Boter op het hoofd

Na de aanslag op Charlie Hebdo leek ineens iedereen het vrije woord heiliger dan heilig te verklaren. Hoe anders was dat nog na de moord op Theo van Gogh eind 2004.

Na de aanslag op Charlie Hebdo leek ineens iedereen het vrije woord heiliger dan heilig te verklaren. Hoe anders was dat nog na de moord op Theo van Gogh eind 2004. Toen vonden velen dat we bij het uiten van onze mening wel rekening moesten houden met godsdienstige gevoeligheden – Justitieminister Piet Hein Donner wilde zelfs het verbod op godslastering actief gaan handhaven.

Ook na de Deense cartoonrellen ruim een jaar later kwamen er vergelijkbare reacties. Zo verklaarde de Zwitserse multinational Nestlé in een grote advertentie op de voorpagina van een Saudisch dagblad dat het geen Deens bedrijf was. En zelfs The Index on Censorship‚ een van ’s werelds grootste persvrijheidsorganisaties‚ wilde de Deense tekeningen niet in het eigen blad publiceren‚ onthult de Britse schrijver Kenan Malik op pagina 12. Hij betoogt dat juist het níet plaatsen van die tekeningen in zekere zin discriminerend was. Wie zegt dat je de profeet Mohammed niet mag bespotten om de gevoelens van moslims te sparen‚ zegt eigenlijk dat ze allemaal reactionairen zijn en generaliseert dus zelf‚ vindt Malik.

Helaas bleken de heiligverklaringen van het vrije woord na ‘Charlie Hebdo’ niet allemaal even oprecht te zijn. Ik denk dan niet alleen aan de Saudische autoriteiten‚ die de aanslag in Parijs veroordeelden om twee dagen later blogger Raif Badawi de eerste vijftig van de hem opgelegde duizend stokslagen te geven omdat hij de islam zou hebben beledigd.

Ook Frankrijk zelf bleek boter op het hoofd te hebben. Na de aanslagen arresteerden de Franse autoriteiten zeker 69 mensen die het terroristische geweld hadden toegejuicht. Via snelrecht kregen sommigen gevangenisstraffen opgelegd. Als het aan CDA-leider Sybrand Buma ligt‚ komt er ook in Nederland een zogeheten apologieverbod. Hij wil het goedkeuren van terrorisme of het zwaaien met bijvoorbeeld een Hezbollah-vlag strafbaar stellen.

Zodra het om meningen gaat die we verafschuwen‚ staat de vrije meningsuiting kennelijk ook in ons land onder druk. Natuurlijk moet het aanzetten tot geweld verboden blijven. Maar wie denkt dat de dreiging van terreur zal afnemen als we het goedpraten van terrorisme strafbaar stellen‚ komt bedrogen uit.