Coach

Kranten in Senegal beschreven de opstand tegen FIFA-voorzitter Sepp Blatter als een coup van westerse landen tegen Afrika’s allerbeste vriend. De voorzitter van de Nigerian Football Federation kon zijn tranen amper bedwingen: ‘Blatter voelt en ziet Afrika. Blatter staat voor Afrikaanse kansen.’

In Sierra Leone houden ze al van Blatter sinds de dag dat hij aantrad. Het was 1998 en de oorlog in Sierra Leone duurde al zeven lange jaren. De internationale gemeenschap deed niets om te helpen. Maar op een dag stond daar wel zomaar opeens een delegatie van de FIFA op de stoep‚ met een potje geld voor de ontwikkeling van Afrikaans voetbal. De nationale competitie in Sierra Leone lag al jaren stil. Topvoetballers waren gesneuveld of kwijnden weg in vluchtelingenkampen over de grenzen. Maar in het door rebellen geterroriseerde binnenland‚ in het stadje Bo‚ vonden de FIFA-afgezanten twee elftallen uit wat eens Sierra Leones eerste divisie was‚ die stug doortrainden. De coaches van beide teams mochten mee naar Ghana om een FIFA-trainerscursus te volgen. Na een week of wat kwamen ze weer thuis‚ ieder met een FIFA-certificaat‚ een trainershandboek en een paar ballen met ‘FIFA’ erop.

Jaren na zijn FIFA-avontuur ontmoette ik coach Coomber van FC Nepean Stars van Bo. De FIFA-ballen waren allang lek geschopt en het handboek was verkruimeld‚ maar zijn elftal trainde nog steeds. Hij nodigde me uit om te komen kijken. Het team jogde dagelijks zeven kilometer op blote voeten‚ want hun kicksen bewaarden ze voor wedstrijden.

Vroeger‚ vertelde coach Coomber‚ toen de militairen in Sierra Leone nog aan de macht waren‚ was er bedrijfssponsoring. Soldaten marcheerden winkels binnen en wezen aan: jullie steunen team A en jullie team B. En dan kwam er geld voor shirts‚ kousen en een beetje salaris. Maar toen ik hem sprak‚ werden teams geacht te overleven van de kaartverkoop voor wedstrijden. Sierraleoners konden zich echter geen kaartjes veroorloven en bleven thuis. De coach hield zijn gezin in leven met een baantje als pastor in een van Bo’s vele kerken en zijn spelers beunden bij op de markt‚ waar ze rondsjokten met tubes tandpasta‚ plumeaus en onderbroeken in aluminium teilen op hun hoofd. Van de eerste naar de eredivisie: coach Coomber deed wat hij kon om de voetbaldroom van zijn elftal in leven te houden. Hij vertelde de spelers dat de FIFA op een dag naar Bo terug zou komen‚ want dankzij zijn FIFA-certificaat was hij lid van de internationale FIFA-familie geworden en familie laat je niet in de steek. ‘Dromen moet’‚ zei hij tegen mij. ‘Een leven zonder droom is geen leven.’

In een land als Sierra Leone was het zelfs gevaarlijk om niet te dromen‚ want het was de hopeloze realiteit die jongens in de klauwen van de rebellen van het Revolutionary United Front (RUF) dreef. ‘Die rebel boys zijn net als mijn boys‚ maar dan zonder de droom’‚ zei Coomber. ‘Niet achterlijk‚ wel jong‚ sterk en gefrustreerd in alles wat ze in hun leven hebben geprobeerd te bereiken. Dan‚ op een dag‚ biedt iemand ze werk aan. Vechten en plunderen. Ze accepteren het‚ want hebben niets anders fatsoenlijks te doen.’ Of ze stappen op een bootje naar voetbalparadijs Europa‚ dat zag je ook toen al wel. Behalve een droom en een door de FIFA-gecertificeerde coach‚ hadden de Nepean Stars ook nog een schuld door de aankoop van twee spelers van FC Zodiac‚ een club in een dorp verderop. Coach Coomber liet me de aanmaning van de nationale voetbalbond SLFA zien: de Nepeans dienden de transfersom per ommegaande te voldoen‚ anders zou de club worden geschorst. Ik trok mijn portemonnee. De twee spitsen kostten me 60 duizend leones‚ 25 euro per stuk. Een koopje. Ik heb ze daar gelaten en ben nooit naar Bo teruggegaan. Misschien dromen de Nepean Stars nu van de FIFA en van mij.