© Jitske Schols

‘Je bewust zijn van de afwijzing door je omgeving plaatst je voortdurend in conflict met jezelf’

Tijdens een marathonbezoek aan het stadhuis om een nieuwe arbeidsovereenkomst af te geven, moest ik een grote stapel met zorgvuldig gerangschikte papieren meenemen. Ze stonden vol met allerlei getallen en grafieken en bevatten bankafschriften en ingewikkelde financiële verklaringen, waarvan ik de meerderheid niet begreep.

Ik had een afspraak met een ambtenaar die mij zou helpen met de verwarrende procedures. Meestal begin ik dat soort afspraken met een ‘bezwerende glimlach’. Geen smekende lach, maar eerder een die vraagt om acceptatie.

Het was 14.30 uur en de ambtenaar was vijftien minuten te laat. Voor ons, nieuwkomers, hebben minuten weinig invloed op ons dagelijks leven. De beambte kwam de extreem kleine kamer binnen, lichtvoetig maar snel, en smeet met gevoel voor drama haar papieren op de té grote tafel die bijna de hele kamer in beslag nam. Misschien om de afstand tussen ons zo groot mogelijk te maken. Ik glimlachte, terwijl ik ‘goedemorgen’ slaakte. Ze lachte niet terug! Ik stak een halve arm uit om haar de hand te schudden, maar zij drukte haar armen juist dichter tegen haar lichaam en
begon met schrijven.

Het vermoeiende dagelijkse leven

Ik overpeinsde de situatie: de krappe kamer die gelijkenissen vertoonde met een verhoorkamer van het Syrische regime, en de gigantische tafel die een fysieke barrière vormde tussen ons in. In mijn hoofd ging ik al uit van een afwijzing, een van de vele in mijn leven in Nederland. In Syrië heb ik tientallen vergelijkbare situaties meegemaakt. De ambtenaren zaten, net als ik, vast in de beslommering en routine van het vermoeiende dagelijks leven.

De bijeenkomst op het stadhuis gaf mij de mogelijkheid om alle afwijzingen te analyseren die ik, of die wij als Syriërs, hebben meegemaakt in ons thuisland, maar ook als migranten in ballingschap. De fysieke afwijzing van onze eigen landen, de afwijzing door onze overheid van ons als burgers, de impliciete afwijzing van ons bestaan door onze families die ons als een financiële en sociale last zagen.

Donkere hoek

Je bewust zijn van de afwijzing door je omgeving, alleen omdat je jezelf bent of omdat je tot een bepaalde groep behoort, plaatst je voortdurend in conflict met jezelf. Je moet kiezen tussen volledig opgaan in de nieuwe samenleving en uitstralen ‘ik ben net als jij’, of je keert je naar binnen rond de identiteit van je eigen volk.

De weg terug vanaf het stadhuis was lang. Ik zeulde alle momenten van afwijzing mee die ik heb meegemaakt, vanaf mijn 6e levensjaar tot en met de laatste ontmoeting met de elegant geklede ambtenaar. Als nieuwkomers zitten we vast in de afwijzing van het verleden. De angst om niet geloofd te worden als wij verhalen over vroeger vertellen, maakt het onmogelijk om onze Nederlandse vrienden van ons verleden te overtuigen – net zo onmogelijk als terugkeren naar dat verleden. De angst bij nagenoeg alles wat we doen, duwt ons steeds meer in die donkere hoek van de vooringenomen afwijzing. Daarmee blijven we ronddraaien in een eeuwige spiraal.