Gouden bal of kalashnikov

Het is 1994. Twee helden staan naast elkaar. De jongere held overhandigt een gouden voetbal aan de oudere held. Dat kan nu pas, omdat de oudere man 27 jaar in de cel zat. Ze kijken met een brede lach en groot respect naar elkaar, er is duidelijk wat te vieren.

Wie kent dit beeld niet? Ruud Gullit die als eerbetoon zijn Gouden Bal, de prijs voor de beste voetballer van Europa, aan Nelson Mandela geeft. De foto gaat de wereld over, als toonbeeld van hoe topsport kan bijdragen aan verbroedering en rechtvaardigheid.

Dit weekend verscheen een foto met andere Nederlandse voetbalhelden, en weer met een Afrikaanse leider. Alleen was de nasmaak aanzienlijk minder euforisch. Edgar Davids en Patrick Kluivert poseren met Robert Mugabe op een foto tijdens een politieke bijeenkomst in Zimbabwe. Mugabe leidt al sinds 1980 zijn land met ijzeren vuist. De regering-Mugabe doet er alles aan om de oppositie of andere critici de mond te snoeren. Ook heeft hij het land de economische afgrond in geleid. Er is bijna geen cashgeld meer, 90 procent van de bevolking is werkloos en het overheidsapparaat is zwaar corrupt.

In goed gezelschap

Kluivert en Davids zijn niet de enige sporters die zich lieten zien in het gezelschap van zeer discutabele leiders. Zo plaatste de Nederlandse kickbokser Badr Hari foto’s op Instagram waarop hij te zien is met de gouden Kalasjnikov van de Tsjetsjeense leider Kadyrov in zijn handen. Kadyrov is berucht om zijn brute regime van onder andere het laten verdwijnen van critici en actieve homovervolging. Ook van Ruud Gullit verschijnen foto’s waarop hij breeduit lachend met Kadyrov staat. Ruim 20 jaar na zijn ontmoeting met Mandela had hij namelijk een korte carrière als trainer van Terek Grozny. Of neem Bert van Marwijk, die als aankomend bondscoach van Saudi-Arabië in een interview aangaf ernaar uit te zien ‘alle vrijheid te krijgen’. In hetzelfde land moet je het hebben van een afwijkende mening bekopen met stokslagen en mogen vrouwen niet eens autorijden.

 

 

Voor een topsporter staan de sportieve prestaties voorop. Daar horen vaak bezoekjes aan – of banen in – exotische landen bij. Dat begrijpen wij bij Amnesty best. Maar als topsporter heb je ook een voorbeeldfunctie. Die kan op allerlei manieren worden gebruikt, maar ook misbruikt. In het geval van Zimbabwe werden de beide voetballers onderdeel van de pr-machine van Mugabe. Onbedoeld ondermijnen ze hiermee het werk van oppositieleiders en andere activisten die vaak met gevaar voor eigen leven strijden voor een eerlijker samenleving.

Geen gescheiden werelden

Een veel gehoord argument is dat sport en politiek twee gescheiden zaken zijn. Dat is zeker niet het geval, vooral bij grote sporttoernooien. De loting voor het wereldkampioenschap voetbal 2018 in Rusland zal dit keer plaatsvinden in het Kremlin, het gebouw waar de regering zetelt. Sporttoernooien zijn bij uitstek goede pr-evenementen waarbij een moderne wereldleider zijn macht en rijkdom kan tonen. De toewijzing van een wereldkampioenschap of Olympische Spelen gaat vaak gepaard met schimmige afspraken en omkopingspraktijken door overheidsfunctionarissen. Sommige gastlanden hebben een slechte reputatie waar het gaat om het respecteren van mensenrechten. Bekende voorbeelden zijn de massa-ontruimingen in de sloppenwijken van Rio de Janeiro voor de Olympische Spelen 2016 en de inhumane arbeidsomstandigheden in Qatar voor de bouw van stadions voor het WK in 2022. Gelukkig wordt er steeds meer ingezien dat de politieke en mensenrechtensituatie in een land niet los kunnen worden gezien van een sportevenement. Het IOC en de FIFA hebben recentelijk stappen gezet om mensenrechten op te nemen in de toewijzingscriteria. Zij moeten sporters niet opzadelen met de onmogelijke keuze om te gaan of thuis te blijven vanwege de mensenrechtensituatie.

Voor individuele topsporters zijn mensenrechten geen ‘core business’, toch kunnen zij zich niet permitteren om naïef te zijn. Topsporters moeten zich bewust zijn van wat het effect is van bepaalde ontmoetingen. Wij nodigen dan ook alle topsporters die op het punt staan om af te reizen naar een ander land, uit om goed te kijken wat er daar nu precies speelt. Dan kunnen ze de publiciteit tenminste voor de goede zaak inzetten.

Emile Affolter en Yara Boff Tonella, woordvoerders van Amnesty International Nederland