© Amnesty International (Foto: Karen Veldkamp)

Antimartelcampagne

Amnesty start een wereldwijde campagne tegen martelen. Begin mei was ik in Nairobi voor de Afrikaanse lancering van de campagne en voor de opening van een regionaal kantoor van Amnesty.

Wie ons langere tijd heeft gevolgd‚ weet dat dit niet onze eerste campagne is tegen marteling‚ wrede behandeling‚ onmenselijke gevangenschap en aanverwante praktijken. Om precies te zijn: het is de vierde. In 1972 was Amnesty de organisatie die in een lijvig rapport wereldkundig maakte dat marteling allerminst uit de wereld was‚ zoals velen toen dachten. In 1984 voerden we campagne voor aanvaarding van het VN-Verdrag tegen Foltering‚ een van de successen in mensenrechtenwerk waar we met enige trots een aandeel in kunnen claimen. In 2000 vroegen we wereldwijd aandacht voor het wijdverbreide politiegeweld zoals in de sloppenwijken in Brazilië‚ dat door het aankomende WK voetbal alle camera’s op zich gericht zal zien.

En nu zien we ons genoodzaakt het onderwerp opnieuw op de internationale agenda te zetten. Het overgrote deel van de regeringen heeft het VN-verdrag geratificeerd‚ maar marteling is daarmee nog niet de wereld uit. De feiten worden verdoezeld‚ de beulen en verantwoordelijken gaan vrijuit. Dertig jaar lang hebben we een groot aantal landen tevergeefs gevraagd wat we in deze campagne als motto voeren: Stop marteling.

Kenia is daar een pijnlijk voorbeeld van. Op de drukbezochte persconferentie in Nairobi benadrukte Amnesty dat martelen in het Afrikaanse land steeds vaker voorkomt. Een opinieonderzoek wees uit dat in Kenia 58 procent van de mensen vreest voor marteling als ze zouden worden gearresteerd. Dat onderzoek hield Amnesty in meer dan twintig landen. Dezelfde angst die de Kenianen hebben‚ leeft in die landen bij gemiddeld 44 procent van de bevolking. Mexico‚ Pakistan‚ Turkije‚ Nigeria en‚ alweer‚
Brazilië scoren hoger dan dat gemiddelde.

Amnesty staat voor een taaie opgave. We willen de wereld ervan overtuigen dat internationaal recht‚ zoals het Verdrag tegen Foltering‚ van groot belang is om mensenrechten te beschermen. Tegelijkertijd tonen we aan dat een verdrag alleen niet voldoende is. Zoals een collega tegen me zei: ‘Werken voor mensenrechten is net als douchen: je moet het elke dag opnieuw doen.’

Ik zou graag beloven dat dit onze laatste antimartelcampagne is. Maar ik kan alleen maar een beroep op u doen om samen met ons volhardend te zijn. Niet omdat we al onze doelen zullen bereiken‚ maar omdat er geen alternatief is.