introduceert een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het openbaar Een vrouw met een boerka op straat in Den Haag. Op 1 augustus 2019 treedt een wet in werking die gezichtsbedekkende kleding verbiedt in het vervoer en overheids-, onderwijs- en zorginstellingen.
© Jarry Lampen/AFP/Getty Images

Wat vindt Amnesty van de wet die gezichtsbedekkende kleding gedeeltelijk verbiedt

In de afgelopen jaren is in verschillende Europese landen de invoering van een algemeen wettelijk verbod op het dragen van gezichtssluiers dichterbij gekomen. In Frankrijk, België, Oostenrijk, Denemarken, Bulgarije, Duitsland, Italië, Spanje en Zwitserland is een geheel of gedeeltelijk verbod ingevoerd. In Nederland werd meer dan tien jaar discussie gevoerd over een verbod op gezichtsbedekkende kleding. Op 26 juni 2018 besloot de Eerste Kamer dat er een gedeeltelijk boerkaverbod in ons land komt. Op donderdag 1 augustus 2019 treedt de wet in werking.

De wet introduceert een verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het openbaar vervoer en overheids-, onderwijs- en zorginstellingen. Het gaat in deze wet dus niet om een algemeen verbod — wat Amnesty niet verenigbaar acht met internationale mensenrechtenstandaarden — maar om een gedeeltelijk verbod.

Het doel van de wet is volgens de regering het wegnemen van belemmeringen voor onderlinge communicatie. De regering is van mening dat gezichtsbedekkende kleding de kwaliteit van de dienstverlening of de veiligheid in de weg kan staan. Amnesty vindt deze onderbouwing niet overtuigend.

Beperking op de vrijheid van godsdienst

Een goede onderbouwing is juist noodzakelijk, omdat een verbod een beperking is op de vrijheid van godsdienst. De Nederlandse regering gebruikt in haar voorstel weliswaar de neutrale term ‘gezichtsbedekkende kleding’, maar dergelijke kleding wordt in ons land vrijwel alleen gedragen door islamitische vrouwen, in de vorm van een boerka of niqaab. De vrijheid van godsdienst inperken mag op grond van internationale en nationale wetgeving alleen voor zover dat dringend noodzakelijk is.

Amnesty acht die noodzaak niet aangetoond. Er zijn in Nederland niet of nauwelijks problemen met gezichtssluiers. Hoeveel vrouwen in Nederland een gezichtssluier dragen, is niet bekend, maar waarschijnlijk gaat het om niet meer dan enkele honderden. Van veiligheidsproblemen is de afgelopen jaren niets gebleken, niet in Nederland noch in buurlanden.

Beroepsgroepen vragen niet om een verbod

Daarnaast dringen bestuurders en vertegenwoordigers vanuit het onderwijs, de zorg en vervoersbedrijven zelf niet aan op een landelijk strafrechtelijke verbod. En de toegevoegde waarde van zo’n verbod is ook beperkt. Publieke instellingen zoals ziekenhuizen, scholen en openbaarvervoersbedrijven hebben al wettelijke mogelijkheden om – bijvoorbeeld in kledingreglementen of vervoersvoorwaarden – het dragen van gezichtsbedekkende kleding te verbieden. Met name scholen hebben dit ook al gedaan.

Tot slot wil Amnesty erop wijzen dat de Raad van State bijzonder kritisch was over het voorliggende wetsvoorstel.

Amnesty-publicaties

> Lees het advies van de Raad van State.
Lees informatie van de overheid.

> Lees onze Vraag & Antwoord in welke situaties Amnesty meent dat een verbod op het dragen van een boerka of niqaab, of andere kledingeisen, wel gerechtvaardigd kan zijn.

 

Meer over dit onderwerp