Leefbaar milieu is ook een recht

Hoe zou de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens 2.0 eruitzien? In die verklaring, die op 10 december 2018 haar 70ste verjaardag viert, zou in ieder geval het milieuaspect niet mogen ontbreken, vindt Marjan Slob. ‘Je hebt bar weinig aan je rechten als je omgeving onleefbaar is.’

‘Climate change? That is a “you” problem. I’ll be dead soon’, zegt een schattige oude dame. Ook de andere hoogbejaarden in het filmpje gniffelen dat zij het goed voor elkaar hebben. Zij hebben er geen enkel belang meer bij dat er iets verandert. Jonge mensen wel, ja – maar die stemmen niet. Zij, die oude mensen, komen braaf opdraven. En dus zijn het hun belangen die regeren.

Erfgoed

Dit harde campagnefilmpje (op YouTube te vinden onder de titel Dear young people, don’t vote) van de progressieve Amerikaanse organisatie ACRONYM, stelt een probleem aan de orde dat ook raakt aan de jubilerende Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM). De verklaring is het erfgoed van onze voorouders. Hun leefwereld was een andere. De opstellers kwamen net uit een afgrijselijke wereldoorlog en werden gedreven door het verlangen om individuen te beschermen tegen de terreur van blinde of kwaadwillende regimes.

De krachtige manier waarop de UVRM stem geeft aan individuen die hun eigen verlangens en geweten willen volgen, is de grote, blijvende waarde van het document. Die stem blijft ook in onze tijd broodnodig. Maar sinds 1948 hebben we er een zorg bij: de kwetsbaarheid van onze natuurlijke omgeving. Voor de opstellers van het verdrag was dit een blinde vlek. Dat valt hun nauwelijks te verwijten, want het besef dat we de natuur aan het vervormen zijn en dat mensen zichzelf daarmee in hun eigen bestaan bedreigen, drong pas goed door in de jaren 1970.

Ecologisch denken

Zouden de opstellers, met de kennis van nu, toentertijd een mensenrecht op een leefbare omgeving hebben geformuleerd? Intuïtief zou je zeggen van wel. Je hebt immers bar weinig aan al je andere rechten als je omgeving letterlijk onleefbaar is. Toch denk ik dat de idealisten van toen problemen zouden hebben gehad met het opstellen van zo’n rechtsartikel. Het juridische stelsel kan namelijk niet goed reageren op de enorme schaalvergroting die ecologisch denken met zich meebrengt. De vertrouwde concepten van toerekening en verantwoordelijkheid slaan erdoor op tilt.

Luister naar Timothy Morton, de auteur van Duistere Ecologie. ‘Wanneer je je auto start, heeft dat statistisch gesproken geen enkel effect op de opwarming van de aarde’, zegt hij. ‘Jij bent dus niet schuldig. Jij doet niets verkeerds. Het gaat pas fout wanneer miljarden mensen hun auto starten.’ En het gaat fout, want dat doen ze. Die andere mensen zijn net zomin schuldig als jij. Toch zijn we er als collectief verantwoordelijk voor dat het klimaat verandert.

Mensenrechtenverdragen zouden ook de rechten moeten beschermen van mensen die er nu nog niet zijn

Klimaatverandering is dus niet de schuld van een individu dat laakbaar handelt, maar het gevolg van collectief gedrag. Wie is dan de dader, wie klagen we aan? En klimaatverandering zal zeker kwalijke gevolgen hebben voor talloze mensen – maar het is behoorlijk onbestemd bij wie de gevolgen precies zullen neerslaan. Wie is dan het slachtoffer, voor wie komen we op? Het klassieke juridische denken weet niet waar hij het zoeken moet. De rechtspersonen zijn onduidelijk.

Milieuorganisatie Urgenda heeft een dappere poging gewaagd. Urgenda klaagde de Nederlandse staat aan. Die zou te weinig doen om Nederlandse burgers te beschermen tegen klimaatrampen, door gemaakte afspraken over terugdringen van CO2-uitstoot niet na te komen. Urgenda won de zaak, en in hoger beroep gaf het Haagse gerechtshof Urgenda dit najaar wederom gelijk. Interessant genoeg baseerde het gerechtshof zich daarbij expliciet op twee grondrechten uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM): het recht op leven en het recht op een privé- of familieleven.

Contractbreuk

Ik vind het prachtig dat het EVRM zo heeft gewerkt, en petje af voor de betrokkenen – en toch komt het op mij allemaal wat verwrongen over. Moeten we ons een mogelijke klimaatramp werkelijk als een soort contractbreuk tussen burgers en staat voorstellen? Eigenlijk bedoel je toch dat wij als collectief falen om ervoor te zorgen dat de aarde leefbaar blijft voor iedereen. Je wilt in feite wijs, ruim burgerschap afdwingen via het recht. Maar het huidige recht kan geen gehoor geven aan die wens.

Klimaatverandering is niet de schuld van een individu dat laakbaar handelt, maar het gevolg van collectief gedrag

Echt unheimisch vind ik dat een gigantische groep mensen binnen het heersende juridische kader naar zijn rechten kan fluiten – en wel de mensen die nog niet bestaan. De toekomst valt buiten de tijdschaal van onze huidige wetten en verdragen. Ook mensenrechtenverdragen zijn niet goed voorbereid op de vraag hoe we de rechten kunnen beschermen van mensen die er nog niet zijn. Zij worden niet als rechtspersonen erkend. Onze rechters zijn daarmee net als die bejaarden uit het campagnefilmpje. Ze kunnen niet anders dan tegen toekomstige generaties zeggen: ‘Klimaatverandering? Jouw probleem.’

Ik ben ervan overtuigd dat veel mensen van nu liever iets anders zouden zeggen tegen de mensen van straks. Dat moet ze dan wel mogelijk worden gemaakt. Onder meer door een juridische taal te ontwikkelen die past bij de schaal van de uitdaging waar we voor staan. Dat zal niet makkelijk zijn, maar als de UVRM één ding heeft aangetoond, is het dat mensen boven zichzelf kunnen uitstijgen. Als de wil er is.

Tekst: Marjan Slob