© Amnesty International

Regeringen bieden geen bescherming aan mensenrechtenverdedigers

Mensen die vreedzaam opkomen voor de mensenrechten worden vaak niet door hun regering beschermd. Overal ter wereld lopen mensenrechtenverdedigers een groeiend risico om te worden gedood of te verdwijnen, terwijl veel aanvallen op hen voorkomen hadden kunnen worden.

Dat staat in het vandaag verschenen Amnesty-rapport Deadly but Preventable Attacks: Killings and Enforced Disappearances of Those who Defend Human Rights.

Bijna twintig jaar nadat de VN-Verklaring over Mensenrechtenverdedigers (1998) werd aangenomen, liggen mensenrechtenverdedigers steeds zwaarder onder vuur. Ze worden lastiggevallen, geïntimideerd, mishandeld, krijgen beperkingen opgelegd en worden ten onrechte vervolgd en gevangengezet. Duizenden activisten zijn vermoord of ‘verdwenen’. Mensenrechtenverdedigers vinden niet alleen regeringen tegenover zich, maar ook gewapende groeperingen, zakelijke belangengroepen en religieuze leiders. Het is alarmerend dat de druk op hen de laatste jaren alleen maar toeneemt. Rond 10 december – de Internationale Dag van de Rechten van de Mens – wordt wereldwijd actiegevoerd voor mensenrechtenactivisten tijdens Amnesty’s Schrijfmarathon.

Verzoek om bescherming genegeerd

In het rapport beschrijven vrienden, familieleden en collega’s van mensenrechtenverdedigers hoe de slachtoffers om bescherming vroegen, maar door de autoriteiten werden genegeerd. Bovendien worden daders niet berecht, waardoor het doden van activisten ongestraft doorgaat.

De mensen die zijn verdwenen of vermoord, gaven vaak al aan bedreigd of aangevallen te worden. De autoriteiten deden echter niets of keken zelfs weg. Als staten hun verantwoordelijkheid serieus hadden genomen en hadden opgetreden tegen de wrede aanvallen, waren mensenlevens gespaard.

In Mexico is journalist Javier Valdéz Cárdenas op 15 mei 2017 vermoord. Hij wist dat dit vroeg of laat zou gebeuren. Kort voor zijn dood twitterde hij nadat een collega werd omgebracht: ‘Laat ze ons allemaal maar vermoorden als op verslag doen van deze hel de doodstraf staat’. Valdéz was een internationaal gewaardeerde journalist die over de georganiseerde misdaad en de Mexicaanse drugskartels schreef.

MILPAH is een organisatie die opkomt voor de rechten van de inheemse Lenca-gemeenschap in Honduras. De leden van de organisatie worden geïntimideerd en bedreigd. Vijf leden zijn onder onduidelijke omstandigheden vermoord, en veel mensen worden door de politie en anderen aangevallen. Meer dan honderd milieuactivisten zijn sinds 2010 in Honduras vermoord, onder wie de bekende activiste Berta Cáceres. Daders worden zelden opgepakt en berecht.

Aangevallen om wat ze doen of wie ze zijn

Sommige activisten worden aangevallen om wat ze doen: journalisten, hoogleraren of vakbondsmensen die onrecht aan de kaak stellen. Anderen worden slachtoffer om wat ze zijn: vrouwen die opkomen voor hun rechten, sekswerkers, LHBTI’s (lesbiennes, homo- en biseksuelen, transgenders en interseksuelen), leden van inheemse gemeenschappen en andere minderheden. Ook worden mensenrechtenactivisten aangevallen tijdens gewapende conflicten of in gemeenschappen waar veel georganiseerde misdaad is.

Xulhaz Mannan uit Bangladesh kwam op voor de rechten van LHBTI’s. Op een dag vielen mannen zijn huis binnen en vermoordden hem met machetes. De daders van de moord zijn nog steeds niet opgepakt en berecht.

Aanvallen op vreedzame activisten nemen toe

Volgens de ngo Front Line Defenders werden in 2016 wereldwijd ten minste 21 activisten gedood, een derde meer dan in 2015. Het werkelijke cijfer ligt waarschijnlijk veel hoger, omdat veel activisten die werden gedood of verdwenen niet als activist worden herkend. Volgens schattingen van diverse ngo’s en lokale organisaties zijn sinds 1998  – toen de VN-Verklaring over Mensenrechtenverdedigers werd aangenomen – naar schatting 3.500 mensenrechtenverdedigers gedood. Ook dit aantal ligt waarschijnlijk hoger.

De redenen waarom activisten worden gedood lopen uiteen, maar vaak heeft het te maken met het feit dat zij zich uitspreken over onrecht of belangenverstrengeling aan de kaak stellen. Regeringen en andere groepen willen hen graag definitief het zwijgen opleggen.

De Hondurese milieuactiviste Berta Cáceres werd op 3 maart 2016 vermoord. Cáceres was leider en medeoprichter van de Consejo Cívico de Organizaciones Populares e Indígenas de Honduras (COPINH), een organisatie ter bescherming van inheemse bevolkingsgroepen. Het is schokkend dat de moord op Cáceres weinig mensen verraste. Ze was al jaren het slachtoffer van intimidatie en bedreigingen, met als doel haar strijd voor de rechten van inheemse gemeenschappen te stoppen. De moord geeft een luguber beeld van de gevaren waarmee mensenrechtenverdedigers in Honduras te maken hebben.

Straffeloosheid verhoogt het risico op moord

Vaak wordt een bedreiging of aanval niet goed onderzocht en daders niet berecht. Zo ontstaat een klimaat van straffeloosheid waarin de boodschap luidt dat mensenrechtenverdedigers zonder verdere consequenties kunnen worden aangevallen.

Bertha Zúniga, dochter van de in 2016 vermoorde Hondurese activiste Berta Cáceres, zegt hierover: ‘Voor de dood van mijn moeder was er een duidelijke band tussen zakenmensen, privé veiligheidsagenten, overheidspersoneel en de georganiseerde misdaad. Aangezien deze partijen medeplichtig zijn aan mijn moeders dood, is een diepgaand onderzoek heel moeilijk. Mijn moeder verdient gerechtigheid en het is noodzakelijk dat er duidelijkheid komt over de samenzwering die plaatsvond. Dat is van fundamenteel belang om nieuwe moorden te voorkomen.’

Amnesty’s aanbevelingen

Amnesty International dringt er bij alle landen op aan mensenrechtenverdedigers te erkennen en hen te beschermen. Hun werk moet in het openbaar worden gesteund en hun bijdrage aan naleving van de mensenrechten moet worden erkend. Bovendien moeten regeringen alle maatregelen nemen om verdere aanvallen te voorkomen en de daders moeten worden berecht.

Het is van groot belang dat de autoriteiten in hun land duidelijk maken dat deze schendingen van de mensenrechten volstrekt ontoelaatbaar zijn.