Hoop in de Syrische gemeenschap

Een groep slachtoffers van martelingen in Syrische detentiecentra heeft op 1 maart in Berlijn aangifte gedaan tegen zes hoofden van de Syrische veiligheidsdiensten. Ze eisen van de federale aanklager in Duitsland dat hij de zes vervolgt wegens oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid. Het duurt nog even voordat Justitie in Duitsland beslist of ze de zaak in behandeling neemt‚ maar het effect van de aangifte is nu al waarneembaar. Er gloort hoop in de Syrische gemeenschap in Duitsland.

Een van de betrokken slachtoffers is Mazen Darwish‚ op dit moment een van de bekendste Syrische mensenrechtenactivisten. Voor een overvolle zaal in het hagelwitte kantorencomplex van de Heinrich Böll Stiftung in Berlijn‚ zegt hij dat het werken aan zijn getuigenverklaring hem heeft behoed voor radicalisering. ‘Zonder deze zaak had ik me als lone wolf uit wanhoop misschien gemeld bij de Islamitische Staat.’ De aangifte is dus slecht nieuws voor IS‚ grapt hij. De keuze voor de juridische weg heeft hem ervan overtuigd dat Syriërs weer kunnen nadenken over terugkeer naar Syrië. Het toont dat er een alternatief is voor wraak. Darwish kreeg honderden telefoontjes van landgenoten‚ die dolblij waren met de aangifte.

Ook elders begint de juridische creativiteit in de strijd tegen Al-Assad zijn vruchten af te werpen. De Verenigde Naties riepen onlangs het International‚ Impartial and Independent Mechanism (IIIM) in het leven‚ dat op basis van de reusachtige berg informatie die de internationale gemeenschap heeft verzameld over in Syrië gepleegde oorlogsmisdrijven dossiers gaat aanleggen over tientallen‚ mogelijk honderden daders. Binnenkort wordt de aanklager benoemd van dit nieuwe instituut‚ dat vanuit Genève zal opereren. Het idee is dat hij in een aantal EU-landen gaat samenwerken met het nationale Openbaar Ministerie. Dat zou op den duur kunnen resulteren in berechting van Syriërs door nationale rechtbanken.

Honderden Syriërs belden met Mazen Darwish, dolblij over de aangifte

Sceptici vinden het te vroeg om te juichen over de aangifte in Duitsland. Het IIIM zien ze als niet meer dan een schaamlap voor de hen wanhopig makende passiviteit van de internationale gemeenschap tegenover het regime- Al-Assad. Waarom zou je als slachtoffer naar een tandeloze en bureaucratische internationale instantie stappen als je niet zeker weet wat er met je klachten en verklaringen gaat gebeuren?

De kans is inderdaad aanwezig dat het IIIM een puur symbolische onderneming blijkt te zijn. Maar het initiatief‚ enthousiast gesteund door de Nederlandse regering‚ kan ook de opmaat zijn naar het echte werk: de oprichting van een Syrië-tribunaal. China en Rusland hebben de initiatieven in deze richting altijd geblokkeerd met veto’s in de VN-Veiligheidsraad. Maar de ervaring leert dat in de wereld van het internationale strafrecht illusies op een mooie dag werkelijkheid kunnen worden.

Tekst: Frederiek de Vlaming
Wordt Vervolgd, april 2017

Meer over dit onderwerp