Kenia
Fatou Bensouda‚ hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof‚ heeft woord gehouden. Met ingehouden woede‚ leek het‚ vertelde ze in september hoe getuigen tegen de Keniaanse vicepresident William Ruto ‘enorme sommen’ geld was geboden om zich terug te trekken. Het was de dag voor het proces begon tegen Ruto‚ wegens diens veronderstelde rol bij het organiseren van het etnische geweld dat Kenia overspoelde na de verkiezingen van eind 2007. ‘Te zijner tijd’ zou ze de potentiële omkopers vervolgen‚ zei ze.
Op 2 oktober was het zo ver. Het Strafhof vaardigde een arrestatiebevel uit tegen de journalist Walter Barasa (41). Hij had zeker drie getuigen elk zo’n 13 duizend euro geboden‚ onder wie ‘P0536’‚ de eerste getuige van de aanklager. Barasa kon hen gemakkelijk vinden‚ aldus Keniaanse media‚ omdat hij vorig jaar nog voor het Strafhof werkte: zijn taak was ooggetuigen van het geweld op te sporen die bereid waren te getuigen.
Aanhangers van Ruto gaan ver in hun pogingen getuigen en de mensenrechtenorganisaties die hen helpen zwart te maken. Zo circuleert op internet een artikel dat ‘onthult’ hoe juist een bekende mensenrechtenactivist getuigen ‘beïnvloedt en omkoopt’. Als ‘bewijs’ is een transcriptie weergegeven van een telefoongesprek tussen hem en een ‘anti-Ruto’-getuige die op een schuiladres ergens in Europa wacht tot hij moet verschijnen in Den Haag. In het gesprek vallen voornamen van andere getuigen – met alle gevaren voor hun veiligheid. Een anonieme ‘telefoonhacker’ zou de conversatie hebben opgevangen‚ maar aannemelijker is dat een opsporingsdienst‚ zoals de Keniaanse inlichtingendienst NSIS‚ haar heeft laten lekken.
Andere vormen van intimidatie zijn subtieler maar wellicht effectiever. Lokaal is vaak bekend wie er in Den Haag gaat getuigen. Hun familieleden krijgen sinds enige tijd bezoek vanuit de eigen gemeenschap – notabelen‚ priesters – die hen manen hun verwanten over te halen niet te getuigen. Verklaringen tegen Ruto en president Uhuru Kenyatta‚ die ook is gedagvaard voor het Strafhof‚ staan gelijk aan ‘landverraad’‚ wordt de familie voorgehouden. De twee verdachte politici zijn immers gekozen door het volk en dus door God. Er zijn al getuigen van de aanklager die zich inderdaad hebben teruggetrokken. Sommigen beweren dat het Strafhof hen onder druk zette om valse verklaringen af te leggen. Getuige ‘P0536’ vertelde in Den Haag hoe Kalenjin-jongeren ‘met witgekalkte gezichten… met machetes‚ bijlen en stokken’ de houten kerk belaagden waarin zij en tweeduizend andere Kikuyu’s zich hadden verschanst. Ze staken de kerk in brand‚ met zeker zeventien doden en tientallen gewonden als gevolg. Soms onderbrak getuige P0536 zichzelf omdat ze haar tranen niet kon inhouden. Haar gezicht tijdens de zitting was onherkenbaar gemaakt‚ haar stem was verdraaid. Maar of dit haar voldoende beschermt‚ is twijfelachtig. Voor getuigen als P0536‚ die zich niet laten omkopen of afschrikken‚ zou de eretitel ‘nationale held’ dan ook op zijn plaats zijn. Niet het brandmerk ‘landverrader’.