© Jitske Schols

Linda Bilal werd ontslagen en maakt zich zorgen: kan ze haar rekeningen nog wel betalen?

Mijn telefoon ging. Het was de manager van de nieuwsorganisatie waarvoor ik werkte die vertelde dat het bedrijf over twee maanden zou sluiten. Ik kon het niet geloven. Na mijn ochtendkoffie belde ik hem opnieuw. Ben ik over twee maanden echt werkloos? Hassan wachtte even voor hij dat bevestigde.

Plotselinge krampen en spanningen namen bezit van mijn lijf. Onwillekeurig dacht ik aan het advies dat ik vorig jaar kreeg van een gemeenteambtenaar: ‘Richt je meer op het leren van de
Nederlandse taal.’ Dat was toen ik aan deze baan begon.

In de week na het onheilspellende nieuws, vroeg ik al mijn vrienden en kennissen of zij een baan voor me wisten. Ik wilde elke taak wel op me nemen om te voorkomen dat ik weer vol schaamte bij het gemeentehuis moest gaan melden dat ik geen werk meer had. Ik haat het om in de ban te worden gedaan en als vluchteling te worden behandeld. Ik kreeg al kramp bij de gedachte dat diezelfde ambtenaar mijn gebroken Nederlands weer zou bekritiseren.

Hoe moet ik mijn rekeningen betalen? De vrouw onderbrak me. ‘Je moet gewoon werken, je bent nog jong!’

Anderhalve maand lang heb ik inmiddels tussen de gemeente en het UWV gependeld, waarbij ze me telkens om elkaars papieren vroegen. Mijn geduld werd grondig op de proef gesteld. Bij de gemeente vroeg ik naar de ambtenaar die me tientallen keren had geadviseerd om ontslag te nemen en me meer te richten op Nederlands leren, maar die bleek inmiddels zelf ontslagen te zijn. Intussen moest ik aan de telefoon mijn verhaal herhalen bij zes verschillende mensen om uiteindelijk in de wacht te worden gezet.

Ik stormde naar de keuken om koffie te maken. In mijn ene hand hield ik mijn telefoon vast, met mijn andere hand omklemde ik mijn buik waarin de krampen steeds heftiger werden.

Na twintig minuten kreeg ik een vrouw aan de lijn die me ijskoud vertelde dat ze niets wist van mijn dossier. Ik was een jaar geleden uit het systeem verwijderd nadat ik een baan had gekregen. ‘Wat ik weet’, zei ze, ‘is dat het maanden kost om je terug in het systeem te zetten.’

Mijn hand lag nog steeds om mijn buik toen ik vroeg hoe mijn rekeningen dan betaald moesten worden, en mijn huur. De vrouw onderbrak me. ‘Je moet gewoon werken, je bent nog jong!’ En als een robot: ‘Dat is alles wat ik voor je kan doen. Heb je meer hulp nodig?’

‘Nee. Bedankt’, antwoordde ik na een diepe zucht. Ik liet mijn telefoon bij het koffiezetapparaat liggen en snelde naar de wc. Na twintig minuten kwam ik eraf. Het zweet droop van mijn gezicht. De zomerhitte had mijn laatste restje energie verteerd.

Ik sleepte mezelf naar de slaapkamer, op zoek naar de weegschaal. Maanden geleden had ik die daar neergezet toen ik wilde afvallen. En dat is gelukt! Volgens de weegschaal ben ik twaalf kilo kwijtgeraakt. In de spiegel keek ik verbaasd naar mijn nieuwe figuur. Misschien dat ik nu een baan als topmodel kan krijgen?