Sympathisanten vieren op 22 april voor het gerechtsgebouw in Istanbul dat de vier Academici voor Vrede in voorlopige vrijheid zijn gesteld.
© Ozan Kose/AFP/Getty Images

Amnesty-onderzoeker Andrew Gardner: ‘Voor Turkije voorzie ik geen verbetering’

In Turkije kwijnt de rechtsstaat weg. Amnesty-onderzoeker Andrew Gardner ziet het al drie jaar onder zijn ogen gebeuren. Froukje Santing loopt een dag met hem mee in Istanbul. ‘President Erdogans advocaten beginnen drie rechtszaken per dag wegens belediging van het staatshoofd.’

Istanbul – Even was ik hem uit het oog verloren. Maar dan zie ik Andrew Gardner (38) weer staan. De Amnesty-onderzoeker in Turkije heeft zich op deze aprildag geroutineerd naar voren gewurmd in een van de volgepakte zalen van het Çaglayan-gerechtsgebouw in Istanbul‚ met 300 duizend vierkante meter het grootste gerechtsgebouw in Europa. Hij is een niet al te lange man‚ gekleed in lichtblauw overhemd‚ spijkerbroek en donkerblauwe gympen. Het sportieve colbert hangt nu nog om zijn schouders maar zal‚ ergens tijdens het urenlange proces tegen vier ‘Academici voor Vrede’‚ op de houten balustrade van de publieke tribune belanden‚ naast zijn hardleren schoudertas.

Testcase

De beheerste maar gedecideerde manier waarop Gardner zich voor in de rechtszaal opstelt‚ tussen de honderden andere internationale waarnemers‚ academici‚ familieleden en sympathisanten‚ tekent het belang van dit proces. Het proces tegen de vier wetenschappers is een testcase‚ zegt de Amnesty-onderzoeker. ‘Turkije plaatst het uiten van kritiek in de criminele sfeer. De aanklacht tegen de vier academici maakt dit goed zichtbaar. Is er nog wel ruimte voor kritiek op het regeringsbeleid in een land dat aandringt op een versnelde procedure voor het lidmaatschap van de Europese Unie? Het verloop van deze zaak moet dat duidelijk maken.’

Voorhoede

De ogen van Gardner haken zich vast aan de drie rechters en de openbaar aanklager‚ die in hun zwarte toga voor in de rechtszaal plaatsnemen. Hij wendt zijn blik van hen af als de vier aangeklaagden – Muzaffer Kaya‚ Esra Mungan‚ Kıvanç Ersoy en Meral Camcı – via een zijdeur door meerdere gevangenisbewakers naar binnen worden geleid. Zij brachten de afgelopen weken in de gevangenis door‚ deels in eenzame opsluiting – de twee vrouwelijke academici in Bakırköy‚ in Istanbul‚ hun mannelijke collega’s in Silivri‚ even buiten de metropool.

De vier vormen de voorhoede van een groep van ruim tweeduizend academici in Turkije en daarbuiten‚ verenigd onder de naam ‘Academici voor Vrede’. In een petitie‚ die zij half januari naar buiten brachten‚ roepen ze de regerende conservatief-nationalistische AK-partij op het vredesproces met de Turkse Koerden weer vlot te trekken. Ook willen ze dat het excessieve regeringsgeweld stopt dat in de afgelopen maanden over Zuidoost-Turkije walste‚ in antwoord op de bezetting van volkswijken door jonge Koerdische strijders. De enige uitweg uit deze geweldsspiraal is volgens de ondertekenaars dat de regering een roadmap voor vrede opstelt‚ waarin de politieke eisen van Koerdische bewegingen worden meegewogen.

De vluchtelingendeal met Turkije is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de Europese Unie

President Recep Tayyip Erdogan betichtte hen van hoogverraad‚ de openbaar aanklager beschuldigde hen‚ op basis van de antiterrorismewet‚ van het maken van propaganda voor een terreurorganisatie. In hun persoonlijke verklaringen later die middag beklemtonen ze ‘de stem van hun geweten’ te hebben laten spreken. Mungan: ‘We pogen de scheur te repareren die Oost- en West-Turkije uiteendrijft. De Koerden gaan in het oosten gebukt onder dodelijk geweld sinds president Erdog˘an de vredesbesprekingen heeft gesaboteerd. In het westen lijkt het niemand te kunnen schelen dat de burgerrechten van hun Koerdische landgenoten worden geschonden.’

De mond snoeren

Tijdens de laatste wetshervormingen‚ van 2013‚ heeft Turkije de antiterreurwetgeving in lijn gebracht met die in de EU: wie een aanklacht krijgt wegens terrorisme moet daadwerkelijk tot geweld hebben aangezet. ‘Keer op keer blijkt dat ook die nieuwe bewoording zich makkelijk op verschillende manieren laat uitleggen’‚ zegt Gardner. ‘De wet wordt vrijelijk van stal gehaald om journalisten (onder wie de Nederlandse Fréderike Geerdink‚ red.)‚ academici en andere critici de mond te snoeren.’

De antiterreurwet is niet overtreden: de vier academici hadden nooit gevangen mogen worden gezet

De praktijk verontrust Gardner in toenemende mate. ‘Als je naar de aanklachten kijkt‚ zie je dat elke basis voor zo’n vergaande beschuldiging ontbreekt. De antiterreurwet is niet overtreden: de vier academici hadden nooit gevangen mogen worden gezet.’ Dat geldt volgens hem ook voor de verdachten in menig ander proces‚ zoals de journalisten Can Dündar en Erdem Gül van het dagblad Cumhuriyet tegen wie vandaag een proces loopt in hetzelfde gerechtsgebouw in Çaglayan. De twee zijn in november opgepakt op verdenking van spionage‚ bedreiging van de staatsveiligheid en het verlenen van steun aan terroristen.

Hoogverraad

Cumhuriyet had bericht dat de Turkse geheime dienst wapens naar Syrië smokkelde. President Erdogan noemde de publicatie ‘hoogverraad’ en diende persoonlijk een aanklacht in tegen hoofdredacteur Dündar. Gardner: ‘Ze hebben hun werk als journalisten gedaan: het onthullen van informatie die het grote publiek behoort te weten.’

Op 6 mei‚ voorafgaand aan een nieuwe zittingsdag‚ nam een 40-jarige man Dündar buiten de rechtbank onder vuur. Dündar‚ die de aanslag overleefde‚ werd die dag veroordeeld tot vijf jaar en tien maanden celstraf – en Gül tot vijf jaar cel – wegens ‘het onthullen van staatsgeheimen’. Ze werden vrijgesproken van spionage. De schutter is gepakt‚ evenals twee handlangers.

Waakhond

Gardners interesse voor Turkije dateert al van 1999. Tijdens zijn studie internationale politiek aan de York University reisde de Brit door het land en de regio. ‘Ondanks de repressie die er toen ook al was‚ onder een meer seculier Turks bewind‚ bestond er een bloeiende civil society.’ Gardner bleef in Istanbul hangen‚ studeerde Turks ter voorbereiding op een universitaire vervolgopleiding en ging werken voor de burgerrechtengroep de Helsinki Citizens’ Assembly Turkey. Met een tussenstop in Venezuela‚ waar hij leiding gaf aan civil society-projecten en na een studie mensenrechtenwetgeving in eigen land‚ ging hij in 2007 aan de slag voor Amnesty – eerst op het hoofdkantoor in Londen‚ vanaf begin 2013 als onderzoeker in Turkije.

Geziprotesten

Sindsdien is het belang van een waakhond voor de vrijheid van meningsuiting alleen maar toegenomen. In de zomer van 2013 zag Gardner de eerste breuklijnen ontstaan. In hartje Istanbul sprak een gevarieerd gezelschap van veelal jonge‚ goed opgeleide stedelingen zich in het Gezipark wekenlang uit tegen het brute politiegeweld dat de overheid inzette om hen uiteen te drijven – wat bekend werd als de Geziprotesten.

Het is goed dat een niet-politieke organisatie als Amnesty de geschiedenis reconstrueert die onderbelicht had moeten blijven

Daarop volgde de overplaatsing van honderden rechters en openbare aanklagers die het regime onvoldoende goed gezind zouden zijn. En in de afgelopen maanden kreeg de intolerantie nieuwe dimensies‚ met dodelijk geweld tegen de Koerden in Zuidoost-Turkije en met de overname van oppositionele media door regeringsgezinde bewindvoerders – zoals de krant Zaman‚ die gelieerd zou zijn aan de islamitische prediker Fethullah Gülen‚ inmiddels een tegenstander van Erdogan.

In Zuidoost-Turkije kondigde de regering een uitgaansverbod af van 24 uur per dag dat wekenlang zou duren. ‘Veel zaken‚ zoals het doden van burgers‚ konden door het afgrendelen van hele woonwijken niet worden gedocumenteerd’‚ zegt Gardner‚ die direct na het intrekken van de uitgaansverboden afreisde naar de steden Diyarbakir en Cizre. Hij deed er buurtonderzoek en belde overal aan. Was hij bang‚ werd hij gevolgd? Hij wil niet veel kwijt over hoe hij te werk ging. ‘Wat ik meemaak‚ is onbelangrijk vergeleken bij wat de mensen die we interviewden hebben ondergaan. Maar het is goed dat een niet-politieke organisatie als Amnesty de geschiedenis reconstrueert die onderbelicht had moeten blijven.’

Ontzetting

In de rechtszaal in Çaglayan staat Gardner inmiddels al bijna vier uur op zijn benen‚ nog steeds tegen de balustrade van de publieke tribune geleund. De mouwen van zijn overhemd zijn opgerold. Hij weigert ondanks de benauwde hitte van te veel mensen in een te kleine ruimte een flesje water aan te nemen: hij weet dat hij zich na een sanitaire noodzaak onmogelijk een weg terug de volgepakte rechtszaal in kan wurmen.

Als de openbaar aanklager‚ meer mompelend dan met overtuiging‚ de aanklacht tegen de ‘Academici voor Vrede’ verrassend wijzigt van ‘propaganda maken voor een terreurorganisatie’ in ‘belediging van de Turkse staat‚ de regering en Turkse ambtenaren’‚ trekt er een golf van ontzetting door de rechtszaal. Voor deze aanklacht‚ waardoor de vier academici feitelijk worden neergezet als vijanden van de staat‚ is toestemming vereist van de Turkse minister van Justitie. De ontzetting is temeer zo groot omdat de openbaar aanklager de academici eerst niet op vrije voeten wil stellen tijdens het proces. Even later trekt hij die eis in‚ met als reden dat het die dag niet meer duidelijk zal worden of het ministerie van Justitie toestemming zal geven voor die nieuwe aanklacht. Gardner verwacht dat het nog wel enige tijd zal duren voordat die beslissing wordt genomen.

Geen verbetering

‘Ik zie de Turkse rechtsstaat wegkwijnen en ik voorzie geen verbetering in de nabije toekomst’‚ zegt hij als we in het laatste daglicht het gerechtsgebouw aan de rand van de zakenwijk Sisli verlaten en door een wirwar van straten met hoge flatgebouwen en kantoortorens naar het metrostation lopen. ‘Sinds Erdogan president is‚ zijn er door zijn advocaten dagelijks drie rechtszaken aangespannen tegen mensen die hem zouden hebben beledigd.’ Onder hen bevindt zich ook de Turks-Nederlandse Metro-columniste Ebru Umar die op 23 april in haar zomerhuis aan de Turkse westkust een nacht werd verhoord en landarrest kreeg opgelegd‚ maar inmiddels terug is in Nederland. ‘Een belangrijke ontwikkeling in dat spel van permanente gekrenktheid’‚ zegt Gardner bijna vrolijk‚ ‘is de aanklacht tegen de Duitse tv-komiek Jan Böhmermann op basis van wetten in Duitsland zélf.’

Gardner meent dat er wel degelijk ook een goede kant zit aan het exporteren van de Turkse intolerantie naar Europa. ‘Nu worden beschimmelde wetten mogelijk afgeschaft die bevriende buitenlandse staatshoofden de mogelijkheid bieden processen tegen burgers te beginnen door wie ze zich beledigd voelen. Ook in Nederland. Dat is een goede zaak.’

Deportaties

Op het Taksimplein aan de kop van de levendige Istiklalstraat‚ waar in maart een zelfmoordterrorist zich opblies tussen het winkelende publiek‚ komen we weer boven de grond. We praten verder in een van de vele‚ smalle achterafstraten met drukbezochte Turkse en Syrische restaurants en bedelende Syrische vluchtelingenkinderen. De wrange werkelijkheid van de rechtszaal sluit hier naadloos aan op een andere pijnlijke ontwikkeling die Gardner de afgelopen maanden onder de internationale aandacht bracht: sinds half januari zet Turkije – tegen de afspraak met de EU in – vrijwel dagelijks illegaal mannen‚ vrouwen en kinderen de grens over met Syrië. Amnesty tekende een lange lijst getuigenverklaringen op over de deportaties. Het bleek een publiek geheim dat mensen op grote schaal de grens over worden gezet in de provincie Hatay.

Brug

Gardner: ‘De vluchtelingen zijn de reden dat de internationale gemeenschap weigert de achteruitgang van mensenrechten in Turkije al te nadrukkelijk bij president Erdog˘an aan te kaarten. Die worden geslachtofferd om Ankara als bondgenoot te behouden in de strijd tegen Islamitische Staat (IS) en om de vluchtelingenstroom vanuit Turkije naar de Europese Unie tot staan te brengen. Turkije is uitgegroeid tot een brug‚ om het wrang uit te drukken‚ tussen de grenslanden die vluchtelingen produceren en de wereld waar deze mensen naartoe willen: de EU.’

Wat iedereen ook zegt over onze aanklacht dat Ankara massaal Syriërs deporteert‚ all the evidence is on our side

De aantijgingen van Amnesty dat Turkije vluchtelingen deporteert‚ raken de kern van wat mis is met de vluchtelingendeal tussen Turkije en de EU: Ankara maakt een eind aan de stoet wankele bootjes die vanaf Turkije naar Griekenland vaart‚ in ruil waarvoor door Turkije geselecteerde Syrische vluchtelingen legaal naar Europa mogen worden overgevlogen. Bovendien stelt de EU de komende twee jaar 6 miljard euro beschikbaar voor hulp aan de miljoenen vluchtelingen in Turkije zelf.

Zwarte bladzijde

Gardner noemt de deal ‘een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de EU’. De lidstaten ontzeggen vluchtelingen het recht om asiel aan te vragen en opgevangen te worden in een veilig land. Want je kunt met droge ogen niet volhouden dat Turkije een veilig land is‚ stelt hij. ‘Een belangrijk deel van de vluchtelingen hier heeft geen toegang tot gezondheidszorg‚ onderwijs en de arbeidsmarkt.’

Was het effect niet groter geweest als Amnesty samen met andere internationale organisaties over de deportaties had bericht? ‘Onmogelijk’‚ zegt Gardner. ‘Natuurlijk hebben we gebruikgemaakt van bronnen van bijvoorbeeld humanitaire organisaties in de regio. Maar deze organisaties kunnen hun taak alleen met toestemming van de Turkse overheid uitvoeren.’ Ietwat cynisch: ‘Kritiek uiten valt niet onder noodhulp.’ Dan trekt er een serene glimlach over zijn gezicht. ‘Wat iedereen ook over ons rapport opmerkt – westerse staten zeggen de berichten over deportaties eerst te willen onderzoeken en de Turkse regering ontkent in alle toonaarden – all the evidence is on our side.’

Als je al die schandelijke praktijken hier ziet‚ weet je dat je ervoor moet blijven gaan

Als ik opmerk dat hij in zijn omgeving te boek staat als een tikkeltje arrogant‚ maar dat hij ermee wegkomt gezien zijn faam als onderzoeker‚ fronst hij zijn wenkbrauwen. ‘Ik zou mezelf eerder vasthoudend noemen‚ iemand die gericht leiding geeft aan onderzoek in een moeilijk land als Turkije.’ Het doel van een Amnesty-onderzoeker is volgens hem het veranderen – op basis van onderzoek – van de houding van een regering. ‘Dat gaat langzaam‚ millimeter voor millimeter. Het vraagt om uithoudingsvermogen. Maar als je al die schandelijke praktijken hier ziet‚ weet je dat je ervoor moet blijven gaan.’

Voortdurend uitgedaagd

Naast het wegkwijnen van de democratie in Turkije ziet Gardner ook hoopvolle ontwikkelingen. ‘Er bestaat ook nu nog een verrassend brede burgerbeweging. De staat wordt ondanks de repressie voortdurend uitgedaagd. Niet alleen wat betreft de mensenrechten‚ maar bijvoorbeeld ook op het terrein van natuurbehoud. Dat is het Turkije dat me aan de gang houdt. Dat is de andere werkelijkheid‚ die tegenkrachten.’

Zijn er desondanks momenten dat ook hij het mentaal zwaar heeft? Hij knikt verdrietig. ‘De moord op mensenrechtenadvocaat Tahir Elçi vorig jaar november was een schok waar ik nog niet overheen ben.’ Elçi was een bekende en succesvolle advocaat die vooral Koerdische slachtoffers van onderdrukking door de staat bijstond. Hij verdedigde hen tot aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Terwijl Elçi in het historische centrum van Diyarbakir een persconferentie gaf‚ werd hij door een kogel in zijn hoofd gedood. ‘Ik heb nauw met hem samengewerkt. Hij was een vriend en een voorbeeld voor me. En er is nog geen begin van duidelijkheid over wie hem heeft vermoord.’

Wordt Vervolgd, juni 2016