Poepje

De Amerikaans-Britse invasie in Irak begon in maart 2003. Anderhalf jaar later‚ in oktober 2004‚ fluisterde een adviseur van de regering-Bush New York Times Magazine een geheimpje in: ‘jullie’ (gewone mensen) functioneren in wat ‘wij’ (politieke leiders) de ‘op realiteit gefundeerde gemeenschap’ noemen‚ zei hij.

Hij definieerde die gemeenschap als ‘mensen die geloven dat je antwoorden kunt vinden door de realiteit te onderzoeken’.

‘Maar zo werkt de wereld niet meer’‚ ging hij verder. ‘Wij zijn een imperium. Wij creëren onze eigen realiteit. En terwijl jullie die onder de loep nemen‚ creëren wij alweer een nieuwe realiteit‚ die jullie dan ook weer gaan bestuderen. Wij maken geschiedenis‚ en jullie beschouwen die.’

In de eerste helft van 2010 liet de ‘op realiteit gefundeerde gemeenschap’ het imperium een poepje ruiken. De Amerikaanse Soldaat Eerste Klasse Bradley Manning lekte 700 duizend geheime documenten naar WikiLeaks‚ over misdragingen van Amerikaanse en Britse militairen in Irak en Afghanistan‚ geallieerde moordcommando’s‚ veel meer burgerslachtoffers dan leiders tot dan toe hadden toegegeven‚ en martelingen op Guantánamo Bay.

Heel even leek het alsof het imperium voor het eerst sinds de val van de Muur wankelde. Technologie bleek het voor het volk mogelijk te maken om bedrog en machtsmisbruik van zijn leiders te ontmaskeren‚ en WikiLeaks-oprichter Julian Assange werd voorgedragen voor de Nobelprijs.

Maar the empire struck back. In een handomdraai zetten ze een nieuwe realiteit in de steigers. Eind juli 2010 waarschuwde Major General Campbell‚ een Amerikaanse commandant in Afghanistan‚ dat ‘elk lek van geheim materiaal potentieel gevaarlijk is voor de militairen die hier werken’.

Prompt wilden de internationale media bloed aan hun handen – en enorme problemen met het imperium – voorkomen door alleen nog ongevaarlijke WikiLeaks-geheimen te publiceren.

Deze zomer zijn we vier jaar verder. WikiLeaks lijkt knockout in de touwen te hangen. De WikiLeaks-documenten liggen in archieven op krantenredacties op beschouwing te wachten‚ en Bradley Manning kreeg voor het lekken 35 jaar gevangenisstraf. Hij wijdt zich achter de tralies fulltime aan zijn transitie tot vrouw.

Julian Assange zit sinds juni 2012 ook opgesloten – in de ambassade van Ecuador‚ naast het warenhuis Harrods in hartje Londen. Hij houdt zichzelf fysiek overeind met behulp van een loopband en een daglichtlamp. In zijn geestelijke gezondheid gelooft zowat niemand meer. Over Assange wordt bijna alleen nog geschreven als was hij de dorpsgek van de ‘op realiteit gefundeerde gemeenschap’. Er verschijnt geen publicatie waarin zijn veronderstelde syndroom van Asperger niet ter sprake komt (kijk‚ ook hier staat het weer!).

New York Times Magazine deed uit de doeken dat toen WikiLeaks en de krant nog samen streden voor openheid en democratie‚ Assange meurde alsof hij dagen niet douchte en rondsjokte in vodden. De London Review of Books onthulde onlangs nog dat de grote WikiLeaks-leider zijn aardappels en jam pudding met zijn handen eet en daarna zijn bord aflikt. Op de stoep van de Ecuadoriaanse ambassade staan permanent politieagenten die orders hebben hem te arresteren zodra hij voet buiten de ambassade zet.

Toch is Assange bezorgder over óns lot dan over het zijne. In een recent interview met een Britse krant zei hij: ‘Terwijl ik hier opgesloten zit‚ ontwikkelt het zich bij jullie‚ buiten‚ ook tot een soort gevangenis. Het zou toch erg zijn‚ als ik hier eindelijk uitkom‚ dat ik dan tot de conclusie kom dat het binnen beter was dan buiten… Hierbinnen stort de boel tenminste niet in elkaar‚ zoals momenteel in veel landen.’ Hij besloot met wat klonk als een waarschuwing: ‘Ik heb hier niks anders te doen dan werken‚ dus het is een beetje contraproductief om me in deze val te houden.’

Als u van de zomer toevallig in de buurt van Harrods bent en u denkt wat ruik ik toch‚ dan is het dus misschien wel weer een poepje van Assange.