Bij de buren – column van Eduard Nazarski

Bij een bezoek eind mei aan Curaçao moest ik denken aan de ‘gekloofde tijd’ die Nobelprijswinnaar Elie Wiesel ooit heeft beschreven. Vluchtelingen leven in een tijd die in twee stukken lijkt te zijn gehakt. Hun buren zijn vaak mensen in veiligheid, die misschien aan de hypotheek denken, terwijl vluchtelingen op datzelfde moment denken aan familieleden die zijn achtergebleven, trauma’s die ze het liefst zouden vergeten, de onzekere toekomst.

Op Curaçao verblijven zo’n 15 duizend Venezolanen. In wat ooit het rijkste land van Zuid-Amerika was, leeft nu 94 procent van de bevolking in armoede. Vier miljoen Venezolanen hebben hun land verlaten.

Op Curaçao is er geen opvang voor vluchtelingen. Venezolanen mengen zich onder de bevolking op zoek naar werk. Of ze belanden in het Sentro di Deten-shon en Korekshon Korsou (SDKK), een gevangenis die mijn collega Matty Verburg en ik bezochten.

Vluchtelingen leven in een tijd die in twee stukken is gehakt

‘Barakken’ met ongedocumenteerde Venezolanen. Vrouwen die twee uur per etmaal de cel uit mogen. 21 mannen op één cel. De hitte van een sauna. Onvoldoende eten, weinig water. Begin juni was er een incident waarbij de politie binnen de barakken met rubberkogels schoot.

Curaçao is een ‘land binnen het koninkrijk’, dus Nederland heeft er verantwoordelijkheid. Voor de opvang van Venezolanen is 24 miljoen euro hulp beschikbaar. Terugkeer is geen optie, de grens met Venezuela zit potdicht. ‘De duur van verblijf van vreemdelingen is niet meer in te perken door wet en beleid verder aan te scherpen’, schreef de Commissie-Van Zwol zojuist over Nederland. Oftewel: hoe hard de overheid ook pretendeert te zijn, er zijn altijd groepen vreemdelingen voor wie je opvang moet regelen. Dus ook fatsoenlijke ‘wet en beleid’ voor opvang en procedure op Curaçao. Dat maakt geen einde aan de gekloofde tijd, maar haalt er wel de ergste scherpte vanaf.

Curaçao beseft dat het af moet van ad-hocmaatregelen. De overheid staat op een kruispunt: meer afschrikken en opsluiten, of een beleid conform mensenrechten? Ik hoop dat ons bezoek aan dat laatste heeft bijgedragen.