Dat de aanklager nalatig is geweest het ingediende bewijs van tevoren in voldoende mate te onderzoeken en screenen,’ maant de rechter, ‘heeft tot grote uitgaven geleid van het hof.’

Hoe belangrijk deze juridische noten ook zijn voor de werkwijze van de aanklager, zij vallen weg bij de betekenis van de eerste uitspraak van het hof. Dat de inzet van kindsoldaten een oorlogsmisdaad is, is krachtig bevestigd. Dat geldt ook voor kindsoldaten die ver van het front worden ingezet, als lijfwacht of huishoudelijke hulp, stelt het vonnis expliciet: ook zij zijn potentiële doelwitten in de strijd.

Sierra Leone Tribunaal

Van belang is ook dat het hof bewezen acht dat Lubanga’s mannen op grote schaal meisjes en vrouwen hebben verkracht. Hoewel dit geen deel uitmaakt van de aanklacht, kunnen de rechters het wel laten meewegen bij de strafmaat, die nog moet worden vastgesteld. De hoogte daarvan, is voer voor speculatie. Maar het zou niet vreemd zijn als het hof zich laat leiden door de vonnissen van het Sierra Leone Tribunaal, gezien de overeenkomst tussen de wandaden begaan in Congo en die in Sierra Leone. Veroordeelde ex-strijders in Sierra Leone kregen 15 tot 50 jaar cel, zij het meestal voor meerdere oorlogsmisdaden.

Het vonnis is voorts belangrijk voor de slachtoffers. ‘Ik ben zo blij, zo gelukkig, voor die duizenden voormalige kindsoldaten die ik heb bijgestaan bij de demobilisatie’, zegt Bukeni Waruzi van de Congolese organisatie Witness. ‘Dit is de dag waarop de kindsoldaten zien dat er geen straffeloosheid bestaat voor wat hen is aangedaan’,
zegt ook de Britse actrice Angelina Jolie, die enigszins onopvallend op de publieke tribune zat, na het vonnis tegen een tv-team.

‘Ik wil niet naar Den Haag’

Maar bovenal is duidelijk geworden dat het hof niet alleen tanden heeft, maar ook kan bijten. ‘Het Strafhof in Den Haag is het enige waar de krijgsheren bang voor zijn die op dit moment huishouden in Congo’, zegt onderzoeker Anneke van Woudenburg van Human Rights Watch, die vaker wel dan niet in Congo is, maar ‘erbij wilde zijn’ als het Strafhof zijn eerste vonnis zou vellen. ‘Toen ik een beruchte kolonel vertelde dat wat hij en zijn mannen deden in feite oorlogsmisdaden zijn, zoals Lubanga ten laste was gelegd, kromp hij ineen en zei hij ‘Ik wil niet naar Den Haag’.”

Toch maken allerlei milities in Congo zich tot op vandaag schuldig aan dezelfde wandaden die Lubangas militie pleegde. Ook Bosco Ntganda, ooit de rechterhand van Lubanga, loopt nog vrij rond, ondanks een arrestatiebevel van het Strafhof. Van Woudenberg: ‘Ntganda woont in Goma, speelt er geregeld tennis en eet er openlijk in de chique restaurants. Ruim twee weken geleden heb ik nog drie uur met hem gepraat. Uiteraard ontkent hij zijn wandaden, maar hij is niet bereid vrijwillig verantwoording te komen afleggen. Dat hij ongemoeid wordt gelaten, is een schande voor Congo en een schande voor de internationale justitie.’
Hoe belangrijk het vonnis-Lubango ook is, het is duidelijk dat de afschrikwekkende werking van het Strafhof ook weer niet moet worden overschat.