
Brief aan Khalid Mohammed
Amsterdam‚ november 2014
Beste Khalid,
Toen we elkaar onlangs zagen in jullie kantoor in Bagdad‚ heb ik lang niet alles gezegd wat ik had willen zeggen. Ik wist dat jij en je team licht spottend de schouders zouden ophalen als ik mijn respect voor jullie werk te nadrukkelijk zou uiten. Daarom doe ik dat bij dezen. Voor een bezoekend journalist zoals ik is het soms nauwelijks voor te stellen hoe jullie het volhouden dag in dag uit te berichten over een land dat maar geen vrede gegund lijkt.
Mijn gedachten gaan terug naar de periode tussen 2003 en 2006‚ toen ik aan een boek werkte over een familie in Bagdad en vaak bij jullie binnenliep. Wat een hectiek en wat een gekte heerste er op jullie kantoor‚ dat toen nog in het Palestine Hotel zat. Jullie renden in en uit. Of jullie zaten met verstrakte ruggen achter laptops foto’s door te seinen. Elke seconde telt immers in de wereld van het internationale nieuws.
Rondvliegende scherven
De telefoon rinkelde voortdurend. Meestal was een van jullie bezig de nieuwe ruiten met tape af te plakken tegen rondvliegende scherven. De voorspelling dat het Palestine Hotel zelf een doelwit zou worden‚ kwam natuurlijk uit.
Terwijl ik dit schrijf‚ hoor ik nog hoe de stem van Anja Niedringhuis (zie kader op pagina 24‚ red.) door de ruimte knalde terwijl ze jullie team van fotografen aanstuurde. Want wee degene die niet het beste van zichzelf gaf‚ ook in de moeilijkste omstandigheden. Maar haar lof was even luid als haar ‘tough love’‚ vond je niet? En niemand was trotser dan zij toen jullie in 2005 de Pulitzerprijs in de categorie breaking news in de wacht sleepten.
G.I. Joe
Herinneren jullie je trouwens nog hoe we gelachen hebben om haar foto van een Amerikaanse militair in Fallujah uit wiens rugzak een ‘G.I. Joe’ (een soldatenpop‚ red.) piepte‚ als mascotte? En dat absurde beeld van de Kerstman bij de Amerikaanse troepen was al net zo’n typische Anja-foto. Ook jullie wereld stond stil toen op 4 april dit jaar een politiecommandant haar vermoordde in de provincie Khost‚ in het oosten van Afghanistan.
Terwijl in de loop van 2005 de meeste westerse journalisten vanwege de aanslagen en het ontvoeringsrisico binnen bleven‚ of alleen nog met militairen meereisden‚ waren jullie degenen die het dagelijks leven van de Irakezen bleven vastleggen in een land dat steeds verder ontwricht raakte. Dat werk moet extra pijnlijk geweest zijn‚ omdat het ook over jullie eigen leven ging.
Jullie maakten van dichtbij mee hoe fragiel en betrekkelijk die rust en politieke compromissen waren
Nadat de Amerikaanse troepen eind 2011 vertrokken‚ verdween Irak uit het internationale nieuws. Maar jullie maakten van dichtbij mee hoe fragiel en betrekkelijk die rust en politieke compromissen waren. Het duurde niet lang of het beleid van de sjiitische regering‚ dat gepaard ging met uitsluiting en vervolging van soennieten‚ begon zich te wreken. Jullie moesten weer achter diezelfde treurige verhalen aan van aanslagen‚ moorden en verdwijningen. Veel publicaties zal het niet opgeleverd hebben‚ want ‘the story in Iraq was dead’‚ zoals dat cynisch heet in de business. Ander nieuws slokte de aandacht op.
Stuipen op het lijf jagen
Hoe is het mogelijk dat we pas nu‚ als de opmars van de Islamitische Staat ons in de westerse landen de stuipen op het lijf jaagt‚ weer aandacht hebben voor jullie land? Telkens weer negeren de meeste internationale media de voorbodes van conflicten‚ om pas massaal aan te rukken als de vlammen uit het dak slaan. Die wetenschap zat me dwars toen ik deze zomer als vanouds bij jullie aan de koffie zat. Nou ja‚ als vanouds was het natuurlijk niet. Allemaal misten we Anja. Zij was degene die de laatste jaren niet meer mee wilde in die veel te beperkte opvatting van het nieuws‚ en die ervoor pleitte conflicten langduriger te volgen. Ik zie haar blik en haar talenten in jullie foto’s terug. ‘Ze is nog elke dag bij ons’‚ zei je terwijl we haar portretje toeknikten dat op de Iraakse vlag naast de deur prijkt.
De aanslagen zijn niet meer te tellen. ‘Dit is Irak. Wat kunnen we doen?’ schreef je me na de zoveelste explosie
Ik moet aan jullie denken nu er een plattegrond van Bagdad circuleert waarop met rode stippen het aantal aanslagen sinds 2003 is vastgelegd. Op Facebook en Twitter krijgt die kaart veel reacties. Maar jullie weten als geen ander dat die kaart‚ hoe schokkend ook‚ bij lange na niet klopt. De aanslagen zijn niet meer te tellen. ‘Dit is Irak. Wat kunnen we doen?’ schreef je me na de zoveelste explosie.
Het is in ons vak een van die ongeschreven regels dat je het niet tegen elkaar zegt‚ maar ik zeg het toch: stay safe‚ blijf veilig. Jij‚ en al je collega’s daar.
Tot aan de volgende koffie‚
Minka Nijhuis
Over Anja Niedringhaus
De Duitse fotografe Anja Niedringhaus (1965-2014) begon haar carrière bij het European Pressphoto Agency (EPA). In 2002 stapte ze over naar Associated Press (AP). Niedringhaus (op de foto met camera) was een van de weinige vrouwen die 25 jaar in de top van de internationale fotografie werkte. Ze bracht vele conflicten in beeld‚ waaronder die in Kosovo‚ Irak‚ Gaza‚ Pakistan en Afghanistan. In 2005 won ze met een team van elf Iraakse fotografen de Pulitzerprijs in de categorie breaking news‚ voor hun berichtgeving over de oorlog in Irak. Het team staat inmiddels onder leiding van fotograaf Khalid Mohammed. Op 4 april 2014 werd Niedringhaus doodgeschoten toen ze verslag deed van de verkiezingen in Afghanistan. AP-collega Kathy Gannon raakte ernstig gewond bij die schietpartij. Zie www.anjaniedringhaus.com.
Wordt Vervolgd, december 2014