Radovan Karadžić

Voor de slotpleidooien in de zaak tegen Radovan Karadžić begin oktober is verbluffend weinig belangstelling. De publieke tribune van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag is halfvol. Een journalist die al jaren internationale strafzaken verslaat, klaagt dat er geen interesse meer is. Gek, want dit is hét moment om te horen wat de essentie was van dit vier jaar durende megaproces tegen één van de belangrijkste actoren in de Bosnische oorlog.

De aanklager en de verdachte hebben allebei tien uur om hun visie te geven. Welk bewijs ligt er op tafel? En wat is er over van de belofte die Karadžić aan het begin van zijn proces deed dat hij zou aantonen dat de Bosnische geschiedenis heel anders is dan uit alle voorgaande zaken van het tribunaal naar voren komt?

Genocide

Na twintig uur slotpleidooien is mijn belangrijkste constatering dat deze zaak bevestigt hoe belangrijk de aanklacht wegens genocide is voor de aanklagers en hoe problematisch het is om hier bewijzen te leveren. De andere – ook niet malse – aanklachten (misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven) staan in de schaduw van de ‘moeder aller misdrijven’.

Ook werd duidelijk hoe waar het veel geciteerde Engelse gezegde ‘a man who is his own lawyer has a fool for a client’ is. Verder bewijst deze zaak eens te meer dat ‘recht’ en ‘geschiedenis’ niet met dezelfde pen kunnen worden geschreven.

De baas

Voor aanklager Alan Tieger was de nationalist Karadžić politiek en militair de baas van de Bosnische Serviërs en daarom verantwoordelijk voor de vervolgingen en massamoorden in Bosnië, die in hun naam werden gepleegd. Voor de verdediging is een dergelijke redenering de essentie van het probleem. Karadžić’ verantwoordelijkheid voor de daden van zijn ‘onderdanen’ betekent nog niet dat ‘dokter K’, zoals zijn adviseurs hem bijna liefdevol noemen, de ‘intentie’ had de moslims te vernietigen – een vereiste om van genocide te kunnen spreken. Direct bewijs dat hij zulke bedoelingen had ontbreekt. Er is volgens de verdediging geen smoking gun.

Politicus versus jurist

Hoewel Karadžić vierenhalf jaar redelijk heeft gepresteerd in de rol van advocaat in zijn eigen strafproces, won in deze eindfase de politicus het van de ‘jurist’. Karadžić improviseerde uit de losse pols op zijn vertrouwde thema’s. Hij vergeleek zich met de onschuldige Joodse Fransman  Alfred Dreyfus, hij was tegen wil en dank een oorlog in gesleept terwijl juist híj er alles aan had gedaan om het bloedvergieten te voorkomen. In zijn warrige en onnavolgbare betoog verloor hij het juridisch instrumentarium geheel uit het oog. A fool for a client.

De bekende historicus Robert Donia heeft zijn deze maand verschenen boek over Karadžić de ondertitel meegegeven Architect of the Bosnian Genocide. Dat mag goed zijn voor de verkoop, maar of de rechters vinden dat dit de lading dekt, weten we werkelijk pas als zij in oktober volgend jaar hun vonnis wijzen.