© Jitske Schols

Dankzij EU-geld

De EU noemt de UNHCR graag zijn ‘closest partner’ in het Europese ‘migratiemanagement’. Dat bedoelt de EU níét in de zin van intiem en liefdevol, maar als: we hebben de UNHCR in een nekklem zodat ze zich kalm houdt en anders breken we d’r nek. De EU is de belangrijkste financier van de UNHCR; zonder EU-geld kan de organisatie niet overleven. Als de UNHCR niet meewerkt aan het Europese migratiemanagement, gaat de geldkraan dicht.

Daarmee geeft de UNHCR zich over aan een hoofddonor die ‘geobsedeerd’ is door het weghouden van vluchtelingen uit Europa en bereid is daarvoor elke morele prijs te betalen; Amnesty zei het eerder, Oxford University herhaalt het in een recent rapport. De EU wil bijvoorbeeld af van de particuliere reddingsschepen op de Middellandse Zee en drenkelingen overlaten aan de Libische kustwacht. In april en mei dit jaar verdronken twintig migranten en vluchtelingen op weg naar Europa. Vanaf juni weigerden Italië en Malta reddingsschepen van ngo’s in hun havens, legden ze aan de ketting en dreigden met vervolging. Sindsdien verdronken bijna vijfhonderd mensen.

De UNHCR wacht de vluchtelingen aan land op, niet met asieladvocaten, maar met een flesje water en iets te eten

De UNHCR moet vluchtelingenrechten zien te beschermen en mag tegelijkertijd de EU niet ontrieven. Dat leverde een wonderlijk UNHCR-beleidsuitgangspunt op, waarin vluchtelingen nooit mogen worden teruggestuurd naar landen waar hun leven gevaar loopt – behalve als ze worden onderschept door de Libische kustwacht. In die gevallen zegt de UNHCR er niets van, maar wacht de vluchtelingen aan land op, niet met asieladvocaten, maar met een goodiebag met een flesje water en iets te eten erin. ‘Life-saving assistance at disembarkation points’ noemt de UNHCR dat in het jargon dat de donor graag hoort.

Vanaf de kade gaan de vluchtelingen rechtstreeks naar de smerige gevangenissen van de Libische overheid, die in het verhaal ‘opvangfaciliteiten’ heten. Wat hun daar aangedaan wordt noemen mensenrechtenorganisaties ‘een nachtmerrie’, ‘walgelijk’ en ‘onmenselijk’; de UNHCR hield het in een recente persverklaring op ‘unspeakable’, niet in woorden uit te drukken. En dat is wat de organisatie doet: niet spreken over de verantwoordelijke, want dat is de EU. De EU financiert behalve de UNHCR ook de Libische gevangenissen, Libische overheid en Libische kustwacht.

Gewoonlijk als een organisatie zijn logo verandert, gaat dat gepaard met trompetgeschal, lintenknipperij en een kostbare reclamecampagne. De UNHCR deed het in stilte. Van het fiere ‘United Nations High Commissioner for Refugees’, ging het in het logo naar een fleps ‘UN Refugee Agency’. De ‘UN High Commissioner’ is minder belangrijk dan alle ‘EU High Representatives’ die de knip beheren, en dat de High Commissioner er was ‘for refugees’ is sinds Libië ook niet langer evident. De UNHCR reduceerde zichzelf tot een banaal ‘agentschap’, een dealer namens de donoren, een bijkantoor van de EU.

De UNHCR was altijd al schatplichtig aan zijn geldgevers, maar doet nu niet eens meer alsóf.