Ondervraging van Irakese Verdachte
© Rita Leistner/Redux/Hollandse Hoogte

Militairen als sinistere DJ’s

Waar de oorlog tegen het terrorisme heerst, klinkt muziek. Oorverdovend en gekmakend. Containers dienen als discotheekhel of snoeiharde muziek vult de cellen van gevangenen. Muziekgebruik laat geen fysieke sporen na en is niet strafbaar, maar marteling is het wel degelijk.

‘Ze lieten voortdurend Meatloaf en Aerosmith horen, ik haatte het. Ook All Eyes On Me van Tupac, de hele dag, de hele nacht.’ Met een koptelefoon vastgeplakt op zijn hoofd en de handen vastgebonden dreunt 24 uur per dag, maandenlang, oorverdovende rock en rap in de oren van Binyam Mohamed. Slapen en bidden zijn vrijwel onmogelijk. Mohamed, een Ethiopiër die zeven jaar in Groot-Brittannië woont, is dan in Marokko. Overgebracht vanuit Pakistan waar de Amerikanen hem in april 2002 oppakken, verdacht van medeplichtigheid aan een verijdelde nucleaire bomaanslag op New York.

‘We gaan je hersens veranderen’, meldt Mohameds ondervrager. Na nog eens acht maanden Afghanistan belandt Mohamed in Guantánamo Bay, door langdurige martelingen fysiek en mentaal zwaar gehavend. Sinds mei 2005 is hij cliënt van mensenrechtenadvocaat Clive Stafford Smith, die zijn verhaal gedetailleerd optekende en actie wil voeren tegen het feit dat muziek in Amerikaanse detentiecentra vogelvrij is.

Britney Spears

Regelmatig stoomt ook in Guantánamo snoeiharde muziek gevangenen klaar voor ondervraging, vaak in combinatie met fel stroboscopisch licht. Er zijn talrijke getuigenissen van (ex-)gevangenen en betrokkenen die via mensenrechtenorganisaties, advocaten en journalisten naar buiten komen. Eminem is populair, evenals Rage Against The Machine, Metallica, Britney Spears, Limp Bizkit en Bruce Springsteen (het nummer Born in the USA). In oktober 2004 verhalen mensen die in Camp Delta werkten in The New York Times over de verhoorprocedures. Gevangenen, in hun onderbroek, handen en voeten vastgebonden aan een bout in de vloer, krijgen uit twee luidsprekers dicht bij hun oren tot veertien uur achter elkaar extreem luide rock en rap te horen.

It fried them’, vertelt de een. ‘Ze waggelden. Als ze terugkwamen in hun cel waren ze complete van de wereld’, meldt een ander. FBI-functionarissen die aanwezig waren bij de verhoren bevestigen deze praktijken aan de Washington Post. Ook de Tipton Three kunnen erover meepraten. Deze drie Britse moslims werden opgepakt in Afghanistan en in januari 2002 naar Guantánamo overgebracht. Twee jaar later kwamen ze vrij, nadat de Britse veiligheidsdienst MI5 het onwaarschijnlijke bewijsmateriaal doorprikte. Filmmaker Michael Winterbottom verbeeldde het verhaal van de drie jongens in zijn film The Road to Guantánamo (2006). De scène waarin een van hen, vastgeketend aan de vloer in een isolatiecel, urenlang genadeloos harde death metal over zich krijgt uitgestort, is exemplarisch.

In westerse weblogs barstten al snel de grappen los, met opmerkingen als ‘na vijf minuten Britney Spears zou ik ook alles vertellen

Naast rock, pop en rap blijken zelfs kinderliedjes uitstekend bruikbaar. Newsweek-journalist Adam Piore bericht in 2003 dat het Amerikaanse leger de wil van Irakese gevangenen breekt met Enter Sandman van Metallica en I Love You van Barney, de geliefde paarse dinosaurus uit het gelijknamige populaire Amerikaanse kinderprogramma. I love you, you love me / We’re a happy family / With a great big hug and a kiss from me to you / Won’t you say you love me too. Snel na de publicatie barstten de grappen en grollen in westerse weblogs los, in de trant van de ‘ondervragings top-10’ tot opmerkingen als ‘na vijf minuten Britney Spears zou ik ook alles vertellen’.

Oogverblindend licht

Maar de werkelijkheid is grimmig. Piore versloeg het Amerikaanse reilen en zeilen van de Psychologic Operations (PsyOps) unit bij het Iraakse stadje al-Qa’im. Op een nacht wijst sergeant Mark Hadsell van PsyOps hem op een terrein achter een voormalig treinstation dat bij het leger in gebruik is als opslagterrein voor oude scheepscontainers. Uit één van de containers galmt Metallica’s Enter Sandman hard naar buiten. Een Amerikaanse militair flasht oogverblindend licht de container in. Het is duidelijk dat in de container één of meer Irakese gevangenen zitten. Sergeant Hadsell: ‘Deze mensen hebben nog nooit heavy metal gehoord. Ze kunnen er niet tegen. Als je het 24 uur speelt, dan begeven je hersens en je lichaam het, je denkvermogen neemt af en je wil is gebroken. Dan komen wij binnen om met ze te praten.’

Gebruik van honden

Muziekgebruik is nauwelijks in formele militaire instructies terug te vinden. Uitzondering is de instructie van de commandant van het Amerikaanse leger in Irak, Ricardo Sanchez. Reprieve, een Britse mensenrechtenorganisatie waarvan advocaat Stafford Smith directeur is, meldt in een memo uit april 2007 dat de Guantánamo-top de militaire top in Irak adviseerde ondervragingstechnieken uit Guantánamo over te nemen. Sanchez signeert in september 2003 een memorandum ‘…dat elementen bevatte van geautoriseerd Guantánamo- en SOF-beleid (Special Operations Forces, N.J.). Dit omvatte het gebruik van honden, stress positions, zintuiglijke onthouding, schreeuwen, harde muziek, lichtbeheer en slaapmanagement als ondervragingstactieken.’

De vele getuigenissen van ex-gevangenen en betrokkenen uit Irak, Guantánamo, Afghanistan, Thailand en de zogeheten proxy prisons in Egypte, Syrië, Marokko en Jordanië tonen een systematische inzet van muziek als vrijwel onzichtbaar martelinstrument aan.

Overstimuleren

Plezierige bijkomstigheid van het overstimuleren van het gehoor door muziek is dat het hooguit een paar striemen op de polsen achterlaat. De handen moeten immers gebonden zijn om de oren niet te kunnen bedekken. De fysieke bewijslast achteraf is miniem, de effecten van de marteling desastreus. Suzanne Cusick van de muziekfaculteit van de universiteit van New York publiceerde in 2006 een onderzoek over muziek als oorlogswapen en martelinstrument in de Transcultural Music Review. Ze concludeert dat ‘deze moderne vorm van marteling veel effectiever is gebleken dan slaan of uithongeren, psychologische desintegratie blijkt eerder een kwestie van dagen dan van weken of maanden.’

Met ‘modern’ doelt ze op wat nu te boek staat als torture lite, stress and duress tacticts of no-touch torture. Torture lite omvat alle vormen van mentale marteling die de zintuigen desoriënteren en iemands persoonlijkheid breken. Een beproefde methode van Israëli’s op Palestijnen, van Britten op IRA-leden en van de CIA op Vietnamezen. Ook Nederlandse MIVD’ers zouden zich in 2004 in Irak schuldig hebben gemaakt aan torture lite, volgens berichtgeving van de Volkskrant in November 2006. Ze zouden gevangen Irakezen slaap onthouden door ze nat te spuiten en bloot te stellen aan white noise, hard elektronisch geluid. Harde muziek zou onderdeel zijn van de ondervragingstechnieken. Voormalig Defensieminister Kamp stelde twee commissies in om dit te onderzoeken. De Commissie Van der Berg concludeerde in haar eindrapport van 18 juni 2007 dat ‘de vastgestelde feiten geen marteling inhouden’.

In Afghanistan werden akoestische precisiebombardementen van Fleetwoord Mac op de Taliban afgevuurd

Torture lite bevindt zich in Amerika in een juridisch niemandsland. Er is het memo uit april 2003 van Donald Rumsfeld, voormalig Amerikaans minister van Defensie, waarmee ‘het veranderen van de omgeving van de gevangene om een gematigd ongemak te creëren’ is toegestaan. Een eerdere versie van dit memo autoriseerde zestien van de negentien ‘hardere verhoormethoden’ voor een aantal gevangenen in Guantánamo. Dat gebeurde op aandringen van de Guantánamo-leiding, die met Mohammed al-Qaetani de twintigste kaper van 9/11 in handen dacht te hebben. Bij Al-Qaetani dreunde Christina Aguilera in zijn oren als hij in slaap dreigde te vallen.

Smalle definitie

Dan is er nog de Military Commissions Act, de terrorismewet die president Bush in oktober 2006 ondertekende. Deze wet moet duidelijk maken waar de grenzen liggen. Martelmethoden die ‘langdurig lijden’veroorzaken zijn niet toegestaan, met een verwijzing naar artikel 3 van de Geneefse Conventie. Martelen mocht ook al niet volgens het Verdrag tegen Marteling, dat de Verenigde Staten in 1994 ratificeerde. President Bush verzekert de wereld dan ook regelmatig dat Amerikanen het echt niet doen. Al is een aantal betrokkenen bij de excessen in Abu Ghraib bestraft, de ruime interpretatiemogelijkheden van de terrorismewet en de gehanteerde smalle definitie van marteling maken duidelijk dat de praktijk nog altijd veel kanten op kan. Voor ondervragers een kwestie van interpreteren naar eigen inzicht.

Born In The USA schalde onverbiddelijk hard uit luidsprekers gericht op de Vaticaanse ambassade, waar Noriega zijn toevlucht had gezocht

Muziek als instrument voor torture lite doet vooral opgeld sinds 9/11. Het ligt in het verlengde van de inzet van muziek als oorlogswapen. Amerikanen gebruikten muziek tijdens operatie Just Cause, de invasie in Panama in December 1989. We’re Not Gonna Take It van Twisted Sister en Springsteens Born In The USA schalden onverbiddelijk hard uit luidsprekers gericht op de Vaticaanse ambassade, waar Noriega zijn toevlucht had gezocht. Muziek moest hem de ambassade uit treiteren. Engels verstond Noriega niet, de tekst van We’re Not Gonna Take It was dan ook niet aan hem besteed. ‘Een verfrissend staaltje Amerikaanse humor’, schijnt Witte Huis-woordvoerder Marlin Fitzwater te hebben gezegd, gevraagd naar de muziekkeus. Diezelfde humor maakte dat These Boots Are Made for Walking van Nancy Sinatra vier jaar later werd gericht op David Karesh en zijn volgelingen in Waco. In Afghanistan werden akoestische precisiebombardementen van Fleetwood Mac op Talibanstrijders afgevuurd. Bij de intocht in Falluja in april 2004 galmden onder andere AC/DC (Hell’s Bells) en Jimi Hendrix van de Amerikaanse tanks om soennitische strijders te provoceren.

Superieur

Waarom gebruiken Amerikaanse militairen muziek en niet alleen white noise? Culturele opvattingen spelen daarbij vrijwel zeker een rol. Amerikaanse muziek vertegenwoordigt Amerikaanse macht. In een oorlog waarbij westerse normen en waarden superieur worden geacht, doen cultuuruitingen als muziek uitstekend dienst. Met het instampen van westerse muziek spotten ondervragers met de cultuur van ondervraagden. Beeldvorming over Arabische culturen speelt evengoed mee. Seymour Hersch meldt in The New Yorker in mei 2004 dat neoconservatieven The Arab Mind van cultureel antropoloog Raphael Patai als bijbel voor Arabisch gedrag beschouwen. Waarop een journalist van The Guardian ontdekt dat het boek ook als handboek fungeert bij militaire opleidingen. Volgens hem is The Arab Mind stuitend in zijn generaliseringen en simplificaties. Arabieren, van Marokko tot Iran, worden afgeschilderd als uiterst lui, gewelddadig, antiwesters en geobsedeerd door seks. Ze verstaan alleen de taal van geweld en vernederende seks en háten alles wat westers is, dus ook Amerikaanse muziek.

Wie als militair naar Irak vertrekt met het beeld uit The Arab Mind voor ogen, denkt dan wellicht ook te weten dat het inpeperen van westerse cultuur vernederend werkt. Norvell de Atkine, directeur Midden-Oostenstudies van het befaamde JFK Special Warfare Center en de militaire school in Fort Bragg, schreef het voorwoord voor de heruitgaven van 2002 en 2007. Hij vindt het essential reading en meldt dat het honderden militaire teams in het Midden-Oosten heeft geïnstrueerd.

Uit het boek spreekt de eendimensionale opvatting van ‘de vijand’ die diep is verankerd in de Amerikaanse media, zoals hoogleraar massacommunicatie Jack Shaheen aantoonde in zijn boek en gelijknamige documentaire Reel Bad Arabs. Shaheen vertelde aan NRC Handelsblad (10 mei 2007): ‘Films als deze (Rules of Engagement, 2000) leren ons dat je voor Arabieren geen empathie hoeft te hebben, omdat ze geen mensen zijn. Film na film, tv-serie na tv-serie, krijg je dit ingeprent. In mijn ogen loopt er een lijn van dit soort films naar beelden als die uit Guantánamo Bay.’

Bruce op de bres

‘Het is een andere manier om het Amerikaanse leger verantwoordelijk te stellen voor haar daden. Slachtoffers kunnen niet vervolgen, musici wel.’ Dit stelt de Brits/Amerikaanse mensenrechtenadvocaat Clive Stafford Smith, gevraagd naar zijn acties om het Amerikaanse leger te dwingen auteursrechten te betalen voor muziekgebruik in detentiecentra. Stafford Smith gaat momenteel de juridische mogelijkheden na en overlegt met musici, onder wie Bruce Springsteen. Smith vertegenwoordigt 36 gevangenen in Guantánamo. Eind april 2007 verscheen zijn boek Bad Men, Guantánamo Bay and the Secret Prissons, met getuigenissen uit (en visies op) de rechtenloze schemerzone van de oorlog tegen het terrorisme. Wrang en onthutsend. www.reprieve.org.uk, www.orionbooks.co.uk

Tekst: Nicole Janssen
Freelance journalist en projectcoördinator van Stichting MusicForce, die de relatie onderzoekt tussen muziek en oorlogen/conflicten

Wordt Vervolgd, juli 2007