Nederlandse troepen (inzet in het buitenland)
Amnesty nam geen standpunt in vóór of tegen de deelname van Nederlandse troepen in vredeshandhaving en wederopbouw in Afghanistan, Irak, Mali of op andere plaatsen.
Amnesty vindt wel dat er eisen moeten worden gesteld aan de inzet van Nederlandse troepen. Die eisen zijn onder meer verwoord in een brief die Amnesty aan de regering, voordat Nederland in 2003 besloot deel te nemen aan de stabilisatiemacht in Irak.
De organisatie stelde daarin dat Nederland verplichtingen op het terrein van de mensenrechten moet kunnen waarmaken. Amnesty vindt dat Nederland van landen die bijdragen aan de internationale troepenmacht in Irak de garantie moet krijgen dat zij zich in de praktijk volledig houden aan al de internationale verplichtingen en de normen van mensenrechten en humanitair recht.
- Gegarandeerd moet zijn dat door de bezettende mogendheden voedsel, water en medische zorg wordt verstrekt aan de Iraakse burgers,
- Internationale humanitaire organisaties moeten zonder belemmeringen hun werk kunnen doen.
- De bezettende mogendheden moeten bij het handhaven van de openbare orde de bescherming van de mensenrechten centraal stellen.
- Als het gebruik van geweld daarbij noodzakelijk zou zijn, dient dat in alle gevallen proportioneel te zijn en specifiek op het doel gericht.
- Zij die zich in het verleden in Irak schuldig hebben gemaakt aan ernstige schendingen van mensenrechten moeten daarvoor worden gestraft.
- Berechting moet altijd voldoen aan internationale normen voor een eerlijk proces. De doodstraf mag nooit worden opgelegd.