Radovan Karadzic

We zijn pas halverwege het proces tegen Radovan Karadzic maar nu al hebben de rechters de verdachte vrijgesproken van de zogenaamde ‘brede’ genocide-aanklacht. Daarin houden de aanklagers van het Joegoslavië-tribunaal de verdachte verantwoordelijk voor de vervolging, deportatie en moord op Moslims en Bosnische Kroaten in verschillende delen van Bosnië tussen 1991 en 1995. Deze aanklacht staat los van de genocide in Srebrenica in juli 1995. Die staat nog overeind, evenals de negen aanklachten aangaande misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven gepleegd in de rest van Bosnië.

De rechters overwogen dat er weliswaar sprake was van een groot lijden van de niet-Servische bevolking in Bosnië maar vonden geen bewijs voor het feit dat Karadzic van plan zou zijn geweest om de verjaagde bevolking als geheel (of een deel daarvan) ook daadwerkelijk te vernietigen.

Met deze beslissing is de kans nog uitermate klein dat de etnische zuiveringen die tussen 1991 en 1995 in Bosnië plaatsvonden door een rechter zullen worden aangemerkt als genocide. De vraag is of dit erg is. Judith Armatta, schrijfster van het in 2010 verschenen indrukwekkende verslag van het mega-proces tegen Slobodan Milosevic, vindt van wel. Zij stelt dat als er niemand wordt veroordeeld voor de Bosnische genocide er sprake zal zijn van een ‘distorted historical record , causing a grave injustice of victims’. Het – nooit afgeronde – proces tegen Milosevic heeft volgens haar aangetoond dat de massamoord in Srebrenica géén eenmalige gebeurtenis was, maar onderdeel van een grootscheepse en gezamenlijke campagne van Serviërs en Bosnische Serviërs om de niet Servische bevolking voorgoed te verjagen uit Bosnië. Moord op bijna 100.000 mensen, marteling en detentie van tienduizenden en deportatie van honderdduizenden waren de middelen daartoe.

Genocide blijkt een misdaad zonder daders, schrijft Armatta. De Servische president Milosevic stierf voordat zijn proces was afgerond. Ook de politieke top van de Servische Bosniërs ontsprong de dans: oud president van de Servische Republiek Biljana Plavsic bekende schuld voor de vervolging van Moslims waarna de aanklagers van het tribunaal de genocide aanklacht lieten vallen. Haar collega Momcilo Krajisnik, voorzitter van het Bosnisch-Servische parlement, werd vrijgesproken van genocide in Bosnië. De laatste die nu nog wordt vervolgd voor de ‘brede’ genocide in Bosnië is de militair Ratko Mladic. Maar met de recente beslissing is de kans dat de ‘brede’ aanklacht het eind van zijn proces haalt uitermate klein.

In oktober begint Karadzic met de verdediging van zijn zaak, die ook zonder de ‘brede’ genocide-aanklacht geen makkelijke opgave zal zijn.

Judith Armatta: Twilight of impunity, the war crimes trial of Slobodan Milosevic, Duke 2010