Eduard Nazarski
© Amnesty International / Karen Veldkamp

Nederland

Eerder dit jaar kwam er voor Nederland goed nieuws uit Madrid. Een nieuwe organisatie‚ de Wereldindex van Morele Vrijheid‚ publiceerde een meting ‘vrijheid en zelfbeschikking’ per land.

Op die ranglijst staat Nederland bovenaan. Zo verwonderlijk is dat niet. Want wij waren het land waar als eerste het homohuwelijk en buitenlandse adoptie door homoparen mogelijk werd; waar het drugsbeleid voor gebruikers eerder ondersteunend dan bestraffend is; waar abortus de keuze is van de vrouw en waar de vrijheid bestaat om zo ongeveer elke mening te uiten.

De ‘morele index’ uit Madrid stemt overeen met andere internationale metingen. Het Amerikaanse Freedom House constateert in Nederland de ‘hoogste graad van vrijheid’. Verslaggevers zonder Grenzen zet ons tweede op de wereldranglijst van persvrijheid. De democratie-index van het Britse tijdschrift The Economist zette ons afgelopen jaar op plaats tien‚ en in het decennium ervoor gemiddeld op plaats drie.

Gezien die beoordelingen kunt u op vakantie gaan met het geruste gevoel dat u straks naar de best denkbare rechtsstaat kunt terugkeren. Alleen‚ in werkelijkheid zijn veel mensen daar niet zo gerust op. En ze zijn nog minder gerust als ze na lange tijd Nederland terugzien‚ of als ze hier als vreemdeling arriveren.

Want de sfeer is de laatste jaren echt wel veranderd. Het VN-comité voor de uitbanning van racisme heeft zich kritisch over Nederland uitgelaten: nationale overheid en gemeenten pakken racisme te weinig aan. Meldingen van mensen die zich bedreigd voelen als homo of Marokkaan of Jood vertonen een stijgende lijn. Een aantal parlementariërs ziet moslims liever vertrekken‚ en zeker niet binnenkomen.

Nederland heeft nog altijd een repressief beleid van vreemdelingendetentie. Hoe stelselmatig etnische profilering is bij de politie is punt van discussie‚ maar zeker is die méér dan incidenteel. En in de Tijdelijke wet terrorismebestrijding‚ nu ter behandeling bij de Eerste Kamer‚ is niet slechts een misdrijf maar zelfs het vermoeden van een voornemen grond voor opsluiting.

Minderheden en vreemdelingen zijn de lakmoesproef van de rechtsstaat. Wat extra maatschappelijke stress oplevert is de toenemende ongelijkheid‚ zoals die in Nederland blijkt uit statistieken. Wie zwaar leed onder de crisis‚ profiteerde daarna lang niet altijd van het economisch herstel. Er is nogal wat opgekropte boosheid in Nederland. En de rechtsstaat‚ die is nooit af. Ze behoeft constant onderhoud.

Maar de tendens gaat nu de andere kant op. Politici nemen steeds makkelijker de stem van de boosheid over‚ met een verhaal over te veel vreemdelingen‚ te veel overlast‚ te weinig straffen. Dergelijke uitspraken‚ zo ongefundeerd als ze vaak zijn‚ zijn niet noodzakelijk een inbreuk op de wet. Maar hoe meer boos sentiment‚ hoe meer de rechtsstaat om verdediging vraagt.