© Kayhan Ozer / Anadolu Agency / Getty Images

Campagnejaar Turkije belooft weinig goeds voor de mensenrechten

Journalisten in de cel, activisten die mogelijk vijftien jaar gevangenisstraf krijgen en nu ook een verbod op alle LHBT-evenementen in de Turkse hoofdstad. Nog geen vijf jaar geleden werd Turkije door wereldleiders en de pers gepresenteerd als een model voor het Midden-Oosten. Vandaag de dag lijkt Turkije een pariastaat te zijn geworden waarin de mensenrechten bij het grof vuil zijn gezet. Met het oog op een overwinning in verkiezingsjaar 2019 is de Turkse overheid zijn grip op de samenleving alleen maar aan het vergroten.

Sinds de bloedige couppoging in 2016 verspreiden de Turkse regering en de pro-regeringspers gretig anti-Westerse en conservatief-nationalistische complottheorieën. De regerende AK-partij heeft er nooit een geheim van gemaakt alles op alles te zetten voor een overwinning in 2019. Dan vinden namelijk lokale, parlementaire en presidentsverkiezingen plaats.

 

Omdat dat goed ligt bij de kiezer, bezigen Turkse politici in toenemende mate een ultranationalistische discours. Zo stortten zij het land in een diplomatieke crisis met Europese landen voor de campagne voor het referendum van afgelopen april. Organisaties, journalisten en activisten die zich inzetten voor een pluralistisch Turkije met respect voor de mensenrechten komen steeds vaker in de knel. Lees hier met welke drie argumenten de Turkse overheid haar repressie rechtvaardigt.

  1. Kritische journalistiek = ‘het beledigen van de president’

Nog altijd heeft Turkije de dubieuze eer om bekend te staan als ‘de grootste gevangenis voor journalisten ter wereld.’ In 2016 zat eenderde van alle gevangen journalisten wereldwijd in Turkse gevangenissen. Aanklachten tegen journalisten lopen uiteen van ‘belediging van de president’ tot ‘poging tot omverwerping van de regering’.

Vorig jaar werden zeventien journalisten van de onafhankelijke krant Cumhuriyet opgepakt. Ze werden ervan beschuldigd steun te verlenen aan drie elkaar bestrijdende terreurorganisaties. Ze kunnen celstraffen tot 43 jaar krijgen. Hun voorarrest dat al meer dan 350 dagen duurt is een straf op zich.

Een groot deel van de Turkse pers doet inmiddels aan zelfcensuur. Kritische journalisten worden regelmatig door hun eigen hoofdredacteuren onder druk gezet om passages aan te passen of columns helemaal in te trekken. Indien er toch onwelgevallige artikelen gepubliceerd worden kan een telefoontje vanuit het presidentieel complex in Ankara direct leiden tot ontslag.

Omdat er in de Turkse pers nog nauwelijks sprake is van onafhankelijke berichtgeving, wijken steeds meer Turken uit naar Twitter. 9,6 miljoen Turken maken er regelmatig gebruik van. De Turkse autoriteiten hebben Twitter echter ook ontdekt. 45 procent van de wereldwijde verzoeken tot verwijdering van tweets zijn afkomstig uit Turkije.

  1. Mensenrechten verdedigen = ‘terroristen helpen’

Vandaag (22 november) gaat het showproces tegen elf mensenrechtenverdedigers, onder wie Amnesty Turkije-voorzitter Taner Kılıç en Amnesty Turkije-directeur Idil Eser, verder. In de aanklacht worden reguliere mensenrechtenwerkzaamheden als terroristische activiteiten gepresenteerd. De activisten kunnen hiervoor tot vijftien jaar celstraf krijgen. De Turkse autoriteiten rekken het begrip ‘terrorisme’ sinds de couppoging zo ver mogelijk op. Volgens de logica van de aanklacht is iedereen die actie voert tegen het Turkse regeringsbeleid uiteindelijk zelf een terrorist , omdat ook terroristen zich verzetten tegen de regering.

Sinds de couppoging zijn bijna vierhonderd NGO’s onder dwang permanent gesloten. Dit gebeurde zonder tussenkomst van een rechter, dankzij nieuwe wetgeving die onder de noodtoestand van kracht werd.

  1. Activiteiten van LHBT-organisaties = ‘provoceren’

Ook de Turkse LHBT-gemeenschap ervaart de negatieve gevolgen van de conservatieve koers die is ingeslagen. De Turkse pers beschuldigt LHBT-organisaties regelmatig van het deelnemen aan de mislukte couppoging.

De gouverneur van Ankara heeft op 19 november alle LHBT-evenementen in de hoofdstad ’tot nader order’ verboden. Volgens de gouverneur zouden de ‘publieke gezondheid en moraliteit’ in het geding zijn. Bovendien zouden LHBT-evenementen voor sommigen provocerend zijn en leiden tot wrijving of vijandigheid tussen bevolkingsgroepen.

Dezelfde argumenten gebruikte de gouverneur van Istanbul om alle Istanbul Prides sinds 2015 te verbieden. De Istanbul Pride mars was de grootste in Oost-Europa. In 2013 namen er naar schatting 100.000 mensen aan deel.

Turkije heeft haar mensenrechtenverdedigers meer dan ooit nodig. Onze collega’s bij Amnesty Turkije en andere critici weigerden om toe te geven aan de repressie. Daarom zijn ze nu een doelwit. En daarom moeten we nu voor hen opkomen.

Meer over dit onderwerp