Hard tegen hard in Brazilië

Nergens ter wereld lopen natuurbeschermers meer gevaar dan in Brazilië. Raimundo dos Santos Rodrigues‚ fel bestrijder van de illegale houtkap in het natuurpark Gurupí‚ moest zijn werk in augustus met de dood bekopen. Wies Ubags zocht uit waarom. Een parkopzichter: ‘Het is oorlog hier.’

Açailândia / Bom Jardim – De noordelijke deelstaat Maranhão is een van de meest ontboste regio’s in Brazilië. Meer dan driekwart van het oorspronkelijke woud is gekapt. Hier en daar laten plukjes bos in het heuvelige landschap zien hoe groen het moet zijn geweest voordat in de jaren tachtig van de vorige eeuw de ontbossing is begonnen. Nu zie je vooral grote stukken braak land liggen‚ met soms witte koeien en stieren die erop grazen. De belangrijkste oorzaak: de illegale houtkap door grootgrondbezitters die hun oog hebben laten vallen op de deelstaat omdat de grond er zo vruchtbaar is.

In het noordwesten van Maranhão ligt het ‘biologische park’ Gurupí‚ onderdeel van het Amazonewoud‚ met flora en fauna die vergelijkbaar is met die van het pleistoceen meer dan 12 duizend jaar geleden. Sinds het park van ruim 272 duizend hectare werd opgericht in 1988‚ is de helft van het bos verdwenen door houtkap. Er leven zeker tien bedreigde diersoorten.

Iemand was er getuige van dat ze Raimundo doodschoten. Die is de volgende dag ook vermoord.

Raimundo dos Santos Rodrigues (54) was een van de parkopzichters sinds 2012. In Gurupí begeleidde hij dertig families die van de staat grond toegewezen hadden gekregen om die op een natuurvriendelijke wijze te bewerken. Maar hij had het voortdurend aan de stok met de illegale houthakkers die het op de bomen van het park hebben voorzien.

Op 25 augustus dit jaar werd hij doodgeschoten in Bom Jardim‚ een stadje midden in de deelstaat. Hij laat zes kinderen achter. Zijn vrouw Maria da Conceição raakte zwaargewond en lag met zes kogelwonden een maand met politiebewaking in het ziekenhuis. Hierna vertrok ze met haar kinderen – nog steeds onder bescherming van de staat – naar een geheime plaats elders in Brazilië. Volksvertegenwoordigers van de deelstaat Maranhão pleiten ervoor haar een pensioen uit te keren.

Kapmessen

Het stadje Bom Jardim – ‘goede tuin’ – is stoffig en heet‚ met grazende ezels aan de kant van de weg‚ als ik er in september op zoek ga naar het verhaal achter de moord op Raimundo dos Santos. De gemeente kreeg onlangs landelijke bekendheid toen de 25-jarige burgemeester Lidiane Leite‚ die in 2012 werd gekozen‚ beschuldigd werd van diefstal uit de gemeentekas. Spraakmakender was het bericht dat ze haar gemeente bestuurde vanuit São Luís‚ de meer wereldse hoofdstad van de deelstaat 275 kilometer verderop‚ via WhatsApp.

In Bom Jardim had Dos Santos contact met de vakbond voor plattelandsarbeiders. In een kantoortje in het centrum van de stad‚ met verveloze muren vol gaten en morsige bureaus‚ lopen gerimpelde boertjes met kapmessen aan hun riem in en uit met formulieren in hun hand. Francinaldo da Silva‚ de kleine‚ grijze‚ vermoeid ogende secretaris- generaal van de vakbond‚ geeft ze advies‚ voortdurend onderbroken door zijn telefoon.

Eigenlijk leven we nu in een relatief vreedzame tijd.

‘De politie heeft in Raimundo’s telefoon bedreigingen gevonden afkomstig van een grootgrondbezitter die aasde op de grond waar hij met de dertig andere families woonde’‚ vertelt Da Silva tussen de bedrijven door. ‘Maar dat wil niet zeggen dat hij hem ook vermoord heeft. Het kunnen ook de houthakkers zijn geweest. De politie onderzoekt het nog.’

In andere delen van Gurupí begeleiden parkwachten zoals Dos Santos‚ de daar levende gemeenschappen. Drie van hen zijn ook bedreigd‚ vertelt Da Silva. De dertig families die Dos Santos onder zijn hoede had‚ zijn volgens hem naar familie in nabijgelegen stadjes en dorpen gevlucht. ‘Het is een moeilijke situatie‚ maar eigenlijk leven we in een relatief vreedzame tijd’‚ zegt Da Silva cynisch. ‘Drie jaar geleden was het veel erger.’ In Maranhão werden in 2012 maar liefst 1.235 mensen doodgeschoten. In veel gevallen ging het om conflicten over land tussen grootgrondbezitters en kleine boeren.

Bespioneren

Evane Lisboa is beheerder van het natuurpark Gurupí en onder meer verantwoordelijk voor het opsporen van illegaal gekapt hout. Hij is een tanige man met een gekweld gezicht en een grote bril. Waarom de houthakkers het weinige bos kappen dat nog over is in Maranhão‚ heeft een simpele reden. ‘Het is de kwaliteit van het hout‚ het is tropisch hardhout’‚ vertelt Lisboa in zijn kantoor in Açailândia in het westen van Maranhão.

‘Het is oorlog hier’‚ vervolgt hij zonder veel omhaal. ‘De houtbendes hebben geavanceerde apparatuur waarmee ze ons bespioneren. Onze apparatuur is vaak stuk. Zij weten precies waar we ons bevinden en als wij een actie op touw hebben gezet‚ hebben zij de weg geblokkeerd. We zetten ook helikopters in‚ maar dat is heel duur.’ Op zijn mobiele telefoon laat hij een voorbeeld zien van hoe houthakkers met enorme boomstammen een meer dan manshoge blokkade hebben opgeworpen.

Voor de deur van het gebouw waar zijn instituut kantoor houdt‚ zit een agent van de militaire politie. Ook Lisboa leeft onder permanente bewaking vanwege de vele bedreigingen aan zijn adres. ‘Raimundo was hier kind aan huis’‚ zegt hij. ‘Hij vroeg nooit iets voor zichzelf en was alleen maar met de gemeenschap bezig. Hij streed actief tegen de houthakkers en dat heeft hem het leven gekost.’

Het gaat dusdanig hard tegen hard in het natuurpark Gurupí dat de autoriteiten gevonden vrachtwagens met boomstammen niet eens meer in beslag nemen. Ze worden zonder pardon in brand gestoken‚ zegt Lisboa op strijdlustige toon. Er staat dan ook veel op het spel.

Verderop zitten veertig houtzagerijen. Daar ga ik niet heen‚ God sta me bij! Als ze me zien‚ ben ik dood.

In Brazilië zijn verschillende soorten natuurparken‚ met verschillende gradaties van bescherming van de natuur‚ legt Lisboa uit. De ‘biologische’ parken‚ zoals Gurupí‚ zijn het strengst beschermd: hier moeten de oorspronkelijke planten- en dierensoorten zo veel mogelijk in stand worden gehouden en moet de menselijke aanwezigheid er worden beperkt. ‘In Gurupí moet nog altijd land worden onteigend om aan het park toe te voegen. Sommige stukken grond hebben echter drie verschillende eigenaren: allemaal het gevolg van corrupte functionarissen bij de overheid en de notariskantoren.’

Op zijn mobiel laat Lisboa foto’s zien van zeldzame diersoorten die nog voorkomen in Gurupí: een panter‚ een aap‚ een wild varken‚ een ree. Enthousiast: ‘We ontdekken er nog steeds nieuwe soorten. Een vogel die we hebben gevonden zal naar Raimundo worden vernoemd.’

De ‘houtbendes’ bestaan uit mensen zonder moraal die alleen maar denken aan veel geld verdienen en voor wie een mensenleven niets waard is‚ zegt hij. ‘Toen ze Raimundo doodschoten‚ zagen ze dat iemand uit zijn gemeenschap er getuige van was. Die is de volgende dag ook vermoord. In Buriticupú‚ hier zo’n drie uur rijden vandaan‚ zitten veertig houtzagerijen. Daar ga ik niet heen‚ God sta me bij! Als ik daardoorheen rijd‚ trek ik iets over mijn hoofd. Als ze me zien‚ ben ik dood.’

Stuwdammen

Maranhão is lang niet de enige deelstaat waar ontbossing en geweld tegen natuurbeschermers voorkomen. Op dit moment vallen er vooral slachtoffers in de deelstaat Pará‚ ten westen van Maranhão‚ en in de westelijke deelstaten Mato Grosso en Rondônia‚ vertelt Cláudio Maretti vanuit de hoofdstad Brasília. Hij is directeur van het Instituut Chico Mendes voor biodiversiteit‚ een overheidsinstituut genoemd naar de in 1988 vermoorde Braziliaanse milieuactivist en vakbondsleider‚ en de werkgever van Raimundo dos Santos.

Ontbossing gebeurt niet alleen door de illegale houtkap‚ ook boeren die hun bedrijf willen uitbreiden zijn verantwoordelijk voor de schade‚ vertelt hij. Daarnaast speelt de staat een belangrijke rol: met grote voortvarendheid zijn er stuwdammen in het oerwoud aangelegd om aan de groeiende energiebehoefte van Brazilië te kunnen voldoen. Volgens Global Witness‚ belangenorganisatie voor de verdediging van natuur‚ milieu en natuurlijke hulpbronnen‚ zijn in Brazilië vorig jaar 29 natuurbeschermers vermoord‚ een kwart van alle gedode natuurbeschermers wereldwijd.

Ik heb geen leven. Ik kan niet zonder bewaking met mijn gezin op stap.

De natuurbeschermers worden door regeringen vaak afgeschilderd als fanatiekelingen die de economische ontwikkeling in de weg staan. ‘Maar met onze natuurparken creëren we ook werkgelegenheid‚ in onderhoud en beheer en het toerisme’‚ werpt Maretti tegen. ‘In de gebieden waar de illegale houtkappers actief zijn‚ zie je dat de bevolking op hun hand is‚ juist omdat ze banen genereren.’

In Bom Jardim valt het voor zo’n kleine plaats grote aantal witgoed- en kledingzaken op‚ waar vrijwel geen dorpeling naar binnen stapt. Doorgaans een teken dat de betreffende zaak wordt gebruikt om illegaal verdiend geld wit te wassen.

Ondanks het geweld en de bedreigingen zoekt het instituut een opvolger voor Raimundo dos Santos. In samenwerking met de politie probeert het de veiligheid in het park te vergroten. Maar nu is het te onveilig om erheen te gaan‚ zeker voor een journalist‚ waarschuwt hij.

Gurupí-beheerder Lisboa vindt dat de staat natuurbeschermers beter moet beschermen. ‘Wij kunnen ons werk vooral doen dankzij steun van onder andere de Wereldbank en Duitse en Italiaanse non-gouvernementele organisaties. We hebben meer mensen nodig om op te treden tegen de illegale houtkap en we moeten vaker helikopters kunnen inzetten. Er zijn dagen dat we wel zestig vrachtwagens pakken. Ik heb geen leven. Ik kan niet zonder bewaking met mijn gezin op stap.’ ‘Het is oorlog’‚ zegt Lisboa nog eens. ‘Não é fácil’‚ het is niet makkelijk.

 

Reageren? wordtvervolgd@amnesty.nl