Ante Gotovina

Toen ik vorige week een congres bijwoonde van en over het Joegoslavië-tribunaal demonstreerde buiten een groepje Kroatische vrouwen. Zij protesteerden tegen de berechting van de Kroatische generaal Ante Gotovina eerder dit jaar. De rechters van het tribunaal veroordeelden Gotovina toen tot 24 jaar celstraf, wegens zijn verantwoordelijkheid voor de aanval op de Servische minderheid in het Kroatische gebied Krajina tijdens de beruchte operatie ‘Storm’, in de zomer van 1995.

Die militaire operatie, onder leiding van Gotovina, was erop gericht de Krajina – ongeveer eenderde van Kroatië – te ontdoen van de Serviërs die sinds 1991 heersten over het gebied. Zij hadden daar de meeste Kroaten verdreven.

De 56-jarige Gotovina is in Kroatië een held. Hij bevrijdde het land van de ‘bezetter’ en herstelde daarmee het eergevoel van de Kroaten. Zo zagen de demonstrerende vrouwen, onder wie vele moeders van slachtoffers van de Servische terreur, hem ook. Ze hadden 28 uur met de bus gereisd en de Haagse gemeente, vertegenwoordigd door een groot aantal agenten, had hen twee uur gegeven om hun spandoeken uit te rollen. Ik las: ‘Gotovina saved 50.000 persons in Bihac but is sentenced 24 years for one person’; ‘Mr Orie [de rechter die de veroordeling uitsprak] why don’t you like Croatia?’ en ‘Gotovina political prisoner’.

Het Joegoslavië-tribunaal heeft volgens de vrouwen geen hoge Servische militairen – van minimaal dezelfde rang als Gotovina – berecht voor de misdrijven die zij in Kroatië pleegden, terwijl ze volgens de vrouwen veel meer slachtoffers hebben gemaakt dan Gotovina. Hoewel het tribunaal andere belangrijke verantwoordelijken wel vervolgde, onder wie politici en lagere militairen, is de ongelijke behandeling van alle betrokken partijen voor velen in voormalig Joegoslavië een bron van frustratie.

Binnen in het Congresgebouw prezen internationale academici, rechters en mensenrechtenorganisaties de prestaties van het tribunaal sinds het in 1993 werd opgericht. Er is veel bereikt. Het juridische instrumentarium om genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden te vervolgen is gigantisch uitgebreid. De juristen van het tribunaal hebben de wereld geleerd hoe en op basis waarvan daders van mensenrechtenschendingen kunnen worden vervolgd en berecht.

In de middag leg ik een panel van zes deskundigen (onder wie vier Amerikanen) de vraag voor hoe de selectie van verdachten verbeterd kan worden, gezien de ervaringen van het tribunaal. De zes bevestigen mijn stelling dat het een belangrijk en moeilijk onderwerp is, maar veel verder dan deze constatering komen ze niet. Jammer. Peinzend over de Kroatische vrouwen die alweer in de bus naar Zagreb zitten, bedenk ik hoezeer de discussie gebaat zou zijn geweest bij de inbreng van experts uit voormalig Joegoslavië. Maar de regio is niet vertegenwoordigd onder de vele deskundigen die het tribunaal voor dit tweedaags congres heeft uitgenodigd.