Eduard Nazarski
© Amnesty International / Karen Veldkamp

Geschiedenis

In 1975 viel Zuid-Vietnam voor de militaire overmacht van Noord-Vietnam. Kort daarna begon een massale emigratie‚ van mensen die de verplichte tewerkstelling wilden ontvluchten‚ en van de steeds meer vervolgde etnisch Chinezen.

Vooral die laatsten vluchtten overzee. De bootvluchtelingen werden het icoon van een wereld waarin het machtigste land op aarde‚ de VS‚ een oorlog had verloren.

Hun aantallen liepen snel op‚ tot tienduizenden per maand. Hun boten waren vaak gammel en bijna altijd overvol. Vietnamese smokkelaars vroegen woekerprijzen. De route naar Thailand of Maleisie was uiterst onveilig. Bootvluchtelingen kwamen om in tropische stormen‚ ze vielen ten prooi aan verkrachting en moord door piraten‚ ze werden door landen die hen niet wilden terug de zee op gesleept en soms werden hun schepen tot zinken gebracht.

Op het hoogtepunt van de exodus‚ begin jaren tachtig‚ schatte de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR dat 20 procent van de bootvluchtelingen was omgekomen. De opvanglanden zeiden al snel dat de grens van de capaciteit was bereikt.

Toen begon een reddingsoperatie: het Orderly Departure Program oftewel het programma voor ordelijk vertrek‚ gecoordineerd vanuit de Amerikaanse ambassade in Bangkok. Vietnam beloofde dat wie het land uit wilde‚ dat niet meer clandestien op een bootje hoefde te doen. De VS‚ Canada‚ Australië en Frankrijk accepteerden tot 1982 in totaal 623.800 vluchtelingen. Nog eens dertig andere landen deden mee. Nederland ving ruim zesduizend Vietnamezen op‚ onder wie mensen die eerder waren gered door Nederlandse koopvaardijschepen.

Het aantal bootvluchtelingen nam sterk af. Maar door uitblijvende perspectieven in Vietnam begon het weer te groeien. In 1989 kwamen de westerse landen en Vietnam in Geneve tot het veelomvattende Comprehensive Plan of Action. Vluchtelingen met een gegronde vrees voor vervolging kwamen in aanmerking voor hervestiging‚ wie dat niet had moest terug. Het aantal bootvluchtelingen‚ nog 100 duizend in 1987‚ liep terug tot welgeteld 41 in 1992.

De programma’s waren omstreden. Redding op zee en hervestiging zouden een aanzuigende werking hebben. Economische migranten zouden misbruik maken van asiel. De Vietnamezen zouden sowieso nooit aarden in het Westen. Er was een gevaar van communistische infiltratie. Toch werden tot eind jaren negentig 1‚6 miljoen Vietnamezen hervestigd‚ van wie 18 duizend in Nederland. In hun nieuwe landen gingen ze bijna zonder wanklank op in de bevolking.

De geschiedenis herhaalt zich en herhaalt zich niet. Er zijn opnieuw honderdduizenden bootmigranten‚ zowel vluchtelingen als migranten. Er is geen Ordelijk Vertrekprogramma en geen Omvattend Plan.

Bronnen:
Shamsul Bari, Refugee Status Determination under the Comprehensive Plan of Action (CPA): A Personal Assessment. International Journal of Refugee Law (1992) 4 (4) 487-513.

W. Courtland Robinson, The Comprehensive Plan of Action for Indochinese Refugees, 1989-1997: Sharing the Burden and Passing the Buck. Journal of Refugee Studies (2004) 17 (3) 319-333.

Sara E. Davies, Realistic yet humanitarian? The comprehensive plan of action and refugee policy in Southeast Asia. International Relations of the Asia-Pacific (2008) 8 (2) 191-217.

Judith Kumin, Orderly Departure from Vietnam: Cold War Anomaly or Humanitarian Innovation?, Refugee Survey Quarterly (2008) 27 (1) 104-117.

UNHCR, Update on Regional Developments in Asia and Oceania, 19 August 1996.

Congressional Rsearch Service, The Vietnam-U.S. Normalization Process, June 28, 2002.