Bange poeperds

De Verenigde Naties laten zich door de Syrische president Bashar al-Assad dicteren. Hij bepaalt welk deel van de bevolking voedsel en medicijnen mag krijgen‚ en welk deel niet.

De VN-hulp gaat aldus voor ten minste 80 procent naar Assads achterban. Dat doen de VN en Al-Assad al zo sinds 2011‚ toen de oorlog in Syrië begon.

Niet alleen dóen de VN wat Al-Assad wil‚ ze zéggen ook wat hij wil‚ want anders worden ze Syrië uitgezet. Voordat VN-tussenrapporten naar de VN-donoren gaan‚ worden die op instructie van Al-Assad gecensureerd. Verwijzingen naar vaatbommen moesten al worden geschrapt‚ net als passages over de opzettelijke uithongering van 600 duizend opposanten in belegerde gebieden. Pas toen in 2015 foto’s van hongerslachtoffers in het stadje Madaya op internet begonnen te circuleren‚ moesten de VN toegeven allang te weten wat zich daar afspeelt. Ze beloofden Al-Assad nu formeel om toestemming te vragen om er een hulpkonvooi op af te sturen. Standaard wordt al jaren 80 procent van alle VN-verzoeken door het Syrische regime afgewezen.

Niet alleen mensen van buiten klagen over de collaboratie van de VN met Al-Assad. Een – uitgelekte – interne evaluatie van de VN concludeerde dat de collega’s in Damascus ‘simpelweg niet bereid zijn om de operatie in Syrië in gevaar te brengen door strijdvaardiger tegen de Al-Assad op te staan’. Het kan dus wel‚ maar ze doen het niet. Eind augustus berekende The Guardian hoeveel geld VN-hulpfondsen besteden in het gebied dat onder controle staat van Al-Assad: honderden miljoenen per jaar gaan naar Al- Assads landbouwprogramma’s‚ Al-Assads bloedbanken‚ Al- Assads brandstofleveranciers‚ de constructiebedrijven van Al-Assads ooms en neven en vervoerders uit Al-Assads achterban. En naar mevrouw Al-Assad. Zij mocht in 2015 ruim 8 miljoen dollar ontvangen op de bankrekening van haar ngo’tje. Ze doet iets met capacity building‚ ver van Madaya.

Zwijgen‚ censureren en meebuigen is de cultuur in de VN-leiding. Zelfde organisatie‚ ander continent: de VN-vredesmissie in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Daar rapporteerde een jaar geleden Anders Kompass‚ van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN‚ seksueel misbruik van kinderen door Franse blauwhelmen. De missieleiding wist niet hoe ze snel ze dat nieuws onder tafel moest vegen en slingerde Kompass onmiddellijk op non-actief: alles om lidstaat Frankrijk niet te ontrieven.

Sindsdien kwamen er vanuit VN-vredesmissies overal ter wereld officiële meldingen van kindermisbruik door blauwhelmen naar buiten‚ namens zo’n vijfhonderd slachtoffertjes. Ban Ki-moon zag zich gedwongen te beloven dat de organisatie voortaan naar zijn klokkenluiders zal luisteren in plaats van ze tot zwijgen te brengen. Om prompt zijn eigen VN-onderzoeksteam naar oorlogsmisdaden in Jemen de mond te snoeren. Het team rapporteerde hoe Saudi-Arabië in Jemen willens en wetens scholen bombardeert. Een boos Saudi- Arabië dreigde zijn financiële bijdrage aan de VN stop te zetten‚ waarop Ban Ki-moon zich haastte alle verwijzingen naar het land uit het rapport te gummen.

De VN in Syrië legden vorige maand uit waaróm ze collaboreren met Al-Assad. ‘We hebben miljoenen mensenlevens gered‚ dat had zonder Al-Assads medewerking niet gekund.’ Als Al-Assad zijn dreigement om de VN het land uit te zetten zou uitvoeren‚ zou de helft van de Syrische bevolking voor de VN onbereikbaar worden. ‘Als de keuze is tussen zakendoen met Al-Assad‚ of geen hulp bieden‚ is het duidelijk: onze plicht ligt bij de burgers in nood.’

De plicht van de VN in de Centraal-Afrikaanse Republiek en Jemen ligt duidelijk niet bij de burgers in nood‚ dus waarom zouden de VN in Syrië geen andere keuzes kunnen maken? Oftewel: zich niet laten chanteren‚ maar zich het land uit laten gooien. Bereik je dan de helft van de bevolking niet‚ dan breng je je hulp naar de andere helft die dan wél bereikbaar wordt. Dat zal Al-Assad leren! Maar het zijn bange poeperds‚ die de VN leiden. Ze verkopen liever hun ziel dan dat ze hun baantjes verliezen.