Mazen Darwish krijgt op 21 april een van de Four Freedom Awards in Middelburg.
© 2016 Getty Images

Mensenrechtenverdediger Mazen Darwish: ‘Geluk is een luxe geworden’

Mensenrechtenverdediger Mazen Darwish‚ die eind april in Middelburg een van de Four Freedoms Awards 2016 ontving‚ kwam vorig jaar vrij na drieënhalf jaar gevangenschap in Syrië. Hij vestigde zich met zijn vrouw in Berlijn. Geen moment verliest hij er het conflict in zijn land uit het oog. ‘Dit gaat nog zó lang duren. Ik durf niet meer te zeggen hoe lang.’

Berlijn – Het is net of heel Berlijn de zomer viert. De vogels in het fragiele groen van de bomen tjilpen luid‚ op terrasjes genieten mensen van bier en witte wijn. Cabrio’s toeren voorbij.

Mazen Darwish (41) strekt zijn rug‚ die stijf is na urenlang achter de computer zitten. De Syrische journalist en mensenrechtenactivist knippert tegen het zonlicht en neemt vanaf de stoep voor zijn huis het onbezorgde straatbeeld in zich op. Zachtjes zegt hij: ‘Ik vind het moeilijk te genieten zonder me schuldig te voelen.’

Hij wil een sigaret roken en dan snel weer naar binnen. Naar zijn laptop op de kleine ovale tafel in de woonkamer‚ waar via allerlei kanalen nieuws over het zoveelste drama in zijn vaderland Syrië blijft binnenstromen.

Geluidsfragment

Darwish is nu vooral bezig met de belegering van de gevangenis in Hama. Enkele dagen eerder kwamen de ongeveer achthonderd politieke gevangenen daar in opstand vanwege de onmenselijke omstandigheden en omdat voor sommige overplaatsing naar de beruchte Sednaya-gevangenis in Damascus dreigde. Dat staat bijna gelijk aan een doodvonnis. Schietende veiligheidstroepen hebben het gebouw in Hama omsingeld‚ water en elektriciteit zijn afgesneden. Op zijn computer staat een geluidsfragment dat de gevangenen wisten te versturen: ‘O islam‚ O Arabieren. Beantwoord onze oproep. We gaan dood.’

Dat ik vrij ben‚ kan ik nog steeds niet geloven

Terwijl ook zijn mobiele telefoon zich meldt‚ speurt Darwish fronsend verder naar het laatste nieuws. Ironisch genoeg zat hij in datzelfde gebouw opgesloten totdat hij in augustus 2015 vrijkwam. ‘Dat ik vrij ben‚ kan ik nog steeds niet geloven’‚ zegt hij. Ook het lachje op zijn innemende gezicht drukt ongeloof uit. Hij leunt even achterover in de witte bank met kleurige kussens‚ schudt zijn hoofd en zegt het nog eens: ‘Vrij’. Alsof hij het woord het liefst zou willen proeven.

Reisverboden en intimidatie

Van origine is Darwish advocaat. Nadat de autoriteiten zijn kantoor in Damascus hadden gesloten‚ richtte hij in 2004 het Syrische Centrum voor Media en Vrijheid van Meningsuiting in Damascus op‚ een partnerorganisatie van het in Frankrijk gevestigde Verslaggevers zonder Grenzen. Zijn kritische verslagen over mensenrechtenschendingen door het Syrische regime maakten hem al snel een van de grootste vijanden van de staat. Voortdurend kreeg Darwish te maken met ondervragingen‚ arrestaties‚ reisverboden en andere vormen van intimidatie.

Toen begin 2011 de bevolking in opstand kwam tegen het bewind van Bashar al-Assad‚ was hij een van de weinige Syriërs die berichten de wereld in bleef sturen. Ook vormde hij met zijn medewerkers een belangrijke vraagbaak voor internationale media‚ die in grote delen van Syrië nauwelijks meer konden werken. Ook nu nog wordt hij veel gebeld over de opstand in de gevangenis.

Mannen in burger

Op 16 februari 2012 gebeurde het onvermijdelijke. Mannen in burger‚ onder wie medewerkers van de meest gevreesde afdeling van de geheime dienst – die van de luchtmacht – overvielen zijn kantoor. Darwish‚ zijn vrouw Yara Bader en veertien andere journalisten‚ bloggers en activisten van het centrum werden opgepakt. De meeste kwamen na een paar weken of maanden vrij‚ maar Darwish verdween uit beeld.

‘De hel’‚ noemt hij het martelcentrum van de staatsveiligheidsdienst waar hij maandenlang vastzat. ‘Alles daar is erop gericht je te vernietigen. Des te kwader worden de ondervragers als dat niet lukt.’ Meteen gaat zijn blik weer naar het scherm: meer wil hij niet kwijt over de gruwelijke martelingen die hij onderging.

Destabiliseren

Bijna een jaar na zijn arrestatie oordeelde de rechter tijdens een geheim militair tribunaal dat de mensenrechtenactivist terreurdaden had gepleegd‚ zoals het destabiliseren van het land en het stoken van onrust‚ om een veroordeling door de internationale gemeenschap uit te lokken. Hij kreeg vijftien jaar cel en dwangarbeid.

Ik heb er altijd rekening mee gehouden dat ik opgesloten zou worden. Dat scheelde toen het zover was

Amnesty en vele andere mensenrechtenorganisaties voerden campagne voor zijn vrijlating. Zelfs de Algemene Vergadering van de VN verhief haar stem. Op 10 juni 2013 reageerde hij vanuit een cel in Adra‚ een buitenwijk van Damascus: ‘Voor een gevangene bestaat er geen groter geluk dan de wetenschap dat de buitenwereld zich hem herinnert. Nu verwoesting en bloedvergieten mijn vaderland overspoelen‚ is geluk echter ook een soort luxe‚ waarvoor ik mij schaam.’

Zeventien jaar schuil

Zolang hij zich kan herinneren wist Darwish dat er veel mis was in zijn land. Zijn vader was een opponent van de regering van wijlen Hafiz al-Assad‚ die tot 2000 president was. Hij hield zich tijdens diens regeringsperiode zeventien jaar schuil. ‘De enkele keer dat ik als kind mijn vader kon ontmoeten‚ mocht ik dat aan niemand vertellen. En ik kon hem geen papa noemen. Tegen klasgenootjes loog ik dat mijn vader in het buitenland verbleef.’ Zijn moeder‚ die het gezin onderhield door les te geven‚ zat een jaar gevangen. Darwish groeide op in een milieu waar gesprekken over wie er dood‚ verdwenen of gevlucht waren even gewoon klonken als voor andere kinderen een verhaaltje voor het slapen gaan.

Voor mij gaat vrijheid niet over ideologie. Islamisten‚ communisten: ze lijden allemaal onder dat gebrek aan vrijheid

Van partijpolitiek of stromingen moet Darwish zelf niets hebben. ‘Voor mij gaat vrijheid niet over ideologie. Islamisten‚ communisten: ze lijden allemaal onder dat gebrek aan vrijheid.’
Hij vertelt zonder ophef hoe hij zich staande hield tijdens zijn detentie. ‘Ik wist waar ik aan begon: de gang naar de gevangenis had ik in de jaren ervoor stap voor stap al afgelegd. Ik heb er altijd rekening mee gehouden dat ik opgesloten zou worden. Dat scheelde veel toen het zover was.’

De internationale prijzen zoals de UNESCO World Press Freedom Prize‚ die hij tijdens zijn gevangenschap kreeg‚ gaven steun‚ maar leidden ook tot meer mishandelingen. ‘Dus jij denkt dat je belangrijk bent?’ vroeg een bewaker terwijl hij zijn voet in Darwish’ nek drukte. Soms was er sympathie. Zoals die anonieme stem die zei‚ terwijl Darwish geblinddoekt voor hem stond: ‘Ik respecteer wat je doet. Wat hier gebeurt‚ is niet mijn besluit. Wij zijn gevangenen zoals jij.’

Smeekbede

De prijs die hij betaalt voor zijn geloof in persvrijheid en zijn wens mensenrechtenschendingen vast te leggen is hoog‚ beaamt Darwish. ‘Maar ik accepteer dat. Ik doe het niet voor mezelf‚ maar voor de samenleving.’ Ook de gedachte aan het lot van vele anderen houdt hem gaande. In Syrië is er geen gevangenis waar geen bekende van hem vastzit. En in zijn hoofd klinkt de smeekbede van een moeder wier zoon verdween: ‘Geef me tenminste een graf‚ zodat ik een plek heb om te rouwen.’

Telkens weer benadrukt Darwish hoe belangrijk het is alle wandaden te documenteren. Het was doodstil in de enorme zaal van het Muziekgebouw aan het IJ‚ toen hij op 23 april daarover sprak‚ als gastspreker tijdens de uitreiking van de World Press Photo. ‘Dan sterven de slachtoffers tenminste niet twee keer: één keer als gevolg van alle martelingen‚ en nog een keer doordat de waarheid verloren gaat.’ Hij heeft kritiek op de berichtgeving van veel westerse media. ‘Ze zijn geobsedeerd door IS en hebben te weinig oog voor de ware oorzaak van het Syrische conflict: de dictatuur die extremistische groepen doet ontstaan.’

Yara Bader over haar echtgenoot: ‘Ik houd van één man. Hij houdt van 20 miljoen mensen’

In de keuken van het Berlijnse appartement roert Darwish’ 31-jarige echtgenote Yara Bader met zorgvuldige gebaren in het pannetje met Arabische koffie dat op het fornuis pruttelt. Ze is een kwieke verschijning met wilde krullen boven een bleek gezicht met fijne wenkbrauwen. ‘We kwamen hier vorig jaar aan op 9 november’‚ zegt ze. ‘In de hele stad werd die dag gevierd dat 26 jaar eerder de Berlijnse Muur viel. Ik beschouwde het als een gunstig voorteken voor ons nieuwe bestaan.’

Ook Bader komt uit een familie van dissidenten. Haar vader zat twaalf jaar gevangen wegens politiek verzet. Toch kan ze iets gemakkelijker vrede hebben met het leven in ballingschap dan haar echtgenoot. ‘Ik houd van één man‚ hij houdt van 20 miljoen mensen.’

Tere witte bloemen

Terwijl haar echtgenoot het zoveelste telefoontje beantwoordt‚ vertelt ze in het gemeubileerde huurappartement over de weinige spullen die ze uit Syrië meenamen. In de hal hangt een klein schilderij met tere witte bloemen dat haar vader in de gevangenis maakte. Aan de muur ertegenover vijf foto’s van oude Damasceense huizen en van mannen die op straat voor een café backgammon spelen. In een wandkast prijkt een smalle blauwe vaas; de rest van de glascollectie is nog in Damascus.

Knuffel

Ze pakt een beertje met een rood hartje en de woorden I love you dat Darwish in de gevangeniswinkel voor zijn vrouw had gekocht. ‘Knuffel’‚ doopten ze het. Het werd door de bewakers opengesneden aan de achterkant om te controleren of er niets in verborgen zat. ‘Zelfs die arme knuffel is gemarteld’‚ zegt Bader. Ze wijst naar een afbeelding van hen beiden. ‘Dat is mijn lievelingsfoto. We kenden elkaar toen net.’ Te zien is hoe ze hand in hand wandelen door de heuvels bij de Syrische kustplaats Latakia.

Vier pakjes per dag

De intieme verbondenheid die het simpele kiekje van zes jaar geleden uitstraalt‚ hangt ook die middag in de Berlijnse woonkamer. Als ze hem liefkozend een lastpak noemt of even inspringt als zijn Engels hapert. Of als ze samen grappen over de hoeveelheid sigaretten die ze wegpaffen – al rookt Bader nu minder dan de vier pakjes per dag toen haar echtgenoot gevangenzat. Ze verbleef in die periode in de Libanese hoofdstad Beiroet maar reisde regelmatig terug om haar man te bezoeken‚ al liep ze daarmee elke keer het risico opgepakt te worden.

Nog maar nauwelijks was Darwish vrijgelaten of de mannen van Ali Malouk‚ het hoofd van de beruchte veiligheidsdienst‚ stonden op de stoep. Help ons in de strijd tegen IS en de terroristen‚ zeiden ze. Darwish kreeg een positie als parlementslid of als minister van Verzoening aangeboden. Zijn toon wordt schamper. ‘Op zo’n politieke positie valt in Syrië veel geld te verdienen.’ Ze wilden hem corrumperen en hem inzetten om het imago van het regime op te poetsen. Toen er meerdere bezoeken volgden en de toon dreigender werd‚ besloot hij zijn land te verlaten. Duitsland bleek als eerste bereid hen op te nemen.

Geen Syrisch conflict meer

Tijdens de vredesonderhandelingen eerder dit jaar in Genève was hij tegen beter weten in hoopvol en had hij bijna zijn koffer gepakt om terug te keren. Maar meteen daarna drong de complexe realiteit weer tot hem door. ‘De oorlog is geen Syrisch conflict meer. Het is een internationale strijd. Ergens moet via de politieke weg een balans gevonden worden tussen al die belangen.’ Hij verbergt zijn gezicht in zijn handen. ‘Dit gaat nog zo lang duren. Ik durf niet eens meer te zeggen hoe lang.’

Soms overweegt hij zich in een open brief tot president Al-Assad te wenden met de boodschap: ‘Doe iets goeds voor het land en voor jezelf.’ Bader‚ die een stoel aan de kleine tafel heeft bijgetrokken‚ zegt: ‘Zo’n brief is zinloos.’ Hij geeft haar tot zijn spijt gelijk. Dan zegt hij: ‘Toch blijft het mijn droom dat deze oorlog ophoudt.’

NAAM Mazen Darwish GEBOREN 1 november 1974 in Damascus AFGESTUDEERD in 1997 in rechten aan de Universiteit van Damascus GETROUWD met mensenrechtenactiviste Yara Bader DIRECTEUR sinds 2004 van het Syrische Centrum voor Media en Vrijheid van Expressie MEDEOPRICHTER van de verboden onafhankelijke nieuwssite Syriaview.net GEWETENSGEVANGENE van februari 2012 tot augustus 2015 IN BERLIJN sinds november 2015 WINNAAR van prijzen als de UNESCO World Press Freedom Prize (2015) en de Roosevelt Four Freedoms Award voor de Vrijheid van Meningsuiting (2016)

Wordt Vervolgd, juni 2016