Kaouthar Darmoni: ‘Ik zou neutraal moeten zijn? Hoepel op!’

Bijna elke acht dagen wordt er in Nederland een vrouw vermoord. In ruim de helft van de gevallen door de (ex-)partner. Waarom krijgt dat zo weinig aandacht? Kaouthar Darmoni van Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, houdt een hartstochtelijk pleidooi voor gendersensitiviteit. ‘Waarom niet een minister van genderinclusiviteit en diversiteit?’ 

Kaouthar Darmoni
© Ernst Coppejans

In 2019 werden volgens het CBS in Nederland vierenveertig vrouwen vermoord. Bijna elke acht dagen één. Bij drieëntwintig van die moorden was de (ex-)partner de dader. En in 75 procent van de gevallen werd de moord gepleegd in huiselijke kring, door de (ex-)partner of een familielid. Ter vergelijking: het aantal vermoorde mannen is twee keer zo groot, maar daarvan vond 13 procent plaats in huiselijke kring. ‘Bizar toch’, zegt dr. Kaouthar Darmoni, die haar woorden kracht bijzet met Engelse en Franse uitroepen. ‘Bizarre dat femicide, het vermoorden van een vrouw omdat ze een vrouw is, hier in tegenstelling tot landen als Turkije, Spanje en Frankrijk geen onderwerp is.’

Kaouthar Darmoni geeft sinds oktober 2019 leiding aan Atria, het kennis-instituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis. Maar noem haar liever geen directrice, ‘dat vind ik niets’, CEO dekt de lading beter. Atria doet onderzoek en adviseert beleidsmakers over emancipatie-issues. Aan Darmoni om dit instituut ook te laten aanspreken bij een nieuwe generatie feministen. Dat doet ze op haar typerende manier: met hoofd, hart en ziel. De doctor in de genderstudies houdt wervelende optredens waarin ze het publiek op het hart drukt dat emancipatie vooral ook een kwestie van ‘passie’ is.

Om aandacht te vragen voor geweld tegen vrouwen stond Kaouthar Darmoni daarom in april met een groep demonstranten en zeventig paar rode hakken op de Dam. Eén paar hakken voor elke Turkse vrouw die tot dan toe in 2021 was vermoord. ‘We protesteerden tegen het feit dat Turkije zich heeft teruggetrokken uit de Istanbul Conventie, het verdrag waarin landen toezeggen om geweld tegen vrouwen te bestrijden. Terwijl Turkije een van de hoogste femicidecijfers kent en volgens de Wereldgezondheidsorganisatie 38 procent van de Turkse vrouwen met partnergeweld te maken heeft.’

De Istanbul Conventie geldt in Europa als de gouden standaard voor de bescherming van vrouwen en lhbti’ers tegen huiselijk en seksueel geweld. Dit jaar viert het verdrag van de Raad van Europa zijn tiende verjaardag, maar veel reden voor een feestje ziet Darmoni niet. ‘Volgens de VN vindt er wereldwijd elke dag 137 keer femicide plaats. Worden er 137 vrouwen vermoord door hun mannelijke partner, ex-partner of een familielid, enkel vanwege hun vrouw-zijn. En het geweld tegen vrouwen neemt toe.’

‘Ook ikzelf ben slachtoffer geweest van gendergeweld. Het duurde even om dat te erkennen. En als de politie dan niets doet, voel je je heel alleen’

Ook in Nederland komt het voor, ‘óók bij witte hoogopgeleide huishoudens’. Waarom we daar zo weinig over horen? Omdat we femicide zien als een probleem van verre landen, als iets wat gebeurt in een ‘machocultuur’, denkt Darmoni. En, misschien nog wel veelzeggender, omdat we in Nederland ervoor terugschrikken om zaken expliciet vrouwelijk of mannelijk te maken. ‘Alles moet genderneutraal’, zegt ze. ‘En dan gaat het juist mis.’ Een vermoorde vrouw wordt volgens haar behandeld als homicide, als een reguliere moordzaak. Of nog erger, de moord wordt geromantiseerd door van een ‘crime passionnel’ te spreken. ‘Maar dat is het niet, het slachtoffer wordt vermoord omdat ze een vrouw is, en geen man.’

Nog geen serieuze zaak

Darmoni’s rodehakkenprotest op de Dam deed in haar omgeving ook wat wenkbrauwen fronsen. Was het wel verstandig dat ze bij een protest was, als CEO van een kennisinstituut dat beleids-makers adviseert? ‘Ik zou neutraal moeten zijn omdat we genderissues onderzoeken? Hoepel op!’, zegt ze stuurs. ‘Wat is het nut van onderzoek als je het niet in de praktijk mag brengen?’ De honger naar actie is juist waarom ze na vijftien jaar als wetenschappelijk medewerker Gender & Media bij de Universiteit van Amsterdam (UvA) is weggegaan.

‘Daarbij, Atria doet niet alleen aan onderzoek en advies, we zijn ook hét archief op het gebied van vrouwengeschiedenis. Ons archief zit vol documentatie van protestacties van vrouwen uit het verleden. Vrouwen op wier schouders wij staan. We moeten hun strijd tegen geweld voortzetten.’

In Nederland mogen we graag denken dat we het goed voor elkaar hebben als het op vrouwenrechten en gendergelijkheid aankomt, maar volgens Darmoni is dat ‘een farce’. Als jonge studente verruilde ze geboorteland Tunesië, dat haar steeds meer benauwde, voor een zoektocht naar een plek met ‘gelijkheid tussen mannen en vrouwen’. De reis bracht haar via Frankrijk, Amerika, Scandinavië en Oostenrijk naar Nederland. Het land dat ze in haar hart heeft gesloten, maar ook met liefde een spiegel voorhoudt. ‘Ik kom uit een Afrikaans-Arabisch land, Nederland is mijn vijfde land, maar toen ik hier aankwam was ik echt geschokt door het genderanalfabetisme. Vooral op politiek en bestuurlijk niveau.’

Kaouthar Darmoni

Uitklappen

Geboren 1968 in Tunesië  

Woonplaats Amsterdam   

Opleiding Studeerde aan Sorbonne III en promoveerde in 2000 op genderstudies aan de Université Lumière II in Lyon. 

Werk Academicus, spreker, trainer en artiest. Werkte bijna vijftien jaar als wetenschappelijk medewerker Gender & Media bij de Universiteit van Amsterdam. Sinds oktober 2019 CEO van Atria, kennis-instituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis. 

Daarnaast Consultant in vrouwelijk leiderschap. 

Darmoni mag er graag op wijzen waar het hapert: ‘Weet je dat Nederland is gezakt op de Europese Gender Equality Index? Sinds 2020 staan we op plaats vijf, waar we eerder nog op nummer drie stonden.’ En ook op de Global Gender Gap van het World Economic Forum (WEF), de jaarlijkse graadmeter van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, bungelt Nederland op een ‘beschamende’ 31e plek. Een positie die grotendeels wordt veroorzaakt door onderrepresentatie van vrouwen in de politiek en het arbeidsproces.

Haar conclusie: gender is nog geen serieuze maatschappelijke zaak in Nederland. Terwijl het onderwerp een plek moet krijgen bij ieder ministerie of publiek instituut. ‘Waarom niet een minister van genderinclusiviteit en diversiteit? En bij ieder onderwerp moeten we onszelf de vraag stellen wat het beleid voor vrouwen betekent.’

Sofa-gate

Gendersensitiviteit betekent voor Darmoni dat het vrouwelijke meer mag worden gevierd. ‘Houd je vast aan dat idee van neutraliteit, dan krijg je problemen. Dan zit je met een premier die anno 2017 nog wegkomt met een overwegend mannelijk kabinet en de woorden “ik had wel meer vrouwen willen hebben, maar kwaliteit geeft de doorslag”. Blijkbaar vindt onze leider vrouwen niet belangrijk.’

Een mooi voorbeeld van een gendersensitieve blik ziet zij in de reactie van Ursula von der Leyen op de nu al beruchte sofa-gate. Tijdens een bezoek aan Turkije kreeg de voorzitter van de Europese Commissie geen stoel van Erdogan, terwijl haar mannelijke vergaderpartners wel meteen konden gaan zitten. ‘Von der Leyen kreeg geen stoel omdat zij onder meer wilde bespreken dat het onacceptabel is dat Turkije zich terugtrekt uit de Istanbul Conventie. Twee weken later gaf Von der Leyen een speech waarin ze zei: “Dit is gebeurd omdat ik een vrouw ben.” Wauw! Dat is dus de eerste keer dat iemand op zo’n toppositie zegt: deze gebeurtenis is niet genderneutraal, nee, ik ben minachtend behandeld omdat ik een VROUW ben!’, roept ze met rollende r uit.

Waarom gendersensitiviteit belangrijk is? Omdat overheden die geen gendersensitief beleid voeren gevaarlijk kunnen zijn volgens Darmoni. ‘Uit onderzoek van Atria blijkt dat de femicidecijfers niet op zichzelf staan. Vaak is er al eerder aangifte gedaan bij instanties van stalking of geweld maar heeft de politie niets gedaan.’ Eerder dit jaar onthulde journalistencollectief Investico dat de politie de afgelopen jaren fors meer meldingen van verkrachting kreeg. Maar dat tegelijk het aantal rechtszaken en veroordelingen van daders vrijwel gelijk is gebleven. In haar adviessessies aan de Nationale Politie pleit Atria dan ook voor meer aandacht voor geweld met een gendercomponent. ‘Om nieuwe femicideslachtoffers te voorkomen.’

Helaas weet Darmoni waar ze over praat als ze zegt dat instanties te weinig doen. ‘Ik heb het zelf ook meegemaakt met een ex. Jarenlang heeft hij mij gestalkt en on- en offline geterroriseerd. Tot vier keer toe ging ik naar de politie, maar niets.’ Het eerste dat ze haar vroegen? Is de man iemand van uw cultuur? Is het een Tunesiër? ‘Nou nee, het is een Hollander met blonde haren en groene ogen. Maar dat willen we niet zien. Ex-partnergeweld blijft hier taboe. Het heersende idee is nog steeds: dit gebeurt hier niet.’

Kaouthar Darmoni (rechts) aan tafel met Attje Kuiken (PvdA) tijdens een debat afgelopen maart in De Balie in Amsterdam.
© Jan Boeve / De Balie
Kaouthar Darmoni (rechts) aan tafel met Attje Kuiken (PvdA) tijdens een debat afgelopen maart in De Balie in Amsterdam.

Mokerslag

Niet alleen in de maatschappij, ook bij vrouwen zelf zorgt dat taboe voor schaamte. ‘Moet je nagaan: ik, op en top feminist, gespecialiseerd in women empowerment, iemand die over de hele wereld topvrouwen in het bedrijfsleven en de politiek coacht; ik werd zelf slachtoffer van gendergeweld omdat ik de relatie had beëindigd. Het heeft even geduurd om dat te erkennen. En als de politie dan ook nog eens niets doet, dan voel je je heel alleen.’

Gendergerelateerd geweld is dus geen individueel probleem, wil ze hiermee zeggen, het is institutioneel. En op dat niveau moet het worden erkend en aangepakt. ‘Gelukkig’, zegt ze, ziet ze mede door de MeToo-beweging hernieuwde aandacht voor genderthema’s. Zo wil minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid de wet aanpassen en alle vormen van onvrijwillige seks strafbaar stellen als verkrachting. Waar er nu nog dwang moet worden bewezen om tot verkrachting te komen, gaat het in de nieuwe wet niet langer om dwang maar om het ontbreken van wederzijdse instemming.

Lichtpuntjes en tegenslagen, ze tekenen de strijd voor gendergelijkheid. Zo viel de start van Darmoni’s CEO-schap samen met een wereldwijde pandemie, een hogedrukpan voor de positie van de vrouw. Enerzijds werden vrouwen op het schild gehesen, sterk vertegenwoordigd als ze zijn in de lijst met cruciale beroepen. Maar er dreigde ook gevaar. Aan het begin van de lockdown was Atria de eerste die het constateerde: ‘Door de quarantaine steeg het aantal zaken van huiselijk geweld.’

En dat niet alleen, laat ook het rapport van het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties (UNFPA) zien: over de hele wereld hadden vrouwen het afgelopen jaar minder toegang tot anticonceptie, waren er meer onveilige abortussen, liep het aantal kindhuwelijken op en zien we meer genitale verminking. ‘In die zin was covid een mokerslag voor de vrouwenrechten.’

Voor Atria is het zaak om in deze hogedrukpan een voortrekkersrol te spelen, zegt Darmoni. Daarbij ziet ze het als haar persoonlijke rol om ervoor te zorgen dat iedereen wordt gehoord. ‘Ik ben ook aangenomen vanwege mijn achtergrond; het feit dat ik een vrouw ben en migrant. Mijn vaders familie vluchtte vanuit Somalië naar Tunesië, dus ik weet waar ik over praat. Ook de situatie van zwarte, vluchtelingen- en migrantenvrouwen staat boven aan onze agenda. Inclusieve emancipatie betekent een systeem dat werkt voor iedereen.’

Tot slot: de emancipatiezaak kan best nog wat passie gebruiken. ‘En dan bedoel ik gelijkheid en passie op alle gebieden’, zegt Darmoni, die geheel in stijl het gesprek nog even op scherp zet. In haar ogen is de gelijkheidsstrijd in slaap gesukkeld. Ieder jaar weer horen we dat vrouwen in Nederland 15 procent minder verdienen dan mannen, ‘maar vrouwen zijn gaan denken dat het er nu eenmaal bij hoort. Dat ze op de een of andere manier minder recht hebben: minder loon, minder tijd, maar ook minder orgasmes.’

Niet alleen op financieel, ook op seksueel gebied overheerst de mannelijke behoefte. ‘En net als de loonkloof is er dus ook een orgasmekloof die gedicht moet worden.’ Hier de schouders over ophalen of besmuikt weglachen is er niet langer bij: ‘Het is tijd voor een maatschappij waarin alle vrouwen kunnen leven, dansen en bloeien, zodat ze kunnen zijn wie ze zijn.’ ⓿

Lees ook