Dissidenten in China. Wie de woonplaats van Chen Guangcheng komt binnenrijden, wordt gestopt door bewakers zonder uniform.
© Du Bin/New York Times/HH

Hoe gaat het met de dissidenten in China?

Rond de olympische spelen in Beijing in 2008 voerde Amnesty campagne voor Chinese dissidenten. Hoe vergaat het hen drie jaar later? ‘In China gaat het om controle behouden, niet om wat goed is voor mensen.’

Shanghai – Door een kier van het raam is te zien hoe een man onbeschaamd naar binnen gluurt in het huis van Yuan Weijing. Hij doet geen enkele moeite om niet op te vallen. ‘Elke dag gaat het zo’, zucht Yuan. ‘Ze staan op de vier hoeken van ons huis te spioneren. ’s Nachts blokkeren ze de deur met een ijzeren staaf, zodat we niet kunnen ontsnappen. Als ze hiermee door gaan, krijgen ze nog waar ze op hopen. Met zijn slechte gezondheid, kan hij dit niet overleven.’ Yuan praat over haar man, de 39-jarige, blinde advocaat Chen Guangcheng. Chen werd in 2006 veroordeeld tot ruim vier jaar cel. Hij zou het verkeer hebben verstoord, luidde het vonnis. De autoriteiten zagen Chen vooral graag achter de tralies, omdat hij mensen bijstond in zaken over gevoelige onderwerpen, zoals gedwongen abortussen en industriële vervuiling. Sinds zijn vrijlating zit hij onder huisarrest in het plattelandsgehucht Dongshigu, vierhonderd kilometer ten zuiden van Beijing.

Video op YouTube

Begin dit jaar lukte het hem en zijn vrouw om ruim een uur aan video naar buiten te krijgen over de omstandigheden waaronder ze nu leven. Op 9 februari werden de beelden op YouTube gezet. Een dag later werden Chen en Yuan in elkaar geslagen door de mannen rond hun huis.

Het is onmogelijk om Chen te spreken te krijgen. Hij heeft zijn celstraf uitgezeten, enkel en alleen om te belanden in een nieuwe gevangenis: zijn huis. Telefoon- en internetverbindingen zijn afgesloten. Bij de buren is apparatuur geplaatst om het signaal van mobiele telefoons te verstoren. Als het donker wordt, zetten felle schijnwerpers het huis van Chen en Yuan in badend licht. Wie over de zandweg Dongshigu binnen wil rijden, wordt gestopt door bewakers zonder uniform. Zij hebben de taak iedereen die niets in het dorp te zoeken heeft, om te laten keren. Desnoods hardhandig. Enkele buitenlandse journalisten die probeerden Chen te bezoeken, werden met stenen bekogeld.

Jasmijnrevolutie

De Chinese autoriteiten hebben een harde campagne ontketend tegenover advocaten, academici, schrijvers en andere activisten die kritiek uiten. Dat begon toen afgelopen najaar bekend werd dat Liu Xiaobo, die een straf uitzit voor zijn oproep om politieke hervormingen, de Nobelprijs voor de Vrede kreeg.

Sinds februari doen op internet oproepen de ronde om ook in China een Jasmijnrevolutie te ontketenen, zoals in de Arabische wereld. Tot massaprotest hebben de oproepen niet geleid. Wel tot een nog hardere opstelling van de overheid tegenover activisten. Sinds februari zijn zeker dertig mensen domweg verdwenen en hebben tweehonderd dissidenten huisarrest gekregen. Op 3 april werd zelfs de wereldberoemde kunstenaar en activist Ai Weiwei opgepakt, toen hij op het vliegtuig wilde stappen om van Beijing naar Hongkong te reizen. Velen dachten dat de medeontwerper van het Olympisch Stadion in Beijing door zijn faam minder risico liep om te worden gearresteerd voor het uiten van zijn mening. Het apparaat van de staatsveiligheid heeft nu laten merken niemand te ontzien.

Mensen zijn zo bang om te vechten voor de publieke zaak

Hoe graag de Chinese overheid ook zelfverzekerd overkomt, de autoriteiten nemen steeds meer maatregelen om de ogenschijnlijke rust in de samenleving af te dwingen en critici de mond te snoeren. Voor het eerst is vorig jaar meer geld uitgegeven aan binnenlandse veiligheid (59 miljard euro) dan aan defensie (58 miljard euro). Voor dit jaar is een nog groter verschil begroot.

Hoofdpijndossiers

Afspreken met Cheng Hai is niet eenvoudig. De 59-jarige advocaat stuurt je eerst naar een vismarkt in het noorden van Beijing, niet ver van z’n huis. Dan belt hij, om je te wijzen op het gebouw aan de overkant. ‘Zie je de balustrade aan de buitenkant van de tweede verdieping? Daar moet je zijn. Klim de trap op, loop over de balustrade.’ Daar gaat de telefoon weer. ‘Ik sta hier’, zwaait Cheng vanaf de oorspronkelijke ontmoetingsplek. Cheng wil voorzichtig zijn voor hij mensen ontmoet die hij nog niet kent. Hij moet wel. Hij is al eens door vier man in elkaar geslagen, op weg naar de moeder van een Falun Gong-volger die hij bijstaat. ‘Met zeventien andere advocaten heb ik aangeboden verdachten te verdedigen die betrokken waren bij de rellen in Tibet van 2008’, vertelt Cheng. ‘Ik ben betrokken geweest bij meer zaken rond Falun Gong en bij aanklachten van burgers van wie het huis is gesloopt voor nieuwbouw.’

Het is een opsomming van hoofdpijndossiers voor de Chinese overheid waarin Cheng Hai steeds als advocaat opduikt

Het is een opsomming van hoofdpijndossiers voor de Chinese overheid waarin Cheng Hai steeds als advocaat opduikt. Beter gezegd, opdook. In juni 2009 heeft de Orde van Advocaten in de Chinese hoofdstad zijn vergunning ingetrokken. Hij is al enkele malen vastgehouden door de politie. Ook achtervolgen ze hem, of bellen ze hem met een uitnodiging om thee te komen drinken op het bureau.

Cheng wil niet eens nadenken over de mogelijkheid om van die druk af te komen door alleen nog onomstreden cliënten te helpen. ‘Sommige advocaten zijn lafjes afgehaakt’, zegt hij met een spottende lach. ‘Echt zo’n Chinees fenomeen: mensen zijn zo bang om te vechten voor de publieke zaak.’

Ondermijning van het gezag

Een ontmoeting met Zheng Enchong (61) laten de autoriteiten helemaal niet toe. De advocaat uit Shanghai zit al vierenhalfjaar vrijwel onafgebroken onder huisarrest. Appartement 1406 in Gebouw 1 aan de Jinyuanstraat werd zijn cel nadat hij in 2006 was vrijgelaten uit de Tilanqiao-gevangenis in Shanghai. In 2003 was hij veroordeeld, omdat hij een fax over arbeidersonrust had gestuurd naar een Amerikaanse mensenrechtenorganisatie. De rechter vond dat hetzelfde als het lekken van staatsgeheimen. Gebouw 1 staat in een oude arbeiderswijk in Shanghai. De bewakers weten precies hoe laat het is als een buitenlander de parkeerplaats oploopt. Eén van hen wijst omhoog, richting de veertiende verdieping waar Zheng zit. ‘Je kunt er niet heen’, zegt hij. ‘Het is te druk.’ Dan wordt het hek dichtgedaan. Het laatste teken van leven van Zheng kwam op 13 december vorig jaar, toen het Radio Free Asia lukte hem kort te spreken. ‘In Shanghai heeft de politie tientallen mensen onder huisarrest’, zei hij. ‘Dat betekent dat het over het hele land om honderden gaat.’

Tien jaar achter de tralies

De lijst blijft groeien. Eind maart werd de 43-jarige dissident Liu Xianbin uit de provincie Sichuan in een rechtszitting van een paar uur veroordeeld. Ook hij kreeg de even vage als beruchte aanklacht tegen zich te horen: ‘ondermijning van het gezag van de staat’, gebaseerd op artikelen die hij schreef voor buitenlandse sites. Voorheen stond daar enkele jaren cel op, maar ook in het recht wordt China harder. Liu is voor tien jaar achter de tralies verdwenen.

‘Niets uit de afgelopen vijftig jaar toont aan dat er in China sprake is van democratie, eerlijkheid en moraliteit’, zei Ai Weiwei (53) in een interview, gehouden tijdens de Olympische Spelen. Ook toen werd zijn woning al continu in de gaten gehouden. Ai liet zich er niet door stoppen. ‘Het blijft een systeem dat puur gericht is op het behouden van controle, niet op wat goed is voor mensen.’ Voor die mening staat nu ook zijn naam op de lijst van opgepakte Chinese dissidenten.

Tekst: Remko Tanis