Rare streken – column van Eduard Nazarski

Bevrijdingsdag 2017 wordt geopend door de Nederlandse acteur Nasrdin Dchar. In zijn show DAD zegt hij niet te willen dat zijn kinderen opgroeien in een land waar hij zich zorgen moet maken over hoe er naar hen wordt gekeken. Hij somt daarin wel twintig negatieve benamingen op die hij nu en dan krijgt. Van uitkeringstrekker en banendief tot testosteronbom en loverboy. Toch heeft Dchar besloten dat de wieg van zijn kinderen in Nederland moest staan. Hij gaat strijden voor een betere toekomst‚ concludeert hij in DAD.

‘Ik ben absoluut dankbaar’‚ zegt Dchar tegen een NRC-journalist. ‘Maar waarom zou ik dankbaarder moeten zijn dan jij? Mijn hele leven al doe ik extra mijn best‚ alsof ik steeds moet bewijzen: er zijn ook goeie! Men blijft zich maar focussen op die kleine groep die het voor de rest verpest. En mij vragen of ik daar afstand van neem.’

Dchar spreekt in interviews geregeld over diversiteit‚ daar zal hij het ook op 5 mei over hebben. Diversiteit leidt tot rare streken. Dat leerde ik van de socioloog Norbert Elias‚ bij wie ik in mijn studietijd enkele colleges volgde. In zijn boek De gevestigden en de buitenstaanders‚ uit 1965‚ beschrijft Elias hoe in een Britse stadswijk de gevestigden reageren op de komst van nieuwkomers. Zij voelen zich onzeker en bedreigd‚ en sluiten als reactie de rijen. De onderlinge verschillen worden overboord gezet en er wordt eenheid uitgedragen. Eenheid in traditie en in waarden‚ die bedreigd worden door de nieuwkomers.

We zijn verbonden en niet gescheiden. Vrijheid‚ gelijkheid en rechtvaardigheid zijn van ons allemaal

Frappant is de gelijkenis met de wijze waarop er over de Nederlandse identiteit wordt gesproken. ‘Nederland’ staat voor de gelijkheid van man en vrouw‚ voor homoacceptatie en beschaafde omgangsvormen. We schrijven die verworvenheden toe aan de gevestigden en vergeten gemakshalve hoe nieuw en ook vaak hoe wankel ze zijn. Net zo gemakkelijk is het nieuwkomers te associëren met aanslagen of criminaliteit‚ ook al wonen ze al decennia onder ons.

‘De toekomst van onze kinderen is wat ons allemaal bindt’‚ zegt Dchar. Wat een prachtig antwoord is dat op degenen die onze toekomst willen claimen voor alleen de gevestigden.

Op de bevrijdingsfestivals vraagt Amnesty mensen om zich te laten fotograferen voor een doek met een verkorte tekst van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens‚ onder de titel: ‘Ik sta voor mensenrechten’. Die universele verklaring is onze toekomst. Want daarin hebben we‚ bijna zeventig jaar geleden‚ vastgelegd dat we verbonden en niet gescheiden willen zijn. Vrijheid‚ gelijkheid en rechtvaardigheid zijn van ons allemaal.

Wordt Vervolgd, mei 2017