Masih Alinejad: ‘Zelfs ’s nachts mocht mijn hoofddoek niet af’

Geheel op eigen kracht transformeerde Masih Alinejad (42) van een opstandig arm plattelandsmeisje in het streng islamitische Iran naar een invloedrijke dissident in New York met meer dan een miljoen volgers op Facebook. ‘Ik ben de nachtmerrie van het Iraanse regime.’

Masih Alinejad
© Jesse Ditmar/Redux/HH

New York – Maandagochtend 9.30 uur. Bij de ingang van het Federal Plaza-gebouw in Manhattan drommen bezoekers langs de veiligheidscontroles naar binnen. Waar blijft Masih Alinejad? Ze is al een half uur te laat en neemt haar mobiele telefoon niet op. Dan komt een tenger figuur met een grote bos krullend haar aanlopen. ‘Wat gênant’, roept ze, zich uitputtend in verontschuldigingen. Ze stond bij een andere ingang en had geen telefoon bij zich. Al haar communicatie gaat via een vertrouweling. ‘Beter voor mijn veiligheid. Ik wil geen enkel risico nemen.’

De lift zoemt omhoog naar de opnamestudio van de nieuwszender Voice of America, waar Alinejad uitzendingen in het Perzisch presenteert. De Iraanse journaliste en vrouwenrechtenactiviste woont en werkt in New York, zo’n 10 duizend kilometer verwijderd van haar oude woonplaats Teheran. Die afstand is geen garantie voor veiligheid, weet ze. ‘Ik ben de nachtmerrie van de islamitische machthebbers. Ze haten me omdat ik vrouwen oproep tot verzet tegen hun ideologie en hun verplichte hoofddoek. Dus proberen ze me kapot te maken.’

In een schaars ingericht kantoor naast de studio vouwt ze zichzelf in kleermakerszit op een bureautafel. Ze oogt fragiel, ongeveer anderhalve meter groot, gekleed in een strakke zwarte maillot en coltrui die haar tengere gestalte benadrukken. Maar haar stem is luid en klinkt zelfverzekerd.

Opmerkelijke transformatie

Alinejad is een overlever, een vechter. Al vanaf haar vroege jeugd rebelleert ze tegen de regels door alles ter discussie te stellen. Ze stelt vragen en blijft doorvragen tot haar omgeving gek van haar wordt. In haar autobiografie The wind in my hair (mei 2018) vertelt ze over haar opmerkelijke transformatie van een opstandig arm plattelandsmeisje in het streng islamitische Iran naar een invloedrijke dissident in New York met meer dan een miljoen volgers op Facebook.

Ze werd geboren op 11 september 1976 in Ghomikola, een dorpje met zeshonderd inwoners op een paar uur rijden van Teheran. Het zijn de nadagen van de autocratische maar pro-westerse Pahlavi-dynastie, gesticht door Reza Khan (later nam hij de pre-islamitische naam Reza Pahlavi aan). Liberalen, socialisten en islamisten eisen revolutie en verdrijven in 1979 de sjah. Maar als de islamisten het eenmaal voor het zeggen hebben, maken ze hun tegenstanders snel onschadelijk. Vanaf dan is Iran een islamitische republiek, waar iedereen zich dient te houden aan de shariawetgeving.

Tweederangsburgers

‘Onder Pahlavi was er grote sociale ongelijkheid’, zegt Alinejad. ‘Maar de mensen hadden veel meer vrijheid dan nu. Vrouwen waren volgens de wet gelijk aan mannen. Ze konden in minirokken lopen en dansen in de discotheek. Dat veranderde allemaal toen ayatollah Khomeini de macht greep. Het eerste wat hij deed was vrouwen weer tot tweederangsburgers bestempelen. Om te kunnen werken, reizen of studeren hadden ze toestemming nodig van hun mannelijke “hoeders”.’

Haar streng conservatieve vader juichte de omwenteling toe. Hij zag erop toe dat zijn vrouw en dochters chadors droegen. ‘Zelfs ’s nachts mocht mijn hoofddoek niet af.’

De eerste vragen drongen zich toen bij haar op. Waarom haar broertje geen hoofddoek op moest bijvoorbeeld, en zij wel. Waarom hij buiten mocht spelen en zwemmen, en zij thuis moest zitten. Of over het bestaan van een god. ‘Als Allah alles gemaakt heeft, wie heeft dan Allah gemaakt?’, vroeg ze tot ontzetting van haar lerares. Ze werd van school verwijderd, maar haar moeder stond erop dat ze naar een andere school ging. Haar dochter mocht dan een onhandelbare geest hebben, de school moest zorgen dat ze in het gareel kwam, hield ze de directeur voor.

‘Ik hoor vaak: ach, het is maar een stukje stof. Maar als het alleen om een stuk stof ging, zouden de machthebbers me allang met rust hebben gelaten’

Op de middelbare school verspreidde Alinejad kranten met kritiek op het regime. Ze kreeg drie weken celstraf. Op haar 19de raakte ze zwanger en vertrok ze spoorslags naar Teheran. Haar huwelijk met een oude studievriend liep al snel spaak en Alinejad moest haar zoon aan haar schoonfamilie afstaan.

Ze kreeg een baan als politiek verslaggever en werd nationaal bekend om haar kritische stukken over corruptie en wanpraktijken van het regime. Nadat ze in 2008 in een scherpe column het beleid van president Mahmoud Ahmadinejad had aangevallen, eiste een aan de president gelieerde krant haar arrestatie. Alinejad verheft haar stem. ‘Dat was een bedreiging, wist ik. Ik besloot het land uit te gaan toen mijn auto werd vernield. Mijn perskaart lag op straat, half onder het wiel geschoven. Ze hadden die daar neergelegd om me te waarschuwen. Zo van: “Volgende keer ga jij eraan!” Ik kon niet langer in Iran blijven.’

Facebook

Maar het regime was niet van haar af: buiten Iran zette Alinejad haar aanvallen op het regime voort. In 2014 startte ze de Facebook-pagina My Stealthy Freedom, waar ze Iraanse vrouwen oproept haar foto’s te sturen zonder hoofddoek.

Ze scrolt door haar telefoon, toont foto’s van vrouwen met wuivende haren op het strand, in het chaotisch drukke Teheran of in desolate woestijngebieden. Op My Stealthy Freedom plaatsen vrouwen ook filmpjes waarop ze dansen en muziek maken en hun boosheid uitspreken tegen het regime; zaken die voor hen allemaal verboden zijn in Iran.

‘Op de Iraanse staatstelevisie ben ik een hoer en spion genoemd’

Haar ouders, broers en zus heeft Alinejad inmiddels al negen jaar niet gezien. Naar Iran kan ze nooit meer terug. ‘Op de Iraanse staatstelevisie ben ik een hoer en spion genoemd. De paramilitaire volksmilitie, de basij, zei zelfs dat ze mijn tong moeten afsnijden. De opperste leider Ali Khamenei beweerde dat het Westen mijn Facebook-campagne betaalt om Iran in diskrediet te brengen. Als Khamenei zoiets zegt, is dat een openlijke waarschuwing naar mij toe.’

Schande

Haar familie kan ook niet naar New York komen. Vorig jaar voerde president Donald Trump de zogenoemde moslimban in, een inreisverbod voor inwoners van zes moslimlanden waaronder Iran. Ze spreekt haar moeder en broers vaak over de telefoon. Met haar vader en zuster is al het contact verbroken. Als ze vanuit New York naar huis belt, wil haar vader niet aan de lijn komen. Wat dat met haar doet? Alinejad schudt haar krullen. Ze wil er eigenlijk niet over praten, zegt ze. Ze is boos, maar vooral verdrietig.

De politieke standpunten lopen in haar familie sterk uiteen. Dat geldt voor veel Iraanse families. Broer Ali heeft haar altijd gesteund. Haar oudere zus Mina is juist strenggelovig en verklaarde zelfs op de Iraanse televisie dat Masih een schande is voor haar. Het is een gewoonte van het regime om familieleden van dissidenten onder druk te zetten, zegt Alinejad. ‘Die wetenschap verlicht mijn pijn. Ik weet dat mijn vader en zus gemanipuleerd worden. Het is een methode om de Iraniërs eronder te houden. Mensen tegen elkaar uitspelen, haatzaaien.’

In het wit

Alinejad is ook het brein achter de ‘Witte Woensdagen’, waarop vrouwen wekelijks geheel in het wit gekleed de straat op gaan. Ze plaatst de beelden op haar Facebook-pagina. ‘Op die manier protesteren vrouwen, zonder meteen in problemen te komen met de zedenpolitie. Ik koos wit als kleur van protest omdat het de tegenhanger is van zwart, de kleding die streng religieuze vrouwen in Iran dragen.’

Begin dit jaar namen de protesten hevige vormen aan, toen vrouwelijke activisten voor het eerst blootshoofds de straat op gingen. Bij drukke verkeerspunten stonden ze roerloos stil, hun hoofddoeken wapperend aan stokken. Tientallen vrouwen werden gearresteerd. De 42-jarige Shaparak Shajarizadeh kwam na haar veroordeling tot twee jaar cel op borgtocht vrij. In de afgelopen maanden werden ook vier advocaten opgepakt die vrouwelijke activisten verdedigden.

‘Ik krijg vaak het verwijt dat ik veilig in New York ben en anderen het vuile werk laat opknappen. Maar dit is de enige manier waarop je Iraanse vrouwen kunt mobiliseren. Ik geef ze een platform om hun woede te uiten. Ze willen gehoord worden. Na jaren stilte willen ze dat er eindelijk aandacht komt voor vrouwenrechten.’

Hypocriet

Alinejad ergert zich eraan dat vrouwenrechten in islamitische landen zo weinig aandacht krijgen in het Westen. Ze hekelt de houding van westerse vrouwelijke politici die naar Iran reizen met een hoofddoek op, onder wie de Nederlandse minister Sigrid Kaag. ‘Zij zeggen dat ze anders geen zakelijke besprekingen kunnen voeren. En nee, natuurlijk wil ik niet dat ze ons land boycotten, maar ze zouden toch op het minst de kwestie kunnen aanboren. Vrouwen en meisjes zijn volgens de wet tweederangsburgers en de westerse politici doen alsof er niets aan de hand is. Dat is behoorlijk hypocriet.’

Westerlingen vragen haar vaak waarom ze zich zo opwindt over de hoofddoek. ‘Ik hoor dan: ach, het is maar een stukje stof. Maar als het alleen om een stuk stof ging, zouden de machthebbers me allang met rust hebben gelaten. Voor hen is de hijab een visueel symbool van onderdrukking. Het was een van de eerste maatregelen in 1979: alle vrouwen moeten een hoofddoek dragen. Zo wilden ze laten zien dat Iran in handen was van de islam.’ Ze vervolgt: ‘Ik vecht tegen de politieke islam in Iran en ook tegen culturele dwang van de ideologie, waar men ervan uitgaat dat mannen “opzichters” zijn over vrouwen. Dat ze denken dat kleding van vrouwen bepalend is voor de eer van de familie. Ik wil dat vrouwen de controle terugkrijgen. Pas als ze baas zijn over hun eigen lichaam zijn ze vrij.’

‘Wie het opneemt voor de onderdrukking van vrouwen in de islam, wordt meteen islamofobie verweten’

Alinejad springt op om een glas water te halen. Als ze terugkomt zegt ze: ‘Begrijp me goed: ik heb niets tegen moslimvrouwen die uit eigen wil een hoofddoek dragen. Als ze daar zelf voor kiezen, is dat hun eigen zaak.’ Het verbaast wel, voegt ze meteen toe, dat vaak met twee maten wordt gemeten. ‘Linkse feministen zijn heel begaan met religieuze rechten van migrantengroepen. Als een boerkaban dreigt, komen ze meteen in actie. En als Frankrijk een boerkiniverbod wil invoeren, komen ze weer in actie. Dat is natuurlijk goed. Vrouwen moeten vrij zijn, ze moeten zelf kunnen bepalen hoe ze zich kleden. Maar ik hoor diezelfde feministen niet over het feit dat miljoenen vrouwen verplicht worden een hoofddoek te dragen. Dat zien ze als culturele identiteit die we niet ter discussie mogen stellen. Dan zeggen ze: dat is nu eenmaal jullie cultuur, zoek het zelf maar uit.

‘Wie het opneemt voor de onderdrukking van vrouwen in de islam, wordt meteen islamofobie verweten. Dat is vreemd. Ze zouden het over vrouwenfobie moeten hebben. Als je jezelf links noemt of feminist, moet je openstaan voor de rechten en vrijheid van vrouwen. Waar die onderdrukking ook plaatsvindt.’

Vrouwenfobie

Vrouwen zouden samen de wereld kunnen veranderen, meent Alinejad. Zij voeden vaak de kinderen op en kunnen veel invloed hebben op hun denkbeelden. Helaas, vrouwen zien hun eigen rechten niet als prioriteit. Er is altijd iets dat belangrijker is. Mijn moeder begreep nooit waarom ik altijd de rol van vrouwen ter discussie stelde. Zij zei: je kan beter zorgen dat er brood op tafel komt. Toen Iran in oorlog was met Irak, zei ze: “Hoe kan je het nu over vrouwen hebben, er is een oorlog gaande.” Ik denk dat veel mensen net zo denken.’

Biografie

Naam
Masoumeh (Masih) Alinejad

Geboren
1976, Ghomikola, Iran

Woonplaats
New York

Werk
Journalist, activist, presentator en documentairemaker

Arrestaties en bedreigingen
Op haar 19de wordt ze lid van een activistische studentengroep. Ze krijgt een voorwaardelijke straf van vijf jaar cel en 72 zweepslagen. In 2001 wordt ze journalist, zeven jaar later komt ze in problemen door een kritisch commentaar op de regering en vlucht ze het land uit.

Ballingschap
Sinds 2008. Eerst in Londen en inmiddels in New York. Alinejad wordt in ballingschap nog altijd regelmatig bedreigd door het regime.

Autobiografie
The wind in my hair (Little, Brown Bookgroup, 2018)