Germain Katanga

Je kunt veel zeggen over het Strafhof‚ maar niet dat de verdachten slechte verdedigers hebben. Dat blijkt opnieuw tijdens het slotpleidooi in de zaak- Germain Katanga bij het Internationaal Strafhof‚ half mei. De aanklacht tegen de jonge voormalige krijgsheer uit Oost-Congo bevat tien oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid‚ waaronder moord‚ verkrachting en het ronselen van kindsoldaten. Zijn advocaat is David Hooper‚ een ervaren Britse grijzende gentleman. Met zijn beeldende en bijna geheel uit het hoofd gehouden pleidooi schiet hij gaten in de bewijzen van de aanklagers.

Centraal in de aanklacht staat de slachting die de militie van Katanga zou hebben aangericht in februari 2003‚ in het dorp Bogoro. Zijn cliënt was daar niet aanwezig‚ stelt Hooper. Dat hoeft híj niet te bewijzen‚ ‘het is aan de aanklagers te bewijzen dat Katanga er wél was’.

Dat is de aanklager niet gelukt‚ stelt Hooper‚ omdat de 24 getuigen die ze opvoerden ‘totaal onbetrouwbaar’ zijn‚ vooral de vier kroongetuigen. Een van hen had de rechters verteld dat hij 12 jaar was tijdens de aanval op Bogoro‚ terwijl hij 18 was. ‘Hoe verdedig je een verschil van zes jaar?’ Een andere getuige had gezegd kindsoldaat te zijn geweest ‘terwijl zijn eigen vader hier kwam getuigen dat zijn zoon op school zat en nooit lid van een militie is geweest’. Weer een ander gaf een valse naam op‚ verzon een hele familie bij elkaar‚ overlegde vervalste schoolresultaten en gaf dit laatste ook toe‚ vervolgt Hooper. ‘Vertegenwoordigen deze vier getuigen echt de manier waarop de aanklagers werken? Is dit de toekomst van het Strafhof?’ besluit hij zijn pleidooi.

Hooper klinkt overtuigend‚ ook bij veel andere punten die hij aanvoert. Datzelfde gold voor het pleidooi van de advocaat van Thomas Lubanga‚ de Oost-Congolese krijgsheer wiens militie die van Katanga bestreed. In die zaak‚ de eerste van het Strafhof‚ zou eveneens sprake zijn geweest van liegende getuigen en onbetrouwbare tussenpersonen. Dat vonden de rechters ook en zij verklaarden de verklaring van negen getuigen ongeldig. Toch vonden ze het resterende bewijs hard genoeg om Lubanga in maart dit jaar schuldig te verklaren aan het ronselen van kindsoldaten.

Dat Katanga eenzelfde vonnis wacht‚ is dan ook goed voorstelbaar – ook al bevat de aanklacht tegen hem veel zwaardere beschuldigingen.
Katanga en medeverdachte Mathieu Ngudjolo Chui‚ die gelijk met hem terechtstaat‚ lijken dat te beseffen. In de rechtszaal zitten ze er somber bij‚ mat en moegestreden. Even krijg je het gevoel bij een proces te zijn van de rechtbank in Amsterdam‚ met verdachten die weten dat ze er gloeiend bij zijn en slechts hopen dat hun straf straks meevalt. Misschien is dát een glimp van de toekomst van het Internationaal Strafhof – een toekomst waarin het hof zó ‘gewoon’ is geworden‚ dat het zijn bestaansrecht niet bij elke zaak meer hoeft te bewijzen.