De nieuwe Anna Politkovskaja’s
De moord op de Russische journalist Anna Politkovskaja tien jaar geleden‚ wier onthullingen over Tsjetsjenië het Kremlin in grote verlegenheid brachten‚ laat zien hoe gevaarlijk kritiek op president Vladimir Poetin kan zijn. Toch durft een handvol Russen haar voorbeeld te volgen. Vier moedige critici op een rij.
Anna Politkovskaja: ‘Vanwege het cynisme‚ de leugens’
‘Waarom houd ik niet van Poetin? (…) Vanwege het cynisme‚ het racisme‚ de leugens. Vanwege degenen die onschuldig zijn vermoord en die nog hadden kunnen leven.’ Deze woorden uit haar boek Poetins Rusland (2004) drukken zowel de missie van journaliste Anna Politkovskaja (1958) uit‚ als het waarschijnlijke motief voor haar moord‚ op 7 oktober 2006‚ de verjaardag van president Vladimir Poetin. Met haar soms activistisch getoonzette artikelen in Novaja Gazeta stelde ze misstanden aan de kaak. Politkovskaja schreef vooral over de Tweede Tsjetsjeense oorlog‚ die toenmalig premier Poetin in 1999 begon tegen Tsjetsjeense separatisten. Zo berichtte ze over ontvoeringen‚ moorden en verkrachtingen door Russische militairen en met hen samenwerkende Tsjetsjeense milities.
Voor Politkovskaja waren Poetin en de overgelopen Tsjetsjeense rebel Ramzan Kadyrov‚ die in 2007 zijn vader als president zou opvolgen‚ de hoofdschuldigen van de wandaden. In 2014 werden vijf mensen veroordeeld voor de moord op Politkovskaja. Hun opdrachtgever is echter nooit gevonden. Politkovskaja’s voormalige collega’s van Novaja Gazeta concluderen‚ op grond eigen onderzoek‚ dat Kadyrov erachter zit. Twee dagen voor haar moord zei Politkovskaja nog dat haar ultieme doel was hem voor de rechter te brengen. Bij het verschijnen van Poetins Rusland in 2004 schreef de Britse krant The Guardian de achteraf profetische woorden: ‘Het is gevaarlijk in Rusland de waarheid te zeggen. (…) Politkovskaja is een heldhaftige journaliste.’
Igor Kaljapin: ‘Om vrijer adem te kunnen halen’
Degene die het meest in de voetsporen van Politkovskaja treedt‚ is zonder twijfel Igor Kaljapin (1957). Hij is een van de oprichters van het Comité ter Preventie van Marteling‚ dat misstanden in onder meer Tsjetsjenië aan de kaak stelt. Sinds Ramzan Kadyrov in 2007 president van de deelrepubliek werd‚ voert die een schrikbewind‚ met instemming van Vladimir Poetin. Martelingen en ‘verdwijningen’ behoren tot het dagelijks leven in Tsjetsjenië.
Ondanks het gevaar voor eigen leven probeert Kaljapin met zijn organisatie nabestaanden en slachtoffers van het bewind te helpen. Sinds de moord in 2009 op mensenrechtenactiviste Natalja Estemirova in de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny‚ doet het comité alleen onderzoek in Tsjetsjenië met op en neer reizende ‘mobiele groepen’. Mede dankzij het comité werden 99 Russische politie- en justitiemedewerkers veroordeeld.
Kadyrov tracht intussen het werk van Kaljapin onmogelijk te maken. Eind 2014 werd het kantoor van het comité in Grozny in brand gestoken‚ een jaar later werd het vernield‚ en in maart dit jaar werd Kaljapin in Grozny aangevallen en met eieren bekogeld. Toch gaan Kaljapin en zijn mede-activisten door: ‘Ik wil er alles aan doen dat we in Rusland vrijer kunnen ademhalen‚ en zodat mijn kinderen niet dezelfde willekeur van de macht ervaren als onze generatie.’
Julia Latynina: ‘Zo komt Poetin zelf in de stront’
Net als Anna Politkovskaja is ook Julia Latynina (1966) onderzoeksjournaliste en reist ze voor de krant Novaja Gazeta naar brandhaarden in Tsjetsjenië en Oekraïne. Ook heeft ze een wekelijkse radiocolumn‚ Het Wachtwoord‚ waarin ze in mitrailleurtempo het nieuws ontleedt. Het is het best beluisterde programma van Echo Moskvy‚ de enige radiozender waar nog kritisch geluiden zijn te horen.
Anders dan Politkovskaja beschrijft Latynina de zaken op een meer cynische en afstandelijke manier‚ wat tevens haar kracht is. Ze pleit vooral voor goed bestuur‚ waarbij ze niet zelden de VS als voorbeeld aanhaalt‚ en ze legt regelmatig corruptieschandalen van Russische machthebbers bloot. Vanwege haar snoeiharde maar gefundeerde kritiek is Latynina vaak bedreigd en aangevallen. In het najaar van 2008 werd een aanslag op haar voorkomen door de veiligheidsdienst FSB‚ die een geruchtmakende moord‚ twee jaar na die op Politkovskaja‚ schijnbaar te ver vond gaan. Op 20 augustus 2016 wierp een onbekende man uitwerpselen over haar heen. Onverstoorbaar als ze is‚ vervolgde ze haar weg naar de radiozender‚ nam een douche‚ en stelde vervolgens: ‘Stront is nog van “hihihaha”‚ maar als Poetin de zieke geesten die hierachter zitten niet aanspreekt en tegenhoudt‚ zullen er doden vallen. En dan komt Vladimir Poetin zelf in de stront terecht.’
Lev Sjlosberg: Het ziekenhuis in geslagen
Lev Sljosberg (1963) is journalist en politicus. Hij werd mikpunt van het Kremlin nadat hij in augustus 2014 had geschreven over twee in stilte begraven militairen‚ die waren omgekomen tijdens de oorlog in Oost-Oekraïne. Hun namen werden direct na de begrafenisceremonie verwijderd van de graven en de oorzaak van hun dood werd niet openbaar gemaakt. De ouders van de militairen – die wel bij de begrafenis mochten zijn – en Sljosberg eisten van de autoriteiten openheid van zaken. Het werd een zeer pijnlijke affaire voor het Kremlin: Poetin beweert nog altijd dat Rusland geen militairen in Oost-Oekraïne heeft; de daar aanwezige Russische militairen zouden vrijwilligers zijn die tijdens hun vakantie meevechten met de pro-Russische rebellen.
Net als Politkovskaja toont Sljosberg aan hoe respectloos de Russische machthebbers omgaan met hun eigen soldaten. Een paar weken na de publicatie over de overleden soldaten hebben drie onbekenden Sljosberg het ziekenhuis in geslagen. Hij gaf echter niet op en verzocht het OM de oorzaak van de dood van de militairen te onderzoeken. Inmiddels is Sljosberg uitgegroeid tot een bekende oppositiefiguur‚ mede dankzij zijn eigen blog op de site van radiozender Echo Moskvy. Bij de parlementsverkiezingen van 18 september stond hij op nummer vier van de lijst van oppositiepartij Jabloko (‘Appel’).
Aleksej Navalny: Gedreven door politieke ambitie
Aleksej Navalny (1976) is de enige criticus voor wie de president echt bang is. Anders dan Politkovskaja en bijvoorbeeld Lev Sljosberg wordt de charismatische Navalny slechts gedreven door politieke ambities. In 2013 zei hij president van Rusland te willen worden. Navalny heeft nationalistische opvattingen en onthult corrupte praktijken van de Russische elite. Dat spreekt veel Russen aan. Hoe groot zijn populariteit is‚ en dus hoe bedreigend voor het Kremlin‚ bleek toen hij in 2013‚ met ruim 27 procent van de stemmen‚ tweede werd bij de burgemeestersverkiezingen in Moskou.
Navalny’s onderzoek naar corruptie brengt Russische machthebbers geregeld in verlegenheid. Zijn vorig jaar gepubliceerde internetdocumentaire over de banden tussen de georganiseerde misdaad en de steenrijke zonen van Joeri Tsjajka‚ hoofd van het OM‚ werd binnen een etmaal door 1‚4 miljoen mensen bekeken. Veel Russen hebben Navalny’s benaming voor regeringspartij Verenigd Rusland‚ ‘de Partij van Schurken en Dieven’ overgenomen. Sinds 2010 zit Navalny afwisselend onder huisarrest of staat hij voor de rechter in allerlei rechtszaken wegens ‘fraude’. Pure intimidatie‚ zeggen zijn medestanders: zo houdt het Kremlin de mogelijkheid open om hem naar een strafkolonie te sturen‚ zoals die waar zijn broer Oleg zit‚ die in een van de genoemde zaken is veroordeeld.