Arnon Grunberg
© Jitske Schols

Gemankeerde wezens – column van Arnon Grunberg

Menig maatschappelijke discussie lijkt tussen ‘idealisten’ en ‘realisten’ te gaan. De idealist houdt vast aan een moraal die de realist voor weinig realistisch houdt. Het gevolg is dat menigeen cynisme ontwaart, waar de realist mensenkennis ziet.

Er bestaat iets wat wij ‘werkelijkheid’ noemen en die werkelijkheid houdt weinig rekening met onze soms hoogdravende idealen. Het gevolg is dat die idealen gecompromitteerd worden en de aanhangers zich nogal eens teleurgesteld en soms ook verbitterd van het eindresultaat, het compromis, afwenden.

Een verwijt dat de sociaaldemocratie, zeker niet alleen in Europa, steeds wordt gemaakt, is dat zij haar idealen verkwanseld heeft en dat daarom kiezers zijn weggelopen naar partijen ter rechter- en ter linkerzijde van de sociaaldemocratie. De vraag of dat verwijt terecht is moet hier onbeantwoord blijven.

Mij gaat het om de vraag of idealisme per definitie betekent dat het bestaande en imperfecte verworpen moet worden om plaats te maken voor iets wat beter en volmaakter is. Of dat je ook uit idealisme het bestaande kunt verdedigen? Anders gezegd: kan conservatisme idealisme zijn?

Betekent idealisme per definitie dat het bestaande en imperfecte verworpen moet worden?

Mensen zijn in mijn optiek gemankeerde wezens. Dat betekent niet dat ze uitgeroeid moeten worden of dat ze met de zweep ervan langs moeten krijgen, het betekent wel dat elk maatschappelijk systeem feilbaar is. De volmaakte orde zal per definitie onvolmaakt zijn. Criminaliteit zal altijd bestaan en vermoedelijk zullen ook altijd weer mensen bereid zijn geweld te gebruiken om bepaalde politieke doelen na te streven. De begaafde politicus zal de woede van de burger kunnen mobiliseren, ongeacht de vraag of die woede terecht is of niet.

Enige berusting lijkt me dus een kwestie van menselijkheid. Niet elk onrecht kan bestreden worden, niet elk onrecht kan worden gewroken. Maar inertie is ook geen oplossing.

Moet je armoede bestrijden in een betrekkelijk welwarend land als Nederland, of moet je armoede eerst bestrijden waar die misschien het meeste pijn doet, in de armste landen? Moet je überhaupt kiezen?

Het grootste gevaar blijft de te machtige staat, die zijn monopolie op geweld voor dubieuze doeleinden inzet en zich niet meer wenst te laten beteugelen door onafhankelijke rechters. Daar worden gevangenen gemarteld, critici opgesloten en burgerrechten met voeten getreden. Tribalisme wint van universalisme, de ontkenning dat mensen gelijkwaardig zijn is beleid geworden. Wij weten dat geen enkele staat immuun is voor deze aandoening en dat zelfs een betrekkelijk paradijselijk land als Nederland dubieuze maatregelen neemt, vreemdelingendetentie bijvoorbeeld.

Natuurlijk zijn te machtige bedrijven ook een gevaar, maar vooral dan wanneer zij samenvallen met de staat en toegang krijgen tot het geweldsmonopolie van de staat. Het leger beschermt dan geen burgers meer, slechts de belangen van bepaalde bedrijven.

Idealisme nu betekent de verworvenheden van de generaties voor ons, de verzorgingsstaat, de liberale gedachte dat zo veel mogelijk mensen zo vrij mogelijk gelaten moeten worden, te verdedigen.